Einduitspraak in grondbelastingzaak: met implementatie van de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad verklaart het Gerecht het beroep van belanghebbende ongegrond. Gerecht geeft context aan waartegen die implementatie plaatsvindt en de beperkte bewegingsvrijheid die het Gerecht daarbij heeft

Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Op basis van de Landsverordening grondbelasting (hierna: LGB) wordt in Aruba jaarlijks een belasting op onroerende zaken geheven en de zakelijke genotsrechten waaraan deze zijn onderworpen. Uitgangspunt daarbij is dat de waarde van onroerende zaken wordt vastgesteld voor een periode van vijf jaar. Voor wat betreft de onderhavige zaak geldt het tijdvak 2017-2021. Per ...

Conclusie Advocaat-Generaal naar aanleiding van het verzoek van het Gerecht in eerste aanleg om een prejudiciële beslissing over de fiscale gevolgen van de wijziging van de Arubaanse Landsverordening Grondbelasting per 1 januari 2019

Samenvatting zaak Op 29 november 2022 heeft Advocaat-Generaal (A-G) R.L.H. IJzerman conclusie genomen naar aanleiding van naar aanleiding van het verzoek om een prejudiciële beslissing van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) van 4 februari 2022 (zaaknummer AUA202002936; ECLI:NL:OGEAA:2022:15). Deze voor de praktijk belangwekkende Arubaanse grondbelastingzaak betreft vragen over de fiscale gevolgen van de wijziging van de Arubaanse Landsverordening Grondbelasting per 1 januari 2019. Bij het ...

Conclusie Advocaat-Generaal in zaak over de vraag of – gelet op de vijfjarige heffingssystematiek van de Arubaanse grondbelasting – na een tussentijdse tariefsverhoging binnen dat tijdvak, kan worden nagevorderd met ingang van het jaar van tariefverhoging

Samenvatting zaak Op 29 november 2022 heeft Advocaat-Generaal (A-G) R.L.H. IJzerman conclusie genomen naar aanleiding van het beroep in cassatie van de minister van Financiën en Cultuur van Aruba (hierna: de Minister) tegen de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Gemeenschappelijk Hof) van 30 juli 2021 (zaaknummers AUA2020H00035 tot en met AUA2020H00037; ECLI:NL:OGHACMB:2021:223) op het ...

Gerecht stelt prejudiciële vragen in grondbelastingzaak waarin belanghebbende zich op het standpunt stelt dat de aanslag niet naar het met ingang van 2019 geldende hogere tarief kan worden opgelegd

Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). Bij Landsverordening van 21 december 2018 (AB 2018 no. 81) is onder meer de Landsverordening grondbelasting (LGB) gewijzigd. Deze wetswijziging in de grondbelasting per 1 januari 2019 brengt (onder meer) met zich mee dat met ingang van die datum, dat wil zeggen gedurende het vijfjarige tijdvak (2017-2022), het belastingtarief van de grondbelasting voor ...

Cassatieberoep ingesteld in zaak over de aanslag grondbelasting 2019 met het verhoogde tarief. Ook prejudiciële vragen aan Hoge Raad in een zaak in eerste aanleg over verhoging tarief grondbelasting in vijfjarig tijdvak 2017-2021

Naar aanleiding van een artikel in de Amigoe van Aruba van 4 oktober 2021, attenderen wij u er hierbij kort op dat, volgens dat artikel, door de belastingdienst van Aruba beroep in cassatie is ingesteld bij de Hoge Raad tegen – naar wij begrijpen – de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: het Hof) van 30 juli 2021 (zaaknummers AUA2020H00035 tot en met AUA2020H00037; ECLI:NL:OGHACMB:2021:223). Het geschil in ...

Hoger beroep. Belanghebbende terecht niet-ontvankelijk in bezwaar tegen de aanslag grondbelasting 2018: vermindering van die aanslag terecht overgelaten aan de Inspecteur. Door (ook) op te komen tegen het belastingtarief (0,6%) is voor het jaar 2019 zowel bezwaar als beroep mogelijk: Gerecht had de aanslag moeten verminderen. Tweede (primitieve) aanslag/geconverteerde navorderingsaanslag grondbelasting 2019 vernietigd, geen grond voor navordering. Waarde onroerende zaak in goede justitie vastgesteld

Samenvatting zaak In deze Arubaanse grondbelastingzaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn ter zake van de onroerende zaak, een hotelresort (hierna: de onroerende zaak), aanslagen grondbelasting voor de jaren 2017 tot en met 2019 opgelegd. In de jaarrekening van 2016 heeft belanghebbende de onroerende zaak per 1 januari 2016 op de balans geactiveerd voor USD 218.406.170 (Afl. 390.947.044). In een taxatierapport is aan de opstal van de ...

Inspecteur beschikte voor het jongste jaar niet over een voor navordering vereist nieuw feit. Ten tijde van het opleggen van de primitieve aanslagen was hij bekend met gegevens uit het proces-verbaal van de politie. Gerecht gaat in goede justitie over tot een schatting van het belastbaar inkomen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende drijft een kapsalon in de vorm van een eenmanszaak en heeft voor de jaren 2013 tot en met 2015 in de aangiften inkomstenbelasting een opbrengst van onderneming aangegeven. De Inspecteur heeft de aanslagen vastgesteld overeenkomstig de aangiften. Deze primitieve aanslagen zijn gedagtekend op 15 april 2016 (2013), 18 en 24 maart 2016 (2014) en 19 mei 2017 ...

Inspecteur is pas na opleggen primitieve aanslagen en eerste navorderingsaanslagen ermee bekend geworden dat de hypotheekrente geen betrekking had op de als hoofdverblijf dienende woning: nieuw feit. Wel ambtelijk verzuim voor het bovenmatige in aftrek genomen bedrag

Samenvatting zaak In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn over de jaren 2006 tot en met 2010 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de premie AVBZ opgelegd. Gelijktijdig zijn vergrijpboetes van 25% opgelegd. In de navorderingsaanslagen zijn onder andere correcties begrepen van de door belanghebbende in haar aangiften als aftrekpost in aanmerking genomen kosten in verband met de eigen woning. De woning van belanghebbende (hierna: ...

Voor Hof niet aannemelijk geworden dat de verhuuractiviteiten meer omvatten dan bij normaal vermogensbeheer gebruikelijk is: huuropbrengst uit de appartementen door de Inspecteur terecht als opbrengst uit onroerende goederen aangemerkt

Samenvatting zaak In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van appartementen. Eén van deze appartementen wordt voor de lange termijn verhuurd. Twee appartementen worden voor de korte termijn verhuurd aan toeristen. Belanghebbende werft die huurders via de site booking.com. Bij het vaststellen van de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting, premieheffing AOV en premieheffing AVBZ heeft de Inspecteur op grond van artikel 4, lid 3, IB de hiervoor ...

Gerecht oordeelt dat de bestreden aanslag grondbelasting 2019 als navorderingsaanslag heeft te gelden en naar het juiste belastingtarief is opgelegd. Weliswaar in wezen terugwerkende kracht van tariefsverhoging, maar geen inbreuk op het eigendomsrecht van artikel 1 Eerste Protocol EVRM. Waarde hotelresort door het Gerecht (wederom) in goede justitie vastgesteld

Samenvatting zaak In deze Arubaanse grondbelastingzaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn ter zake van de onroerende zaak te Palm Beach, een hotelresort (hierna: de onroerende zaak), aanslagen grondbelasting voor de jaren 2017 en 2018 opgelegd naar een belastbare waarde van Afl. 400.262.816, resulterend in een verschuldigd belastingbedrag van Afl.1.600.811 (tarief 0,4%). Het resort is gebouwd in 2012 en 2013 en is geopend op 22 november 2013 ...

Belanghebbende niet geslaagd in de bewijslast dat hij zijn geldvordering op een holding reeds tegen uitreiking van aandelen heeft ingebracht in een buitenlandse Ltd. Hof oordeelt dat belanghebbende een geldvordering had op de holding ter zake waarvan belanghebbende een rentebate heeft genoten

Samenvatting zaak Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van “Y Holding BV” (hierna: Y). Y is gevestigd in Curaçao. Y heeft eind 2007 haar aandelen in “X Beheer BV” en een vordering op deze vennootschap, overgedragen aan “X JR Holding BV” (Holding JR), een vennootschap in handen van belanghebbendes zoon. De koopsom is schuldig gebleven en omgezet in een schuldvordering, waarbij een rente van 6 percent is overeengekomen. Deze vordering ...

Naar Sint Maarten uitgezonden OvJ bleef in Nederland premieplichtig voor de volksverzekeringen, maar bij het vaststellen van de aanslag ib/pvv zijn de verschuldigde premies volksverzekeringen niet vermeld. Rechtbank van oordeel dat deze fout voor belanghebbende redelijkerwijs kenbaar was, waardoor kan worden nagevorderd

Samenvatting zaak In deze Nederlandse zaak op het gebied van de premieheffing volksverzekeringen met raakvlakken met de Caribische praktijk is het volgende aan de orde. Belanghebbende, eiseres in deze zaak, is werkzaam als officier van justitie (OvJ) voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid (“de Minister”) en is ingaande 1 oktober 2012 voor een periode van 3 jaar benoemd tot officier van justitie bij het Openbaar Ministerie van Sint Maarten ...

Studiekosten middelbare school dochter niet aftrekbaar. Standpunt van belanghebbende dat zij ter zake van verhuuractiviteiten als ondernemer moet worden aangemerkt te laat aangevoerd. Belanghebbende kan in beroepsprocedure inzake de navorderingsaanslagen nog opkomen tegen correcties die reeds in de primitieve aanslagen in aanmerking zijn genomen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak zijn inhoudelijk twee kwesties aan de orde. De dochter van belanghebbende heeft tot medio 2013 de middelbare school in Curaçao gevolgd. Bij het vaststellen van de primitieve aanslagen inkomstenbelasting 2010, 2011 en 2014 heeft de Inspecteur de aftrek van de studiekosten van de dochter (deels) geweigerd. Belanghebbende wenst de studiekosten voor haar dochter als buitengewone lasten in aftrek te brengen. Belanghebbende is eigenaar van ...

Het ligt niet op de weg van de belastingrechter om de navorderingsmogelijkheden te verruimen, Gerecht oordeelt dat de Inspecteur niet bevoegd was een navorderingsaanslag op te leggen. De verkapte dividenduitkering is genoten van een vennootschap die niet als buitenlandse belastingplichtige moet worden aangemerkt: penshonadoregeling kan geen toepassing vinden, dividenduitkering belast naar het bijzondere tarief van 19,5 percent

Samenvatting zaak Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van “Z Holding” BV (hierna: Z). Z is gevestigd in Curaçao. Z heeft begin 2008 een rekening-courantvordering op belanghebbende. Ter zake daarvan is geen rente in rekening gebracht. Op 5 februari 2008 is deze vordering uitgekeerd aan belanghebbende. De Inspecteur legt een primitieve aanslag 2008 op onder toepassing van een tarief van 5 percent. De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat ...

Beroepstermijn verlengd tot maandag nu de laatste dag van de termijn op zaterdag viel. Niet gebleken is dat belanghebbende in het compromis ondubbelzinnig afstand gedaan heeft van haar recht zich te beroepen op de wettelijke navorderingstermijn

Samenvatting zaak Beroep is tijdig, de laatste dag van de termijn was namelijk een zaterdag. Dan wordt termijn verlengd tot de maandag erna. Niet gebleken is dat belanghebbende in het compromis ondubbelzinnig afstand gedaan heeft van haar recht zich te beroepen op de wettelijke navorderingstermijn. De na het opleggen van de aanslag gedane aangifte kan niet worden aangemerkt als aangifte in de zin van de wet; nu niet rechtsgeldig aangifte ...

Na afloop van de aanslagtermijn opgelegde aanslagen geconverteerd in navorderingsaanslagen nu aan de daarvoor geldende voorwaarden is voldaan (met name die van het nieuwe feit). Schending hoorplicht blijft zonder consequenties omdat belanghebbende niet is benadeeld

Samenvatting zaak Aan belanghebbende zijn na afloop van de aanslagtermijn aanslagen opgelegd. Naar het oordeel van het Gerecht dienen de aanslagen te worden geconverteerd in navorderingsaanslagen nu aan de daarvoor geldende voorwaarden, met name die van het nieuwe feit, is voldaan. Belanghebbende is ten onrechte niet gehoord. Omdat belanghebbende hierdoor niet is benadeeld zal het Gerecht aan het niet-horen geen consequenties verbinden. (Inhoudsindicatie door: www.rechtspraak.nl). BRONDOCUMENT BRON: www.rechtspraak.nl LET OP: ...

Belanghebbende dient bezwaar te laat in. Belanghebbende heeft niet gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt dat hij zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk was, bezwaar heeft ingediend: termijnoverschrijding niet verschoonbaar

Samenvatting zaak Belanghebbende, woonachtig in Curaçao, heeft te laat een bezwaarschrift ingediend. Het Gerecht oordeelt dat de indiener niet in verzuim is indien hij, zonder daar zelf schuld aan te hebben, pas later heeft kennisgenomen van de aanslag en hij vervolgens zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is bezwaar heeft aangetekend. In beginsel kan in dit verband een termijn van een maand als ‘zo spoedig mogelijk’ worden aangemerkt. Belanghebbende heeft niet ...