Eindbeschikking Hof inzake de vraag of een medewerker met publiekrechtelijke aanstelling bij de universiteit op grond van de CAO ook recht heeft op cessantia-uitkering

Samenvatting zaak In deze Curaçaose civielrechtelijke zaak met raakvlakken met de Caribische belastingpraktijk heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: het Hof) reeds op 4 december 2018 een tussenbeschikking gegeven (ECLI:NL:OGHACMB:2018:222). Wij rapporteerden daarover met een artikel in het CFN van 8 maart 2019. Op 25 juni 2019 heeft het Hof een eindbeschikking gegeven in deze zaak (ECLI:NL:OGHACMB:2019:108). Korte samenvatting van de feiten en de litigieuze kwestie Bij besluit van het ...

Belanghebbende slaagt niet in bewijslast dat er meer loonkosten waren dan vermeld op de verzamelloonstaat. Uitgekeerde bonus zou op de verzamelloonstaat moeten zijn vermeld en er zou ter zake daarvan loonbelasting ingehouden moeten zijn

Samenvatting zaak In deze Curaçaose winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Een natuurlijke persoon (hierna: “X”) is enig aandeelhouder in belanghebbende, gevestigd te Curaçao, en bij belanghebbende in dienstbetrekking werkzaam als advocaat. Belanghebbende heeft in de aangifte winstbelasting loonkosten ten laste van de winst gebracht. De Inspecteur heeft slechts het op de verzamelloonstaat vermelde bedrag als loonkosten in aanmerking genomen. Ter zake van de correctie heeft de Inspecteur een ...

Vraag of medewerker met publiekrechtelijke aanstelling bij de universiteit op grond van de CAO ook recht heeft op cessantia-uitkering. Niet bestuursrechter maar civiele rechter als restrechter bevoegd

Samenvatting zaak In deze Curaçaose civielrechtelijke zaak met raakvlakken met de Caribische belastingpraktijk is het volgende aan de orde. LET OP: dit betreft een tussenbeschikking. Voor de eindbeschikking van het Gemeenschappelijk Hof, zie: ECLI:NL:OGHACMB:2019:108. Bij besluit van het college van curatoren van (de rechtsvoorganger van) UoC is belanghebbende, appellant in deze zaak, in tijdelijke dienst van een jaar benoemd met ingang van 1 augustus 1984. Dit benoemingsbesluit luidt, voor zover ...

Geen sprake van een objectieve voordeelsverwachting, de nevenwerkzaamheden vormen derhalve geen bron van inkomen: premie-inkomen niet verminderd met het negatieve resultaat uit de nevenwerkzaamheden. Belanghebbende maakt niet aannemelijk dat zuivere studiekosten voor haar rekening zijn gekomen

Samenvatting zaak Belanghebbende is als docent in dienstbetrekking werkzaam. Daarnaast verricht zij onder de naam “Z” nevenwerkzaamheden, bestaande uit onder meer het begeleiden van studenten (hierna: de nevenwerkzaamheden). De zoon van belanghebbende is geboren in 1994 en volgt vanaf augustus 2013 een opleiding aan de Hanzehogeschool in Groningen. De zoon geniet in Nederland een basisbeurs en aanvullende beurs hbo/wo. Aan belanghebbende is een aanslag premies AOV/AWW over het jaar 2013 ...