Geen recht op teruggaaf van invoerrechten nu de goederen zijn geleverd aan een vennootschap waarvoor geen vrijstelling geldt, ook al is aannemelijk dat de goederen uiteindelijk terecht zijn gekomen bij de partij van bestemming waarvoor de vrijstelling wel zou gelden. Gerecht oordeelt dat geen sprake is van een dwaling of verschoonbaar verzuim in de zin van artikel 128 LIUD

Samenvatting zaak Belanghebbende heeft vijftien stuks beveiligingscamera's en toebehoren ingevoerd en heeft hiervan op genoemde data aangifte ten invoer gedaan. De verschuldigde invoerrechten zijn betaald en daarna zijn de goederen vrijgegeven. Op de bij de aangifte ten invoer gevoegde “bill of lading” is vermeld dat de ingevoerde goederen bestemd waren voor [ Z ] gevestigd te [ straat ]. Na afwikkeling van de invoerformaliteiten en na betaling van de invoerrechten ...