Stichting kan geen aanspraak maken op betaling door perceelhuurder van de jaarlijkse onroerendezaakbelasting omdat de stichting niet heeft gesteld op grond waarvan de huurder deze bedragen is verschuldigd terwijl de aanvullende eisen van redelijkheid en billijkheid niet zonder meer meebrengen dat huurder deze bedragen dient te voldoen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Een stichting is eigenaar van diverse percelen. In februari 1990 heeft een partij, gedaagde in deze zaak, de rechten op een opstal gekocht en geleverd gekregen. De huurprijs per jaar ter zake van het betreffende perceel (hierna: het gehuurde) bedroeg NAf 600, te vermeerderen met NAf 60 voor aanleg en onderhoud van de wegen en de grondbelasting. Gedaagde ...

Geen van partijen slaagt er in de verdedigde waarde van de onroerende zaak aannemelijk te maken: waarde in goede justitie vastgesteld op NAf 100.000. Gerecht acht het dienstig dat de Inspecteur vóór aanvang van het komende vijfjarige tijdvak contact met belanghebbende zoekt, de onroerende zaak afzonderlijk taxeert en in gesprek gaat over de wijze waarop de waarde is bepaald

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is ter zake van een onroerende zaak een aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) voor het jaar 2019 opgelegd. De onroerende zaak dient belanghebbende tot woning. De grond waarop de woning zich bevindt is uitgegeven in erfpacht. De bebouwde oppervlakte van de woning bedraagt 170 m², de grond waarop de woning zich bevindt meet 300 m². Belanghebbende heeft ...

Naar het oordeel van het Gerecht kan de kennisgeving ‘vermindering definitieve/navordering aanslag OZB’ redelijkerwijs niet worden aangemerkt als een uitspraak op bezwaar, waardoor het ingediende beroep moet worden opgevat als een beroep tegen het niet tijdig beslissen op de uitspraak op bezwaar. Hoorplicht geschonden, maar het Gerecht voorziet zelf in de zaak en stelt de waarde van de onroerende zaak in goede justitie vast

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak en heeft in april 2021 aangifte onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2019 gedaan en daarbij de door hem verdedigde waarde van NAf 425.000 toegelicht. In oktober 2021 is aan belanghebbende ter zake van de onroerende zaak een aanslag OZB voor het jaar 2019 opgelegd naar een waarde van NAf 550.000. Belanghebbende ...

Inspecteur heeft bij de berekening van de waarde van de grond voor de OZB terecht geen rekening gehouden met het daarop rustende recht van erfpacht. Maar de waarde van de onroerende zaak is niet onderbouwd door systematische vergelijking en de herbouwwaarde is in dit geval ook niet bruikbaar. Gerecht stelt waarde in goede justitie vast

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende is eigenaar van een onroerende zaak aan de Grebbelinieweg, zijnde een woning met een oppervlakte van 144 m² gelegen op een perceel met een oppervlakte van 800 m². Aan belanghebbende is ter zake van de onroerende zaak een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2019 opgelegd naar een waarde van NAf ...

Omdat belanghebbende geen aangifte OZB heeft gedaan hoewel hij de afgelopen vijf jaren geen aanslagen OZB had ontvangen, wordt de vraag of een navorderingsaanslag voor 2015 kan worden opgelegd beantwoord o.b.v. artikel 13 ALL. Belanghebbende voert aan dat een nieuw feit ontbreekt omdat alle notariële aktes, ook de koopakte van de onderhavige onroerende zaak, o.b.v. de Registratieverordening 1908 door de Inspecteur moeten worden geregistreerd en de Inspecteur om die reden bekend was met de verkrijging van de onroerende zaak door belanghebbende. Inspecteur geeft toe dat in dit geval een nieuw feit ontbreekt

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende heeft in 2003 een onroerende zaak gekocht. Volgens de Inspecteur is belanghebbende pas voor het tijdvak 2014-2018 als belastingplichtige voor de onroerendezaakbelasting (OZB) aangemerkt. Aan belanghebbende zijn op 30 november 2020 een aanslag OZB voor het jaar 2014 en een navorderingsaanslag OZB voor het jaar 2015 opgelegd. Belanghebbende heeft geen aangifte ...

Geen OZB aangifteplicht omdat belanghebbende de afgelopen vijf jaar drie keer een aanslag OZB heeft gehad en dus als belastingplichtige voor de OZB bekend was bij de Inspecteur. De vijfjaarstermijn van artikel 10 LvOZB geldt dan onverkort: de op 30 december 2020 opgelegde navorderingsaanslag OZB 2015 is buiten die termijn opgelegd

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende heeft in 2008 een onroerende zaak gekocht. Het betreft een eigendomsterrein met daarop gebouwd een woning. Op 30 december 2020 is aan belanghebbende een navorderingsaanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2015 opgelegd. Aan belanghebbende waren eerder al de volgende aanslagen OZB opgelegd: op 29 augustus 2017 de voorlopige aanslag OZB 2017, ...

Belanghebbende heeft tijdig aan aangifteplicht OZB voldaan en geen onjuiste of onvolledige informatie verstrekt: vijfjaarstermijn van artikel 10 LvOZB onverkort van toepassing, geen navordering over 2015. Ook artikel 13 ALL kan niet als wettelijke basis dienen voor de navordering, omdat die alleen in de gevallen waarin niet aan de in de overgangsregeling opgenomen vormen van aangifteplicht is voldaan van toepassing is op de OZB

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende is reeds vanaf het jaar 2007 eigenaar van een onroerende zaak (een appartement) en heeft op 26 februari 2020 aangifte voor de onroerendezaakbelasting (OZB) gedaan overeenkomstig de overgangsbepaling opgenomen in artikel XII (van de Landsverordening belastingmaatregelen 2019, P.B. 2019 no. 55). Aan belanghebbende is ter zake van de onroerende zaak op ...

Omdat het bezwaar tegen de aanslag OZB 2022 (niet zijnde het eerste jaar van het vijfjarige tijdvak) was gericht tegen de vastgestelde waarde, had de Inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk moeten verklaren in plaats van ongegrond te verklaren. Deze misslag betekent niet dat de uitspraak wordt vernietigd: analoog aan het oordeel van de Hoge Raad laat het Gerecht de uitspraak in stand en verklaart het beroep ongegrond

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende heeft in juni 2021 een onroerende zaak verworven voor een bedrag van USD 595.000 (NAfl. 1.082.900). Voor de jaren 2019 tot en met 2021 zijn in oktober 2021 (2019), in mei 2022 (2020) en in juli 2022 (2021) aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) opgelegd aan de voormalige eigenaar. De voormalige eigenaar heeft geen bezwaar gemaakt ...

Artikel 5 lid 1 LOZB handelt over het tijdstip waarop de waarde moet worden bepaald, niet de datum waarop de aanslagen uiterlijk moeten zijn vastgesteld. Het onvermeld laten dat de aanslag 2019 de eerste aanslag van het vijfjarige tijdvak is leidt in casu niet tot vernietiging van de aanslagen, maar het Gerecht roept de belastingdienst op om maatregelen te treffen die voorkomen dat dit verzuim zich in de toekomst nog kan voordoen. Met de in 2021 door de Staten goedgekeurde tariefverlaging kan geen rekening worden gehouden, heeft nimmer de status van landsverordening verkregen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van een onroerende zaak. Voor het tijdvak tot en met 2013 is de waarde van de onroerende zaak voor de toepassing van de toenmalige grondbelasting bepaald op NAf. 225.000. In geschil is of de aanslagen voor de jaren 2014 tot en met 2022 in stand kunnen blijven. Belanghebbende is van mening dat de aanslagen vernietigd moeten ...

Inspecteur maakt niet aannemelijk dat hij de waarde van een woning op een perceel eigendomsgrond van 1.230 m² met vier slaapkamers en een vrijstaand gastenverblijf niet te hoog heeft vastgesteld. De door belanghebbende ingebrachte waardebrief is niet voldoende (slechts globale waardebepaling, niet gemotiveerd): Gerecht stelt OZB-waarde in goede justitie vast

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak bestaande uit een woning met een woonkamer, een eetkamer, een zitkamer, vier slaapkamers, twee badkamers, een voorporch en een balkon. Daarnaast bestaat de onroerende zaak uit een vrijstaand gastenverblijf en een berg/washok. De onroerende zaak is gelegen op een perceel eigendomsgrond met een oppervlakte van 1.230 m². De woning heeft een ...

Belanghebbende maakt de door hem bepleite waarde van een op een perceel van 2.930 m2 gelegen bedrijfspand dat verdeeld is in een showroom en warehouses aan de hand van een uitgebreid taxatierapport aannemelijk: Gerecht vermindert de aanslag OZB

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van een onroerende zaak, zijnde een bedrijfspand verdeeld in een showroom, een warehouse ‘parts’ en een warehouse. Het perceel waarop de onroerende zaak is gelegen is is 2.930 m2 groot. Aan belanghebbende is ter zake van de onroerende zaak een aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) voor het jaar 2019 opgelegd naar een belastbare waarde van NAf ...

Als een onroerende zaak wordt verkocht kort voor of na de waardepeildatum, moet er in de regel van worden uitgegaan dat het verkoopcijfer de waarde van deze onroerende zaak vertegenwoordigt, tenzij de koopsom die waarde niet weergeeft. Inspecteur heeft waarde onroerende zaak ruim beneden de verkoopprijs vastgesteld: waarde niet te hoog vastgesteld

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn ter zake van een onroerende zaak aanslagen onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) voor de jaren 2014 t/m 2016 opgelegd naar belastbare waardes van respectievelijk NAf 1.500.000 (2014) en NAf 1.650.0000 (2015 en 2016). De onroerende zaak betreft een wooneenheid type 3 met drie slaapkamers. Belanghebbende heeft het perceel waarop het onroerend goed gebouwd is eind 2008 aangekocht ...

Gerecht stelt waarde voor de OZB van een vrijstaande woning gelegen op een perceel erfpachtsgrond in goede justitie vast. Inspecteur heeft niet onderbouwd dat de door hem voorgestane waarde heeft te gelden als de waarde in het economische verkeer en er is geen reden om aan te nemen dat de waarde van de ondergrond niet is meegenomen in de taxatie

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van een onroerende zaak bestaande uit een vrijstaande woning gelegen op een perceel erfpachtsgrond met een oppervlakte van 550 m². Aan belanghebbende zijn ter zake van de onroerende zaak aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) voor de jaren 2014 t/m 2018 opgelegd naar een waarde van NAf 400.000. In geschil is of de Inspecteur de waarde per waardepeildatum ...

Gerecht stelt waarde voor de OZB van een vrijstaande woning gelegen op een perceel eigendomsgrond met gedeeltelijke onderbouw in goede justitie vast. Beroep op verjaring van de OZB-aanslag slaagt niet

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van een vrijstaande woning gelegen op een perceel eigendomsgrond. De onroerende zaak bestaat uit een entree, woonkamer, eetkamer, keuken, slaapkamer annex bad/toiletkamer en een overdekt, ruim zitterras. De gedeeltelijke onderbouw bestaat uit een entree, woon/eetkamer, wasruimte, gang, twee slaapvertrekken, een bad/toiletkamer en een kitchenette. Op het erf bevinden zich verder onder andere een carport, voetpaden, ...

Gerecht stelt waarde voor de OZB van een complex bungalows in goede justitie vast. Inspecteur heeft geen nadere onderbouwing gegeven van de door hem verdedigde waarde, belanghebbende heeft niet voldoende inzichtelijk gemaakt hoe de waarde met behulp van de discounted cash flow methode is bepaald

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van een complex bungalows. Het betreft 10 vrijstaande tweeslaapkamer bungalows en 9 geschakelde twee-onder-een-kap bungalows met één slaapkamer. Ter zake van de onroerende zaak is belanghebbende voor het jaar 2014 aangeslagen voor de onroerendezaakbelasting (OZB). Na bezwaar is de aanslag ambtshalve (uiteindelijk) verminderd tot naar een waarde van de onroerende zaak van NAf 4.711.000. Belanghebbende ...

Waarde van de grond moet worden meegenomen bij de waardebepaling voor de OZB, waarbij geen rekening wordt gehouden met het recht van erfpacht. Er moet van worden uitgegaan dat de verkrijger de volle en onbezwaarde eigendom zal krijgen (overdrachtsfictie), dat alle rechten – ook het (zakelijk) recht op gebruik van de grond – bij één persoon zijn

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbenden is ter zake van een woonhuis staande op een perceel erfpachtgrond (hierna: de onroerende zaak) een aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) voor het jaar 2019 opgelegd naar een belastbare waarde van NAf 210.000. De onroerende zaak betreft een leegstaand woonhuis, waarin vernielingen zijn aangericht en waarvan onder andere de ramen zijn gestolen. Belanghebbende bestrijdt de in de ...

Bezwaar tegen de in de aanslag OZB 2018 opgenomen waarde niet-ontvankelijk omdat in het tijdvak 2014-2018 bezwaar tegen de vastgestelde waarde alleen mogelijk is over het jaar 2014. Geheugenstoornissen ten gevolge van een auto-ongeluk een jaar vóór de aanslag is geen bijzondere omstandigheid die termijnoverschrijding rechtvaardigt

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is ter zake van een onroerende zaak op 30 november 2018 een aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) voor het jaar 2018. Belanghebbende heeft op 8 maart 2021 tegen de aanslag bezwaar gemaakt. Het bezwaar van belanghebbende is gericht tegen de waarde van de onroerende zaak. De Inspecteur heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Vervolgens heeft belanghebbende ...

Verlenging aanslagtermijn OZB over 2015 niet mogelijk op grond van overgangsregeling bij invoering artikel 10a LvOZB. In casu ook geen navordering op grond van artikel 10 lid 2 of artikel 10a lid 5. Hof wel van oordeel dat in gevallen waarin niet aan de in de overgangsregeling opgenomen vormen van aangifteplicht is voldaan, kan worden nagevorderd op grond van artikel 13 ALL (doch in casu is geen sprake van een ‘nieuw feit’)

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft op 27 februari 2020 op grond van artikel 10a van de Landsverordening onroerendezaakbelasting (hierna: LvOZB) aangifte onroerendezaakbelasting (OZB) over het jaar 2015 gedaan. Op 11 augustus 2020 is ter zake van de onroerende zaak aan belanghebbende een aanslag OZB voor het jaar 2015 opgelegd. Belanghebbende bestrijdt de aanslag. Aan belanghebbende is niet eerder een aanslag OZB ...

Omdat belanghebbende de onroerende zaak pas in november 2016 in eigendom heeft verkregen, kan van haar voor 2016 en eerdere jaren geen OZB worden geheven: aanslagen vernietigd

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn ter zake van een onroerende zaak aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) voor de jaren 2014 tot en met 2016 opgelegd. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen bovengenoemde aanslagen en voert dat de aanslagen moeten vervallen omdat zij de onroerende zaak in de maand november van het jaar 2016 heeft gekocht. Ter staving hiervan heeft zij een koopakte overgelegd ...

Partijen slagen er niet in de door hen voorgestane OZB-waarden van een vrijstaande woning op eigendomsgrond aannemelijk te maken: Gerecht stelt de waarde in goede justitie vast

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van een onroerende zaak. De onroerende zaak bestaat uit een vrijstaande woning van 330 m2 gelegen op een perceel eigendomsgrond met een oppervlakte van 1.112 m2. De onroerende zaak bestaat uit een overdekte voorporch, een achterporch, een open woonkamer en een gang verdeeld in vier slaapkamers en twee badkamers met toiletten. Aan belanghebbende zijn ter ...

In 2017 of 2018 is de onroerende zaak in voltooide staat getaxeerd, waarmee ervan kan worden uitgegaan dat de wijzigingen in de zin van artikel 8 LvOZB in de waarde zijn meegenomen. De door belanghebbende nadien gedane aangifte kan dan niet als nieuw feit worden aangemerkt: Gerecht vernietigt de navorderingsaanslagen OZB

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van een appartementencomplex dat in het tijdvak 2014-2018 in aanbouw was (de onroerende zaak). Aan hem zijn ter zake van de onroerende zaak voor de jaren 2014 tot en met 2018 definitieve aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) opgelegd naar een belastbare waarde van Nafl. 343.000. Tegen deze waarde heeft belanghebbende geen bezwaar gemaakt. Conform de overgangsregeling bij ...

Dat de voorlopige aanslag 2014 OZB is betaald, maakt niet dat de definitieve aanslag onjuist is. Voorlopige aanslag niet op naam van belanghebbende maar op die van de ex-echtgenoot: geen verrekening met de definitieve aanslag. Restituties aan de ex-echtgenoot gedaan: over (onjuiste) verrekeningen en restituties moet belanghebbende zich wenden tot de civiele rechter

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft bij echtscheidingsconvenant een onroerende zaak toebedeeld gekregen. Aan de ex-echtgenoot van belanghebbende zijn voor de onroerende zaak voorlopige aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) voor de jaren 2014 en 2015 opgelegd. In januari 2015 werd de onroerende zaak verkocht aan een derde. De notaris heeft toen een bedrag van NAf 6.300 aan achterstallige belastingen – waaronder de voorlopige aanslagen ...

Voorlopige aanslagen OZB zijn vernietigd zodat geen sprake is van dubbele aanslagen. Belastingrechter niet bevoegd te oordelen over teruggaaf van het gestelde bedrag aan restitutie

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn voor de jaren 2014 tot en met 2017 voorlopige aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) opgelegd ten bedrage van NAf 940 voor de jaren 2014 tot en met 2016. Deze aanslagen zijn door belanghebbende betaald. Voor het jaar 2017 is een voorlopige aanslag opgelegd ten bedrage van NAf 1.625. Voor dit jaar 2017 heeft belanghebbende een bedrag van ...

Bij de OZB ontstaat de belastingschuld op 1 januari van het belastingjaar en vervalt de bevoegdheid tot het opleggen van een aanslag vijf jaren daarna: in december 2020 voor het jaar 2015 opgelegde aanslag is dus niet tijdig. Niet voldoen aan aangifteplicht is een voorwaarde voor toepassing verlengde navorderingstermijn. Belanghebbende heeft evenwel, gezien de overgangsbepaling bij artikel 10a LvOZB, tijdig aan aangifteplicht voldaan: alleen al daarom kan geen navordering plaatsvinden

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft op 26 februari 2020 op grond van artikel 10a van de Landsverordening onroerendezaakbelasting 2014 (hierna: LvOZB) aangifte van het bezit van een onroerende zaak gedaan. Op 28 december 2020 is aan belanghebbende een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2015 opgelegd. Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de aanslag tijdig is opgelegd. Belanghebbende ...

Beroep ter zitting ingetrokken omdat de Inspecteur aan belanghebbende is tegemoetgekomen. Verzoek ter zitting voor integrale kostenvergoeding gepasseerd als tardief, wel forfaitaire kostenvergoeding en vergoeding griffierecht. Geen bezwaarkostenvergoeding omdat belanghebbende daartoe in het bezwaarschrift niet heeft verzocht

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) voor de jaren 2014 tot en met 2018 opgelegd naar een waarde van NAf 295.000. Belanghebbende heeft op daartegen bezwaar gemaakt, maar bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de bezwaren afgewezen. Op 19 augustus 2021 heeft belanghebbende beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar. De Inspecteur heeft op 7 juni 2022 ...

Beroep niet-ontvankelijk omdat de Inspecteur hangende de procedure geheel aan het bezwaar is tegemoet gekomen. In dit geval geen proceskostenvergoeding omdat geen sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand nu belanghebbende het bezwaar- en beroepschrift tegen de aanslag OZB zelf heeft geschreven. Wel vergoeding van het betaalde griffierecht

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is een aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) voor het jaar 2015 opgelegd naar een belastbare waarde van NAf 341.000. Belanghebbende heeft in augustus 2019 bezwaar gemaakt. Ongeveer een jaar later is de aanslag verminderd naar één naar een belastbare waarde van NAf 285.000. Weer ongeveer een jaar later heeft de Inspecteur evenwel uitspraak op bezwaar gedaan en ...

Tijdig aangifte OZB over 2015 gedaan: navordering niet mogelijk omdat het niet voldoen aan de aangifteplicht een voorwaarde is voor het toepassen van de verlengde navorderingstermijn. Ook geen toepassing verlengde navorderingstermijn van de ALL: de bepalingen van de artikelen 10 en 10a LvOZB hebben te gelden als ‘lex specialis’ en dienen daarom met voorrang op de algemene regeling te worden toegepast

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende heeft op 27 februari 2020 op grond van artikel 10a van de Landsverordening onroerendezaakbelasting (hierna: LOZB) aangifte onroerendezaakbelasting (OZB) over het jaar 2015 gedaan. Op 11 augustus 2020 is ter zake van de onroerende zaak aan belanghebbende een aanslag OZB voor het jaar 2015 opgelegd. Aan belanghebbende is niet eerder een aanslag ...

Inspecteur heeft niet ernstig onzorgvuldig gehandeld door de waarde van de onroerende zaak in eerste instantie te hoog vast te stellen. De redelijke termijn ter bepaling van de immateriële schadevergoeding eindigt bij intrekking van het beroep of, als dat eerder is, op het moment dat de verminderingsaanslag is bekend gemaakt

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). Aan belanghebbende is een aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) voor het jaar 2014 opgelegd. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag. De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag verminderd. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep ingesteld bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht). Belanghebbende heeft ...

Ter zitting bereiken partijen een compromis over de waarde van de onroerende zaak, het Hof beslist dienovereenkomstig. Hoger beroep dus gegrond: Inspecteur moet het door belanghebbende betaalde griffierecht vergoeden

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak inzake een aanslag onroerendezaakbelasting is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. Voor het jaar 2014 is aan belanghebbende een aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: de aanslag OZB) opgelegd naar een belastbare waarde van NAf 720.000. Na tegen de belaste waarde en aanslag bezwaar te hebben gemaakt, heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar de waarde verminderd naar een belastbare waarde ...

Gerecht van oordeel dat na de vernietiging van de aanslag OZB 2014, de aanslag OZB 2015 heeft te gelden als de eerste aanslag van het vijfjarig tijdvak: dat de aanslag OZB 2014 te laat is opgelegd mag er niet toe leiden dat met betrekking tot de overige, tijdig opgelegde aanslagen, geen waarde meer aan de onroerende zaak kan worden toegekend

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende is sinds 2009 eigenaar van de onroerende zaak. Aan hem zijn ter zake van de onroerende zaak op respectievelijk 22 juni 2019 (2014), 10 juli 2019 (2015), 12 december 2019 (2016), 22 januari 2020 (2017) en 23 maart 2020 (2018) aanslagen onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) voor de jaren 2014 tot en met 2018 opgelegd ...