Hoge Raad gaat ervan uit dat de indiener van het beroepschrift niet bevoegd was om namens X beroep in cassatie in te stellen omdat de indiener de gevraagde machtiging of verklaring niet heeft overgelegd: cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard

Samenvatting zaak De Hoge Raad heeft vandaag, 15 maart 2024, het ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van 10 juli 2023 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (ECLI:NL:OGHACMB:2023:129) niet-ontvankelijk verklaard (ECLI:NL:HR:2024:421). Het beroep in cassatie is volgens het beroepschrift ingesteld namens ‘X’. De indiener van het beroepschrift heeft bij het instellen van beroep in cassatie een machtiging overgelegd ...

Aannemelijk geworden dat belanghebbende reeds ten tijde van het doen van de aangifte IB 2006 niet voornemens was om de pensioenregeling regulier uit te voeren: Hof oordeelt dat belanghebbende te kwader trouw is, zodat door de Inspecteur tot en met 31 december 2016 kan worden nagevorderd. Dat de aangifte is verzorgd door een belastingadvieskantoor leidt er in casu niet toe dat geen kwade trouw kan worden verweten

Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende en zijn echtgenote waren tot november 2006 als bestuurder in dienstbetrekking bij een N.V. te Aruba en hebben gedurende hun dienstbetrekking pensioenrechten opgebouwd bij de N.V. Op 3 oktober 2006 is het pensioenkapitaal van Afl. 1.200.000 door de N.V. overgedragen aan een door belanghebbende opgerichte stichting (hierna: de Stichting) waarvan belanghebbende enig bestuurder is. De N.V. had ...

Arrest Hoge Raad in Nederlandse belastingzaak over de vragen of belanghebbende (ingeschreven in Curaçao) na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn mag worden uitgenodigd tot het doen van aangiften IB/PVV en of het niet-retourneren van de aangiftebiljetten ook leidt tot kwade trouw indien die gedraging na afloop van de aanslagtermijn heeft plaatsgevonden

Samenvatting zaak Op vrijdag 9 juni jl. heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een Nederlandse belastingzaak over, onder meer, de vragen (i) of belanghebbende (ingeschreven in de Nederlandse Antillen/Curaçao) na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn mag worden uitgenodigd tot het doen van (Nederlandse) aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV), en (ii) of het niet-retourneren van de aangiftebiljetten ook leidt tot kwade trouw indien die gedraging na afloop van de aanslagtermijn ...

Correctie rentebate voor renteloze lening aan digra en het daarbij gehanteerde rentepercentage blijven in stand: niet gebleken dat de vordering na digra’s overlijden als dividend aan de erfgenamen is uitgekeerd. Toepassing verlengde naheffingstermijn wegens kwade trouw. Geen ‘dubbele boetes’, wel matiging omdat de aangifteverplichting nauw samenhangt met de betalingsverplichting

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een vennootschap waarvan de bedrijfsactiviteiten medio 2008 zijn gestaakt. Tussen belanghebbende en de Inspecteur vinden al geruime tijd onderhandelingen plaats over diverse fiscale geschilpunten in meerdere jaren en over meerdere belastingmiddelen. De fiscale geschillen zijn opgelost tot en met het jaar 2008. Voor de jaren 2009 tot en met 2015 heeft de Inspecteur naheffingsaanslagen winstbelasting met ...

Conclusie A-G Niessen inzake geschil (i) over de vraag of na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn belanghebbende (ingeschreven in Curaçao) mag worden uitgenodigd tot het doen van (Nederlandse) aangiften IB/PVV en (ii) over de toepassing van de verlengde navorderingstermijn in relatie met de vrijheid van kapitaalverkeer en het LGO-Besluit

Samenvatting zaak A-G Niessen heeft conclusie genomen inzake een Nederlands belastinggeschil (i) over de vraag of na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn belanghebbende (ingeschreven in de Nederlandse Antillen/Curaçao) mag worden uitgenodigd tot het doen van (Nederlandse) aangiften IB/PVV, en zo ja, (ii) over de toepassing van de verlengde navorderingstermijn in relatie met de vrijheid van kapitaalverkeer en het Besluit LGO. In deze Nederlandse zaak is het volgende aan de ...

Pensioenkapitaal bij einde dienstbetrekking overgedragen aan een stichting waarvan belanghebbende enig bestuurder is. Belanghebbende maakt niet aannemelijk dat de pensioenovereenkomst op normale wijze is uitgevoerd en dat hij niet van meet af aan over de pensioengelden heeft beschikt: belaste afkoop. Ook ‘te kwader trouw’ geweest bij doen van aangifte: navordering nog mogelijk onder verlengde termijn

Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende was tot november 2006 in dienstbetrekking bij ‘Q’ te Aruba en heeft gedurende zijn dienstbetrekking pensioenrechten opgebouwd. Bij het einde van zijn dienstbetrekking in november 2006 is een pensioenkapitaal van Afl. 1.200.000 overgedragen van Q aan een stichting. Belanghebbende is de enige bestuurder van de stichting. Na het einde van zijn dienstbetrekking is belanghebbende geëmigreerd. Belanghebbende heeft ...

Hof Den Bosch van oordeel dat belanghebbende – in de onderhavige jaren ingeschreven in de Nederlandse Antillen – een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland had

Samenvatting zaak In deze Nederlandse fiscale zaak met raakvlakken met de Caribische belastingpraktijk is (onder meer) het volgende aan de orde. De zaak betreft (Nederlandse) (navorderings)aanslagen IB/PVV over de jaren 2002 tot en met 2013. Tussen belanghebbende en de inspecteur is onder meer in geschil of belanghebbende – in de onderhavige jaren ingeschreven in de (voormalig) Nederlandse Antillen – al dan niet in Nederland (binnenlands) belastingplichtig is. Ook gaat het ...

Belanghebbende heeft gelden geleend van een met haar verbonden naar Antilliaans recht opgericht lichaam. De Inspecteur heeft navorderingsaanslagen opgelegd (correctie rentelasten). Hof is van oordeel dat geen sprake is van een ambtelijk verzuim dat aan navordering in de weg staat. De verlengde navorderingstermijn is in dit geval evenwel niet van toepassing (Nederlandse belastingzaak)

Samenvatting zaak In deze Nederlandse belastingzaak is, kort samengevat, het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft gelden geleend van een met haar verbonden, naar Antilliaans recht opgericht lichaam. Zij heeft deze lening aangewend voor de verwerving van aandelen in een B.V. waarin een pompstation wordt geëxploiteerd. Belanghebbende heeft de door haar ter zake van de lening verschuldigde kosten en rente in aftrek gebracht op haar belastbare winst in de onderhavige jaren ...

Hoge Raad doet cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 RO. Betreft zaak waarin Hof Den Bosch besliste dat, nu achteraf bleek dat de SPF ten tijde van de inbreng in Nederland was gevestigd, de Inspecteur daarmee over een nieuw feit beschikte dat navordering rechtvaardigt (Nederlandse belastingzaak)

Samenvatting zaak Op 15 mei jl. heeft de Hoge Raad het door de belanghebbende ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 6 september 2018 (zaaknummer 17/00690; ECLI:NL:GHSHE:2018:3702) afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (R.O.). Dit betrof de zaak waarin Hof Den Bosch (hierna: het Hof) – kort samengevat – besliste dat, nu achteraf bleek dat de SPF ten ...

Stelling dat belanghebbende bij of voorafgaand aan de indiensttreding op de hoogte had moeten worden gesteld van de expatregeling door Gerecht niet gevolgd. Betreft beroep tegen afwijzing verzoek om schadevergoeding ter zake van niet genoten voordelen

Samenvatting zaak Het betreft in casu een al wat oudere zaak waarin in juni 2017 uitspraak is gedaan maar die pas op 30 januari 2020 op rechtspraak.nl is gepubliceerd. De ‘ouderdom’ van de zaak neemt de relevantie van de zaak verder ook niet weg, reden waarom wij over deze uitspraak rapporteren. Korte samenvatting In deze Sint Maartense bestuursrechtelijke zaak met raakvlakken met de belastingpraktijk is, heel kort samengevat, het volgende ...

Met de enkele stelling dat er sprake is van een externe acquisitie maakt belanghebbende niet aannemelijk dat aan de rentedragende schuld aan de Antilliaanse vennootschap en de daarmee verband houdende rechtshandeling in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen. Rechtbank komt niet toe aan beoordeling of stichting al dan niet transparant is (Nederlandse zaak)

Samenvatting zaak In deze Nederlandse belastingzaak is, kort samengevat, het volgende aan de orde. “X” is enig aandeelhouder van “BV1”. Deze vennootschap dreef 16 pompstations die eind jaren negentig zijn verkocht. BV1 hield in de onderhavige jaren alle aandelen in “BV2” welke vennootschap in 2005 naar het toenmalige Nederlands-Antilliaans recht werd opgericht. BV1 hield tot april 2002 tevens alle aandelen in eiseres en “BV3”. In april 2002 heeft BV1 de ...

Standpunt Nederlandse inspecteur dat belanghebbende – voorheen ingeschreven in Curaçao – in Nederland binnenlands belastingplichtige is, naar oordeel Rechtbank niet onredelijk

Samenvatting zaak In deze Nederlandse fiscale zaak met raakvlakken met de Caribische belastingpraktijk is het volgende aan de orde. De zaak betreft (Nederlandse) belastingaanslagen IB/PVV over de jaren 2002 tot en met 2013. Kern van het geschil tussen belanghebbende en de inspecteur is of belanghebbende al dan niet (binnenlands) belastingplichtig is. Voorts gaat het om fictief loon genoten van op Curaçao gevestigde naamloze vennootschappen en om inkomsten genoten van een ...

Hof Den Bosch: Nu achteraf bleek dat de SPF ten tijde van de inbreng in Nederland was gevestigd beschikte de Inspecteur daarmee over een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt

Samenvatting zaak Het betreft hier een Nederlandse zaak met raakvlakken met de Caribische belastingpraktijk. Belanghebbende heeft op 5 augustus 2010 1900 van de 2002 door haar gehouden soortaandelen in een B.V. (hierna de B.V.) ingebracht in een op 2 augustus 2010 naar het recht van Curaçao opgericht lichaam (een stichting particulier fonds) dat voor Nederlandse fiscale doeleinden kwalificeert als een zogenoemd “Afgezonderd Particulier Vermogen” (hierna: het APV). De overige 102 ...

Onzorgvuldig handelen van de Inspecteur leidt niet tot vernietiging van de aanslagen. Inspecteur maakt hogere rente en dividenden niet aannemelijk. Financieringsrente aankoop effecten aftrekbaar. Beheerkosten effectenportefeuille aftrekbaar. Kosten van advies en van aan- en verkopen van effecten niet aftrekbaar. Kosten van overheidsobligaties zijn niet aftrekbaar nu de opbrengsten zijn vrijgesteld. Nieuw feit aanwezig dat navordering rechtvaardigt

Samenvatting zaak Naar aanleiding van door de Nederlandse belastingdienst verstrekte rente- en dividendgegevens heeft de Inspecteur der Belastingen van Curaçao aan belanghebbende, inwoner van Curaçao, navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en AVBZ en voor de jaren 2008 en 2009 vergrijpboetes opgelegd, waartegen bezwaar is aangetekend. Ook zijn navorderingsaanslagen over de jaren 2006 en 2010 opgelegd. Belanghebbende is tegen de aanslagen in bezwaar gekomen. In de uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de aanslagen ...

Inspecteur beschikte over nieuw feit dat navordering rechtvaardigt, nu achteraf bleek dat het APV (een SPF) ten tijde van inbreng niet op Curaçao maar in Nederland was gevestigd (Nederlandse zaak)

Samenvatting zaak In deze Nederlandse zaak met Curaçaos raakvlak is, summier samengevat, het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft een deel van de door haar gehouden soortaandelen in een B.V. ingebracht in een naar het recht van Curaçao opgericht lichaam (een "stichting particulier fonds", in casu voor Nederlandse fiscale doeleinden aangemerkt als een "afgezonderd particulier vermogen", afgekort “APV”). De overige soortaandelen in de B.V. zijn bij belanghebbende in privé achtergebleven ...

Het Gerecht oordeelt dat de Ministeriele beschikking fooien rechtsgeldig is en dus niet onverbindend, de casinocontroleurs niet in dienstbetrekking staan en dat bij de berekening van de nageheven loonbelasting geen brutering dient plaats te vinden

Samenvatting zaak Het Gerecht oordeelt dat: - de Ministeriele beschikking fooien rechtsgeldig is en dus niet onverbindend; - de casinocontroleurs niet in dienstbetrekking bij belanghebbende staan; - bij de berekening van de nageheven loonbelasting geen brutering dient plaats te vinden; en - de vergrijpboeten terecht zijn omgelegd, maar het door de Inspecteur opgelegde bedrag aan vergrijpboeten absoluut gezien te hoog is. De boeten dienen daarom gematigd te worden met 30 ...