Eindbeslissing dat belanghebbende fiscaal niet-transparant is en binnenlands belastingplichtig is voor de winstbelasting. Gerecht handhaaft de naheffingsaanslagen onder toepassing van omkering van de bewijslast, terwijl de wet die mogelijkheid niet meer kent voor de beroepsfase (maar wel nog voor de bezwaarfase)

Samenvatting zaak Bij tussenuitspraak in deze Sint Maartense winstbelastingzaak, ECLI:NL:OGEAM:2018:13, had het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht) geoordeeld dat - kort samengevat - het jacht geëxploiteerd wordt door belanghebbende en dat belanghebbende binnenlands belastingplichtig is voor de winstbelasting. Over deze tussenuitspraak rapporteerden wij met een artikel in het CFN van 13 april 2018. De in de tussenuitspraak gegeven oordelen kunnen als eindbeslissingen worden opgevat, aldus ...

De Inspecteur behoefde in redelijkheid niet aan de juistheid van de aangiften inkomstenbelasting te twijfelen en was bij de vaststelling van de primitieve aanslagen daarom niet gehouden om nader onderzoek te doen. Geen sprake van een aan navordering in de weg staand ambtelijk verzuim. Wel sprake van een fout met betrekking tot een commissarisbeloning welke fout voor rekening komt van de inspecteur, navordering is dan niet mogelijk

Samenvatting zaak Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van een NV (hierna: de NV). In de onderhavige jaren 2006, 2007 en 2009 heeft hij in zijn aangiften inkomstenbelasting aangegeven dat zijn loon uit de NV nihil bedraagt en dat hij een AOV-uitkering geniet. Verder heeft hij jaarlijks een bijtelling voor het privégebruik van de auto in aanmerking genomen. De (primitieve) aanslagen inkomstenbelasting 2006, 2007 en 2009 zijn opgelegd conform de ...