Hoewel belanghebbende bij de betaling van de op aangifte verschuldigde BBO/BAZV een verkeerd tijdvak heeft vermeld, staat vast dat de belasting over het tijdvak van aangifte tijdig en tot het juiste bedrag is betaald: Gerecht vernietigt de opgelegde naheffingsaanslagen

Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft op 15 augustus 2018 het aangiftebiljet BBO en BAZV over het tijdvak juli 2018 ingediend en heeft op 14 augustus 2018 via onlinebanking het totaalbedrag van de op de aangifte verschuldigde bedragen aan BBO en BAZV betaald. Als omschrijving bij de betalingsoverdracht heeft belanghebbende evenwel het tijdvak ‘juni 2018’ en het tijdvak ‘mei 2018’ vermeld in ...

Belanghebbende heeft vier dagen vóór afloop van de indieningstermijn om uitstel voor de indiening van de aangifte gevraagd en het uitstel is met terugwerkende kracht verleend. De aangifte winstbelasting is vervolgens tijdig ingediend, er was geen belasting verschuldigd. Bezwaarkostenvergoeding nu de Inspecteur tegen beter weten in een belastingaanslag en boete heeft opgelegd, zodat sprake is van een aan de Inspecteur te wijten ernstige onzorgvuldigheid. Ook proceskostenvergoeding en vergoeding griffierecht, geen integrale kostenvergoeding

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft een gebroken boekjaar dat loopt van 1 mei tot en met 30 april. Ingevolge artikel 15, vierde lid, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) was belanghebbende gehouden om uiterlijk op de laatste dag van de zesde maand na afloop van het (gebroken) boekjaar, dat is uiterlijk 1 november 2018 over het boekjaar 2017/2018 aangifte winstbelasting te ...

Hof verklaart zich onbevoegd om over het schadevergoedingsverzoek te oordelen. Regelgeving Aruba voorziet niet in de mogelijkheid tot het toekennen van een schadevergoeding door de belastingrechter, verzoek dient bij de burgerlijke rechter te worden ingediend

Samenvatting zaak Op 22 april 2021 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AUA2019H00112 (ECLI:NL:OGHACMB:2021:107) op het door belanghebbende ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (het Gerecht) van 5 april 2019 in de zaak BBZ nr. AUA201803150 (ECLI:NL:OGEAA:2019:225). In deze Arubaanse ...