Belanghebbende niet geslaagd in de bewijslast dat hij zijn geldvordering op een holding reeds tegen uitreiking van aandelen heeft ingebracht in een buitenlandse Ltd. Hof oordeelt dat belanghebbende een geldvordering had op de holding ter zake waarvan belanghebbende een rentebate heeft genoten

Samenvatting zaak Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van “Y Holding BV” (hierna: Y). Y is gevestigd in Curaçao. Y heeft eind 2007 haar aandelen in “X Beheer BV” en een vordering op deze vennootschap, overgedragen aan “X JR Holding BV” (Holding JR), een vennootschap in handen van belanghebbendes zoon. De koopsom is schuldig gebleven en omgezet in een schuldvordering, waarbij een rente van 6 percent is overeengekomen. Deze vordering ...

Ter zitting van het Hof spreken partijen af dat niet een rente van 8%, maar van 7% in aanmerking moet worden genomen op de vordering van belanghebbende op gelieerde partijen. Aftrekbaarheid niet-bedongen managementvergoeding door moedermaatschappij niet aangetoond

Samenvatting zaak In deze Arubaanse winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is gevestigd te Aruba. De activiteiten bestaan uit het verhuren van kantoorapparatuur. De moedermaatschappij van belanghebbende is gevestigd te Curaçao.  Belanghebbende heeft vorderingen op gelieerde vennootschappen terzake waarvan belanghebbende geen rente in rekening heeft gebracht en terzake waarvan bij de berekening van de winst geen rentebaten in aanmerking zijn genomen. Bij het vaststellen van de aanslagen winstbelasting ...

Inspecteur imputeert terecht 8% rente over renteloze vorderingen op gelieerde partijen. En: Gerecht onderschrijft weliswaar aftrek van fictieve vergoeding voor door buitenlandse moedermaatschappij verleende diensten maar de aftrekbeperking van artikel 6 LWB is van toepassing

Samenvatting zaak Belanghebbende is gevestigd te Aruba. De activiteiten bestaan uit het verhuren van kantoorapparatuur. De moedermaatschappij van belanghebbende, “Z” BV, is gevestigd te Curaçao. Belanghebbende heeft vorderingen op gelieerde vennootschappen ter zake waarvan geen rente in rekening wordt gebracht en ter zake waarvan bij de berekening van de fiscale winst ook geen rentebaten in aanmerking worden genomen. Bij het vaststellen van de aanslagen winstbelasting rekent de Inspecteur een op ...

Het ligt niet op de weg van de belastingrechter om de navorderingsmogelijkheden te verruimen, Gerecht oordeelt dat de Inspecteur niet bevoegd was een navorderingsaanslag op te leggen. De verkapte dividenduitkering is genoten van een vennootschap die niet als buitenlandse belastingplichtige moet worden aangemerkt: penshonadoregeling kan geen toepassing vinden, dividenduitkering belast naar het bijzondere tarief van 19,5 percent

Samenvatting zaak Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van “Z Holding” BV (hierna: Z). Z is gevestigd in Curaçao. Z heeft begin 2008 een rekening-courantvordering op belanghebbende. Ter zake daarvan is geen rente in rekening gebracht. Op 5 februari 2008 is deze vordering uitgekeerd aan belanghebbende. De Inspecteur legt een primitieve aanslag 2008 op onder toepassing van een tarief van 5 percent. De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat ...