Hof oordeelt dat de aan een ‘offshore-vennootschap’ opgelegde aanslagen winstbelasting over 2006 en 2007 te laat zijn vastgesteld en derhalve door het Gerecht terecht zijn vernietigd. Gerecht heeft ook terecht een vergoeding wegens geleden immateriële schade toegekend

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een maatschappij waarop het tot 1 januari 2000 geldende zogenoemde ‘off-shore’ regime van toepassing was, en waarop op grond van artikel VI, lid 10 van de Overgangsregeling 2001 (P.B. 1999, no. 244), voor de in geschil zijnde jaren de bepalingen van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 zoals deze luidde op 31 december 1999 (hierna: LWB ...

Naar het oordeel van het Gerecht vormt de door de Inspecteur gestelde omstandigheid dat offshore vennootschappen “met fluwelen handschoenen worden behandeld” geen reden om de (in jurisprudentie vastgestelde) aanslagtermijn van 10 jaar te verlengen, ook niet als sprake is van slecht aangiftegedrag

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende was vóór 1 januari 2002 onderworpen aan het zogenoemde ‘offshore-regime’. Ingevolge artikel VI, lid 10 van de Overgangsregeling 2001 (P.B. 1999, no. 244) is de Landsverordening op de Winstbelasting 1940, zoals deze luidde op 31 december 1999 (hierna: LWB oud) van toepassing gebleven op lichamen die vóór 1 januari 2002 waren onderworpen aan ...

Beroep tegen niet-tijdig beslissen niet-ontvankelijk vanwege termijnoverschrijding: geen proceskostenveroordeling. Volledig tegemoetgekomen aan bezwaren: beroep niet geacht mede betrekking te hebben op de reële uitspraak. Ondanks verlenging redelijke termijn met vier maanden vanwege brand belastingkantoor, toch termijnoverschrijding van zes maanden: immateriële schadevergoeding toegekend

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een te Curaçao gevestigd lichaam dat vóór 1 januari 2002 onderworpen was aan het zogenoemde ‘offshore-regime’ en ten aanzien waarvan ingevolge artikel VI, lid 10 van de Overgangsregeling 2001 (P.B. 1999, no. 244) de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 zoals deze luidde op 31 december 1999 (hierna: “LWB (oud)”) van toepassing is gebleven. Aan belanghebbende is ...

Offshore vennootschap waarop de bepalingen van de ‘LWB oud’ nog van toepassing zijn, stelt bijna 15 maanden nadat de beslistermijn voor de Inspecteur was verstreken beroep in tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar: Gerecht verklaart beroep niet-ontvankelijk, onredelijk laat ingediend

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een te Curaçao gevestigd lichaam dat vóór 1 januari 2002 onderworpen was aan het zogenoemde ‘offshore-regime’ en ten aanzien waarvan ingevolge artikel VI, lid 10 van de Overgangsregeling 2001 (P.B. 1999, no. 244) de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 zoals deze luidde op 31 december 1999 (hierna: “LWB (oud)”) van toepassing is gebleven. Aan belanghebbende zijn ...

Afwijzing verzoek om bezwaarkostenvergoeding voor belanghebbende die vóór 1 januari 2002 onderworpen was aan het ‘offshore-regime’: in de ‘oude’ LWB – die van toepassing is gebleven op belanghebbende – is geen bepaling opgenomen op grond waarvan belanghebbende recht kan doen gelden op een vergoeding van de kosten van de bezwaarfase

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn naheffingsaanslagen winstbelasting voor de jaren 2006, 2007 en 2008 opgelegd. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt en heeft later beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. Partijen zijn uitgenodigd voor de zitting bij het Gerecht. De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de aanslagen vernietigd. Belanghebbende heeft het beroep ingetrokken omdat de ...

Hof oordeelt dat aannemelijk was dat er een concreet heffingsbelang was voor de Nederlandse fiscus voor een verzoek om inlichtingen aan Curaçao. Aan alle voorwaarden voor inlichtingensuitwisseling voldaan, de Curaçaose Minister heeft niet onrechtmatig gehandeld. De omstandigheid dat voor offshore-vennootschappen afwijkende regelingen gelden verhindert niet dat zij ook onder de bepalingen voor inlichtingenverstrekking in het kader van internationale bijstandverlening vallen

Samenvatting zaak Namens de Staatssecretaris van Financiën van Nederland is aan het Ministerie van Financiën - Directie Fiscale Zaken van Curaçao (de Minister) een verzoek gedaan om inlichtingen, onder verwijzing naar artikel 37 van de Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK). Op verzoek van de Inspecteur der Belastingen, is door de Stichting Belastingaccountantsbureau (SBAB) een deelonderzoek bij belanghebbende ingesteld dat, kort samengevat, de volgende onderdelen betrof: vastleggen van de bedrijfsactiviteiten, aandeelhoudersregister, ...