Vermindering naheffingsaanslag en vernietiging verzuimboete heeft in een dermate laat stadium voorafgaand aan de zitting plaatsgevonden, dat er aanleiding bestaat voor vergoeding van door belanghebbende in verband met de geplande zitting reeds gemaakte reiskosten. Verletkosten komen in casu niet voor vergoeding in aanmerking, reeds omdat met toestemming van partijen is besloten om af te zien van een zitting

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag winstbelasting voor het jaar 2019 opgelegd. Tevens is een verzuimboete opgelegd. Belanghebbende heeft tegen de naheffingsaanslag en de verzuimboete bezwaar gemaakt, maar de Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag en de verzuimboete gehandhaafd. Vervolgens heeft belanghebbende beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. Partijen zijn in eerste instantie op 13 september ...

Gerecht komt tot de conclusie dat de (veronder)stelling van de huidige gemachtigde van belanghebbende dat de uitspraken op bezwaar niet zijn ontvangen, niet juist kan zijn en dat er in ieder geval geen reden is om te veronderstellen dat de uitspraken niet zijn ontvangen door één van de eerdere adviseurs tot wie de uitspraken zijn gericht: beroep niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn. Door voor de tweede keer ‘uitspraak op bezwaar’ te doen is in casu niet een nieuwe beroepstermijn gaan lopen

Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde. Naar aanleiding van de bevindingen tijdens een boekenonderzoek zijn aan belanghebbende naheffingsaanslagen loonbelasting en premies AOV/AWW en AZV opgelegd. Belanghebbende heeft op 22 januari 2019 pro-forma bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen. De Inspecteur heeft belanghebbende op 14 maart 2019 verzocht haar bezwaarschrift te motiveren, maar motivering van het pro-forma bezwaar is uitgebleven. Op 17 mei 2019 heeft de ...

Gerecht acht aannemelijk dat de door belanghebbende naar de in Nederland studerende zoon overgemaakte bedragen zijn aangewend voor de betaling van collegegeld: de uitgaven voor collegegeld hebben derhalve op belanghebbende gedrukt en komen in aanmerking voor aftrek als buitengewone lasten wegens uitgaven voor studiekosten van studerend kind. Dat de zoon een collegegeldkrediet kon krijgen doch daarvan heeft afgezien, maakt dit niet anders

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft een studerende zoon, geboren in maart 1999. De zoon stond in het onderhavige jaar 2021 in Nederland ingeschreven voor de studies Economics and Business Economics (bacheloropleiding) en Accounting, Auditing and Control (masteropleiding), beide aan de Erasmus University Rotterdam. In haar aangifte inkomstenbelasting (IB) 2021 heeft belanghebbende een bedrag van NAf 4.066 aan studiekosten van haar studerende ...

Belanghebbende maakt aannemelijk dat de woning haar tot hoofdverblijf ter beschikking staat: recht op aftrek van hypotheekrente. Uitgaven tot voorziening in het noodzakelijk levensonderhoud van nichtje kunnen door belanghebbende niet als buitengewone lasten in aftrek worden gebracht

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is sinds 2011 eigenaar van een woning. Voor de aankoop van de woning heeft zij een hypothecaire lening afgesloten. Vanaf 1994 stond op het adres van de woning bij de Kamer van Koophandel een kinderdagverblijf geregistreerd. In 2004 is het kinderdagverblijf ingebracht in een stichting, waarvan belanghebbende als bestuurder stond geregistreerd. Het kinderdagverblijf is sinds eind 2016 ...

Arrest Hoge Raad. De stukken van het geding laten geen andere slotsom toe dan dat belanghebbende onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld die de conclusie rechtvaardigen dat de geldverstrekking van de holding aan haar als onzakelijke lening moet worden aangemerkt

Samenvatting zaak Vandaag, vrijdag 19 april 2024, heeft de Hoge Raad het door belanghebbende ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van 6 augustus 2021 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) (ECLI:NL:OGHACMB:2021:324) ongegrond verklaard (ECLI:NL:HR:2024:629). De zaak In deze Arubaanse winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, een naar het recht van Aruba opgerichte ...

Veroordeling voor het feitelijk leiding geven aan het niet doen van aangiften winstbelasting: voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met bijzondere voorwaarden die beogen de vennootschap aan te zetten tot fiscaal compliant gedrag. Verdediging in hoger beroep

Samenvatting zaak In deze Curaçaose strafzaak is het volgende aan de orde. De verdachte is bestuurder van een besloten vennootschap (BV) die geen aangiften zou hebben gedaan voor de winstbelasting over de jaren 2018 tot en met 2021. Het verwijt aan de verdachte is dat hij opdracht zou hebben gegeven om deze aangiften niet te doen, of daaraan feitelijke leiding heeft gegeven. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: ...

De Ontvanger wil bodembeslag leggen bij een trustkantoor voor de belastingschuld van één van de door dat kantoor bestuurde vennootschappen, maar het kantooradres van trustkantoor kan niet mede worden aangemerkt als ‘bodem’ van de belastingschuldige. De Ontvanger kan zich niet op het kantoormeubilair van het trustkantoor verhalen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Kort samengevat betreft het in casu een verzetprocedure tegen een dwangschrift, meer in het bijzonder de uitvaardiging en tenuitvoerlegging van een dwangschrift, als bedoeld in artikel 4 van de Landsverordening houdende regeling van de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen door middel van dwangschriften alsmede van de rechtspleging inzake belastingen, bijdragen en vergoedingen (P.B. 1942 no. 246, zoals gewijzigd) (hierna: ...

Inspecteur komt tegemoet aan de bezwaren van belanghebbende, in eerste instantie alleen voor wat betreft de aanslagen AOV/AWW en maar later ook voor wat betreft de aanslagen LB. Voor de vergoeding van de (proces)kosten worden de zaken als één zaak beschouwd: zijn ‘samenhangende zaken’ als bedoeld in de Ministeriële regeling formeel belastingrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn op naheffingsaanslagen loonbelasting (LB), naheffingsaanslagen AOV/AWW en boetes over tijdvakken in 2019 opgelegd. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslagen en de boetes gehandhaafd. Vervolgens is door belanghebbende beroep ingesteld tegen de uitspraken van de Inspecteur. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150 ...

Hoge Raad doet cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 RO in zaak waarin – in eerste aanleg – werd geoordeeld dat belanghebbende de omzetbelasting op de voet van artikel 12b, lid 1, LOB verschuldigd is, nu zij facturen heeft uitgereikt waarop het bedrag aan omzetbelasting is vermeld

Samenvatting zaak Vorige week vrijdag, 5 april 2024, heeft de Hoge Raad het door belanghebbende ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) van 10 februari 2022, zaaknummer CUR2019H00405, afgedaan met toepassing van artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie (ECLI:NL:HR:2024:546). Helaas beschikken wij niet over ...

Inwoner van het Nederlandse deel van Sint Maarten die werkzaam is als overheidsambtenaar in het Franse deel van Sint Maarten niet aangemerkt als verzekerde voor de AOV, de AWW en de AVBZ en derhalve niet premieplichtig

Samenvatting zaak In deze Sint Maartense zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is woonachtig in het Nederlandse deel van Sint Maarten (hierna: Sint Maarten) en is in de jaren 2017 en 2018 als overheidsambtenaar werkzaam geweest bij de ‘Collectivité de Saint-Martin’ in het Franse deel van Sint Maarten (hierna: Saint Martin). Via inhouding op zijn salaris zijn in Saint Martin premies betaald voor de ‘Retraite complémentaire d’un fonctionnaire’ ...

Verzoek Nederlandse belastingdienst tot heropening vereffening van Curaçaose vennootschappen door Gerecht toegewezen vanwege redelijk belang

Samenvatting zaak In deze Curaçaose civielrechtelijke zaak (vennootschapsrecht) is het volgende aan de orde. Een aantal naar het recht van Curaçao opgerichte vennootschappen (hierna: ‘de Vennootschappen’) vormden samen een groep die zich toelegde op online gokken. De Vennootschappen zijn in juli 2015 in liquidatie getreden. Volgens het handelsregister van Curaçao is de registratie van de Vennootschappen kort daarna, nog in juli 2015, geëindigd, en is steeds door de vereffenaar (hierna: ...

Rechtbank oordeelt dat de Curaçaose stichting feitelijk in Nederland is gevestigd en dat de Inspecteur terecht een derde deel van het vermogen van de stichting aan belanghebbende heeft toegerekend en tot de grondslag van Box 3 heeft gerekend

Samenvatting zaak In deze drie vergelijkbare Nederlandse zaken is onder meer het volgende aan de orde. De onderstaande samenvatting is overigens gebaseerd op zaak ECLI:NL:RBZWB:2024:2012. De vader van belanghebbende (hierna: vader), heeft in 1996 een discretionaire trust naar het recht van Jersey (hierna: het bedrijf) opgericht. Tot het vermogen daarvan behoorden onder meer alle aandelen in een Ltd. Op 25 maart 2004 heeft de Ltd. een vordering gekregen op een ...

Heffingsambtenaar is bij opleggen aanslagen verhuurbelasting motorrijtuigen (VBM) uitgegaan van een te hoge schatting van het aantal verhuurde auto’s. Gerecht vermindert de aanslagen en de boetes overeenkomstig een gecorrigeerde schatting. Overigens veronderstelt het Gerecht dat hetgeen is bepaald in het Besluit bestuurlijke boetes BES eveneens van toepassing is ter zake van de heffing van VBM

Samenvatting zaak In deze Bonairiaanse zaak is het volgende aan de orde. Wegens het uitblijven van aangiften, ondanks dat belanghebbende daartoe op regelmatige wijze is uitgenodigd, heeft de heffingsambtenaar op 31 januari 2023 aanslagen verhuurbelasting motorrijtuigen (VBM) over de tijdvakken gelegen in de periode 1 januari 2022 tot 1 juli 2022 opgelegd. Gelijktijdig met de aanslagen zijn boetes opgelegd. Belanghebbende heeft tegen de aanslagen en boetes bezwaar gemaakt, maar de ...

Alsnog inhoudelijke behandeling door het Gerecht nadat de zaak door het Hof is teruggewezen. Eigenaar van gestolen auto heeft autoverzekering niet stopgezet en heeft verzuimd tijdig melding te doen van beëindiging belastingplicht: voor het gehele jaar aangemerkt als houder van de auto en motorrijtuigenbelasting verschuldigd

Samenvatting zaak In deze Bonairiaanse zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende, een besloten vennootschap (B.V.), is door het Openbaar Lichaam Bonaire (hierna: OLB) ter zake van een auto een aanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) voor het jaar 2018 opgelegd. Belanghebbende heeft op 15 januari 2019 een brief gestuurd aan het OLB waarin onder andere bezwaren worden geuit tegen het feit dat het OLB haar of de directeur-grootaandeelhouder (DGA) als ...

Gerecht oordeelt dat de aanslag vastgoedbelasting terecht aan de ‘revocable trust’ als eigenaar van de onroerende zaak is opgelegd. Eigenwoningvrijstelling niet van toepassing omdat sprake is van een afgescheiden vermogen van dat van de trustee

Samenvatting zaak In deze Caribisch Nederlandse zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een ‘revocable trust’ opgericht naar het recht van de staat North Carolina (Verenigde Staten). De persoon ‘A’ is ‘settler’ en ‘trustee’ van belanghebbende. Belanghebbende heeft een onroerende zaak gelegen te Bonaire in eigendom, zijnde een eigendomsperceel grond, groot 800 vierkante meter met daarop een woning. De woning staat A als hoofdverblijf ter beschikking. Aan belanghebbende ...

SPF aangemerkt als buitenlands belastingplichtige voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. APV-regeling in de IB werkt niet integraal door naar de Vpb, wel een beperkte doorwerking maar niet zoals belanghebbende voor ogen staat. SPF in casu ook niet op andere gronden ‘fiscaal transparant’ en niet vergelijkbaar met een Nederlandse stichting

Samenvatting zaak In deze Nederlandse zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een ‘particulier fonds’ opgericht naar het recht van Curaçao op 10 oktober 2006. In 2014 heeft belanghebbende in Nederland gelegen vastgoed verworven, gefinancierd met een lening van een stichting. In de door belanghebbende ingediende aangiften (Nederlandse) vennootschapsbelasting over de jaren 2017 en 2018 is vermeld “≠ belastingplichtig voor vennootschapsbelasting”. De inspecteur van de Nederlandse belastingdienst heeft ...

Vereiste aangifte inkomstenbelasting niet gedaan nu SPF’s niet zijn genoemd bij de rubriek ‘afgezonderd particulier vermogen’

Samenvatting zaak In deze Nederlandse zaak is het volgende aan de orde. Erflater was in 2017 en 2018 woonachtig op Curaçao. Hij heeft vermogen ingebracht in een naar het recht van Curaçao opgerichte stichting particulier fonds (hierna: ‘SPF 1’). Een andere naar het recht van Curaçao opgerichte stichting particulier fonds (hierna: ‘SPF 2’) is eigenaar van in Nederland gelegen onroerend goed. Weer een ander naar het recht van Curaçao opgericht ...

Opbrengsten uit onroerende goederen in het Franse deel van Sint Maarten belast bij belanghebbende als gerechtigde tot de nalatenschap. Gesteld noch gebleken dat belanghebbende voor de huuropbrengsten ook in het Franse deel belasting heeft betaald: geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting

Samenvatting zaak In deze Sint Maartense zaak is het volgende aan de orde. Wijlen de moeder van belanghebbende bezat onroerende goederen gelegen aan de Franse kant van Sint Maarten. Deze onroerende goederen behoren in de onderhavige jaren 2017 en 2028 tot de onverdeelde nalatenschap van de moeder. Belanghebbende is deelgerechtigde tot de onverdeelde nalatenschap. De onroerende goederen worden in de jaren 2017 en 2018 verhuurd. In de aangifte inkomstenbelasting voor ...

Veroordelingen tot voorwaardelijke gevangenisstraf voor het niet doen van aangifte winstbelasting (Curaçao)

Op vrijdag 15 maart jl. zijn vijf leidinggevenden van verschillende bedrijven veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 tot 4 maanden, met een proeftijd van 3 jaar, vanwege het meerdere jaren niet doen van aangifte winstbelasting. Zo is bekendgemaakt met een persbericht (NED) op de website van het Openbaar Ministerie Curaçao (klik hier om naar het persbericht in het Papiamentu te gaan). De onderhavige vonnissen zijn nog niet op rechtspraak.nl ...

Vrijspraak in douanestrafzaak: geschil over indeling in het tariefposten-classificatiesysteem is van bestuursrechtelijke aard waarover de bestuursrechter (belastingrechter) uitsluitsel moet geven. Vermelden juiste goederencode is geen vereiste bij het doen van aangifte cf. artikel 54 (1)(c) Liud

Samenvatting zaak In deze twee, inhoudelijk vrijwel identieke, Arubaanse strafrechtelijke zaken (ECLI:NL:OGEAA:2023:324 respectievelijk ECLI:NL:OGEAA:2023:325) is het volgende aan de orde. De onderstaande samenvatting is overigens gebaseerd op ECLI:NL:OGEAA:2023:324. Tenlastelegging Aan de verdachte is, kort samengevat en enigszins geparafraseerd, ten laste gelegd dat hij in Aruba op de aangifte/vertreknota heeft aangegeven en/of laten aangeven sigaren en cigarillo’s onder de goederencode 2402 1000, zijnde een niet juiste specificatie der goederen onder hun ...

Belanghebbende slaagt er niet in de hoogte van de integrale proceskosten aannemelijk te maken: niet duidelijk hoe het geclaimde bedrag moet worden verdeeld over hem en zijn echtgenote en een deel van de kosten is niet betaald. Forfaitaire proceskostenvergoeding wél toegekend. Overgrote deel van de kosten ziet op een strafzaak waarin belanghebbende werd vervolgd voor het doen van onjuiste aangiften en werd vrijgesproken. Dit betreffen geen kosten in de onderhavige belastingzaak. Voor die kosten kan een vordering worden ingediend bij de civiele rechter of de strafrechter

Samenvatting zaak In deze twee, vrijwel identieke en vermoedelijk ook met elkaar samenhangende, Curaçaose zaken (ECLI:NL:OGEAC:2024:46 respectievelijk ECLI:NL:OGEAC:2024:48) is het volgende aan de orde. De onderstaande samenvatting is overigens gebaseerd op ECLI:NL:OGEAC:2024:46. Aan belanghebbende zijn (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting met boetes opgelegd. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt en heeft het bezwaarschrift later aangevuld, met onder meer een compromisvoorstel. Vervolgens heeft belanghebbende beroep ingesteld wegens fictieve weigering van de Inspecteur om te beslissen ...

Bijzondere omstandigheden voor veroordeling van de Inspecteur tot een integrale (proces)kostenvergoeding in ‘complexe zaak’ niet aannemelijk gemaakt. Ook niet voldaan aan de bewijslast ter zake van het ‘forse bedrag’ aan kosten. Inspecteur wel veroordeeld tot een forfaitaire proceskostenvergoeding

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn naheffingsaanslagen winstbelasting opgelegd alsmede vergrijpboetes. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt en is later in beroep gekomen tegen de uitspraken op bezwaar. In de bezwaarschriften heeft belanghebbende primair verzocht om een integrale vergoeding van de kosten van bezwaar op grond van artikel 6.2, lid 3 van de Ministeriële regeling formeel belastingrecht en subsidiair om een forfaitaire ...

Hoge Raad gaat ervan uit dat de indiener van het beroepschrift niet bevoegd was om namens X beroep in cassatie in te stellen omdat de indiener de gevraagde machtiging of verklaring niet heeft overgelegd: cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard

Samenvatting zaak De Hoge Raad heeft vandaag, 15 maart 2024, het ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van 10 juli 2023 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (ECLI:NL:OGHACMB:2023:129) niet-ontvankelijk verklaard (ECLI:NL:HR:2024:421). Het beroep in cassatie is volgens het beroepschrift ingesteld namens ‘X’. De indiener van het beroepschrift heeft bij het instellen van beroep in cassatie een machtiging overgelegd ...

Ook het Hof is van oordeel dat de voor de motorrijtuigenbelasting als ‘houder’ aangemerkte eigenaar van de gestolen auto niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij voor de eerste drie kwartalen van 2019 de belasting niet verschuldigd is

Samenvatting zaak In deze Bonairiaanse zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is door het Openbaar Lichaam Bonaire ter zake van een auto een aanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) over het jaar 2019 opgelegd. Belanghebbende stelt zich evenwel op het standpunt dat de auto eind juli 2018, nadat hij daarop de nummerplaat had bevestigd, voor de tweede keer is gestolen en dat hij de auto pas weer terug heeft gevonden ...

Elk van de erfgenamen wordt afzonderlijk als ondernemer voor de verhuur van onroerende goederen aangemerkt, niet de (combinatie van) gezamenlijke erfgenamen: belanghebbende, één der erfgenamen, geldt derhalve als ondernemer en wordt voor zijn aandeel in de opbrengsten in de heffing van BBO betrokken

Samenvatting zaak In deze Sint Maartense zaak is het volgende aan de orde. Erflater verhuurde tot haar overlijden onroerende goederen aan derden. De erfgenamen hebben na het overlijden van erflater het verhuren van de onroerende goederen voortgezet. Ter zake van de verhuuropbrengsten is geen belasting op bedrijfsomzetten (BBO) voldaan. Aan belanghebbende, één van de erfgenamen van wijlen erflater, zijn – naar aanleiding van een onderzoek bij een vennootschap waar een ...

Objectief gezien was uit de eenmanszaak redelijkerwijs geen voordeel te verwachten: niet voldaan aan vereiste van ‘objectieve voordeelsverwachting’ en derhalve geen bron van inkomen. Inspecteur heeft ten onrechte besloten geen (negatieve) aanslag IB op te leggen. Artikel 12 ALL en/of artikel 41B LIB niet bedoeld voor het geval als het onderhavige, waarbij belanghebbende een negatieve winst uit onderneming in de aangifte aangeeft

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Vanaf juli 2017 stond belanghebbende als eigenaar van een eenmanszaak ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Nijverheid (KvK). De activiteiten van de eenmanszaak bestonden uit het geven van naailes aan kinderen en volwassenen, de verkoop van zelfgemaakte kleding en accessoires en de verkoop van stof ten behoeve van het maken van zelfgemaakte kleding. De eenmanszaak is in ...

Stichting kan geen aanspraak maken op betaling door perceelhuurder van de jaarlijkse onroerendezaakbelasting omdat de stichting niet heeft gesteld op grond waarvan de huurder deze bedragen is verschuldigd terwijl de aanvullende eisen van redelijkheid en billijkheid niet zonder meer meebrengen dat huurder deze bedragen dient te voldoen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Een stichting is eigenaar van diverse percelen. In februari 1990 heeft een partij, gedaagde in deze zaak, de rechten op een opstal gekocht en geleverd gekregen. De huurprijs per jaar ter zake van het betreffende perceel (hierna: het gehuurde) bedroeg NAf 600, te vermeerderen met NAf 60 voor aanleg en onderhoud van de wegen en de grondbelasting. Gedaagde ...

‘Belastingstaker voor het klimaat’ krijgt geen korting op belastingaanslag

Samenvatting zaak In deze Nederlandse zaak is het volgende aan de orde, deels gebaseerd op dit nieuwsbericht op de website van de Rechtspraak. Belanghebbende – een inwoonster van Overijssel, Nederland, die zich presenteert als ‘belastingstaker voor het klimaat’ – heeft aangifte voor de inkomstenbelasting gedaan volgens de wet en heeft de opgelegde aanslag betaald. Zij heeft daartegen bezwaar gemaakt en vervolgens stelde beroep ingesteld bij de Rechtbank Gelderland (hierna: de ...

Hoewel de inspecteur had bevestigd dat correspondentie ten aanzien van de naar Curaçao geëmigreerde belanghebbende naar een adres in Nederland verzonden zou worden, is de aanslag IB/PVV naar een postadres in Curaçao verzonden. Anders dan belanghebbende is de Rechtbank toch van oordeel dat de aanslag tijdig is opgelegd en bekendgemaakt

Samenvatting zaak In deze Nederlandse zaak is, onder meer, het volgende aan de orde. Belanghebbende woonde in 2017 in Nederland en stond tot 21 september 2017 in dienstbetrekking tot een N.V. Vanaf 1 juli tot 21 september 2017 was belanghebbende door de N.V. tewerkgesteld bij haar 100% dochteronderneming in Luxemburg (een ‘S.A.’). Belanghebbende heeft gedurende deze periode 32 dagen in Luxemburg gewerkt. Per 21 september 2017 werd de arbeidsovereenkomst van ...