Portokosten komen ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht niet voor vergoeding in aanmerking

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is een voorlopige aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) opgelegd. Belanghebbende heeft daartegen eerst bezwaar gemaakt en vervolgens tegen de uitspraak op het bezwaar beroep ingesteld bij het Gerecht. Partijen zijn uitgenodigd voor de zitting. Daarna is de Inspecteur aan het bezwaar tegemoetgekomen, waarna belanghebbende het beroep heeft ingetrokken. Tegelijk met de intrekking van het beroep heeft belanghebbende ...

Belanghebbende stelt pas bij ontvangst van een dwangschrift op de hoogte te zijn gekomen van de naheffingsaanslag. Inspecteur levert geen bewijs dat de aanslag tijdig en rechtsgeldig aan belanghebbende is verstuurd: bezwaartermijn later aangevangen. Te weinig bekend over de inhoud van de zaak: terugwijzing naar de Inspecteur met opdracht binnen zes maanden te beschikken

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). Aan belanghebbende is met dagtekening 26 juni 2019 een naheffingsaanslag winstbelasting voor het jaar 2017 opgelegd. Daarbij is een verzuimboete opgelegd wegens het niet of niet tijdig doen van aangifte. Belanghebbende heeft op 5 juni 2020 tegen de naheffingsaanslag en de verzuimboete bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft het bezwaar vanwege termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard ...

Gerecht past voortaan een hogere wegingsfactor van 0,5 toe bij vaststellen proceskostenvergoeding ingeval van beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). Aan belanghebbende zijn aanslagen inkomstenbelasting en premie AVBZ voor het jaar 2017 opgelegd. Belanghebbende heeft op 4 april 2019 tegen bovengenoemde aanslagen bezwaar gemaakt en is op 4 januari 2021 in beroep gekomen tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. Daarvoor is een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50. Partijen ...

B.V. die aandelen in dochtermaatschappij houdt kwalificeert als vrijgestelde vennootschap: in de inkomstenbelasting dient niet het daadwerkelijk genoten bedrag in aanmerking te worden genomen maar het fictief rendement. Aangifte gedaan zonder winst uit aanmerkelijk belang aan te geven: grove onachtzaamheid en daarom grove schuld, vergrijpboetes

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende bezit 50% van de aandelen in een besloten vennootschap (B.V.). B.V. is in januari 2006 opgericht en bezit 100% van de aandelen in een naamloze vennootschap (N.V.), een vennootschap waarin feitelijke activiteiten worden verricht. In februari 2006 heeft B.V. bij brief de status van vrijgestelde vennootschap aangevraagd. Belanghebbende heeft aangifte inkomstenbelasting over 2009 ...

Belanghebbende maakt de juistheid van de afwaardering van debiteuren aan de hand van waardering per afzonderlijke vordering met overzichten aannemelijk. Onbehoorlijk handelen van de Inspecteur, omdat niet volledige helderheid werd verschaft over aanslagen die opgelegd werden in afwijking van de aangifte

Samenvatting zaak Belanghebbende drijft een onderneming in de zogenaamde freezone en heeft als gevolg van haar activiteiten een groot aantal debiteuren waarvan zij aanzienlijke bedragen te vorderen heeft. Zij voert op haar balans jaarlijks een voorziening dubieuze debiteuren op. De toevoegingen aan de voorziening worden elk jaar als verliespost in de resultatenrekening verantwoord. Naar aanleiding van een stoelcontrole heeft de Inspecteur naheffingsaanslagen winstbelasting opgelegd over de jaren 2008 tot en ...

Ter zitting aangeboden controlerapport niet toegestaan omdat de Inspecteur het reeds veel eerder in de procedure had kunnen overleggen. De winstcorrecties komen te vervallen, ook geen aanleiding meer tot oplegging van de hoge boete maar slechts tot minimale boete

Samenvatting zaak Belanghebbende exploiteert een restaurant. De Inspecteur heeft in 2011 een boekenonderzoek ingesteld bij belanghebbende naar de aanvaardbaarheid van de aangiften winstbelasting 2006 en 2007 en aangiften belasting op bedrijfsomzetten 2007 tot en met 2009. Daarvan is een controlerapport opgesteld (hierna: het controlerapport). Het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) heeft ten aanzien van belanghebbende in zijn uitspraak van 10 augustus 2015, ECLI:NL:OGEAA:2015:607 [tegen welke uitspraak hoger ...