Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden: fiscaal adviseur toerekenbaar tekortgeschoten door bij de implementatie van de ‘royalty routing Curaçao’ onzakelijke tarieven te hanteren die niet voldeden aan de in artikel 8b Wet Vpb 1969 neergelegde vereisten (‘at arm’s length’-vereiste)

Samenvatting zaak Het gaat in deze Nederlandse civielrechtelijke zaak om de vraag of de fiscaal adviseur de voor de zogenoemde ‘royalty routing Curaçao’ geadviseerde structuur onjuist heeft geïmplementeerd, in welk geval de fiscaal adviseur aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. Voor het antwoord op die vraag is beslissend of de bij de implementatie van de royalty routing Curaçao gehanteerde tarieven voldeden aan de in artikel 8b Wet op de ...

Gerecht acht niet aannemelijk dat de aanmaningen tot het doen van aangifte op het adres van belanghebbende zijn ontvangen: geen omkering en verzwaring bewijslast. Gerecht acht rente van 8% over vorderingen op gelieerde partijen at arm’s length. Managementvergoeding aan moedermaatschappij mag in aanmerking worden genomen; totale arbeidskosten van belanghebbende en moedermaatschappij tezamen worden daarbij verdeeld naar omzetverhouding

Samenvatting zaak In deze Arubaanse winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, een N.V. gevestigd te Aruba, heeft als activiteiten het verhuren van kantoorapparatuur. De moedermaatschappij van belanghebbende is gevestigd te Curaçao. Belanghebbende heeft vorderingen (in Afl.) op gelieerde vennootschappen. Bij de winstberekening heeft belanghebbende ter zake van deze vorderingen een rente in aanmerking genomen van circa 4%. Verder heeft belanghebbende een zogenoemde managementvergoeding ten laste van de winst ...

Aangifte winstbelasting bereikt de Inspecteur zodanig laat dat hij daarmee bij het regelen van de aanslag redelijkerwijze geen rekening kon houden: vereiste aangifte niet gedaan en omkering en verzwaring van de bewijslast

Samenvatting zaak In deze Arubaanse belastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, een te Aruba gevestigde N.V., heeft begin en eind 2012 een vordering op haar aandeelhouder. Belanghebbende heeft ter zake van deze vordering voor het jaar 2012 rente-inkomsten aangegeven welke een rente impliceert van 4,45% over de gemiddelde vordering. Bij het vaststellen van de aanslag winstbelasting 2012 heeft de Inspecteur tot de winst gerekend een rente van 7% ...