Arrest Hoge Raad in Nederlandse belastingzaak over de vragen of belanghebbende (ingeschreven in Curaçao) na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn mag worden uitgenodigd tot het doen van aangiften IB/PVV en of het niet-retourneren van de aangiftebiljetten ook leidt tot kwade trouw indien die gedraging na afloop van de aanslagtermijn heeft plaatsgevonden

Samenvatting zaak Op vrijdag 9 juni jl. heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een Nederlandse belastingzaak over, onder meer, de vragen (i) of belanghebbende (ingeschreven in de Nederlandse Antillen/Curaçao) na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn mag worden uitgenodigd tot het doen van (Nederlandse) aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV), en (ii) of het niet-retourneren van de aangiftebiljetten ook leidt tot kwade trouw indien die gedraging na afloop van de aanslagtermijn ...

Verlenging aanslagtermijn OZB over 2015 niet mogelijk op grond van overgangsregeling bij invoering artikel 10a LvOZB. In casu ook geen navordering op grond van artikel 10 lid 2 of artikel 10a lid 5. Hof wel van oordeel dat in gevallen waarin niet aan de in de overgangsregeling opgenomen vormen van aangifteplicht is voldaan, kan worden nagevorderd op grond van artikel 13 ALL (doch in casu is geen sprake van een ‘nieuw feit’)

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft op 27 februari 2020 op grond van artikel 10a van de Landsverordening onroerendezaakbelasting (hierna: LvOZB) aangifte onroerendezaakbelasting (OZB) over het jaar 2015 gedaan. Op 11 augustus 2020 is ter zake van de onroerende zaak aan belanghebbende een aanslag OZB voor het jaar 2015 opgelegd. Belanghebbende bestrijdt de aanslag. Aan belanghebbende is niet eerder een aanslag OZB ...

Tijdig aangifte OZB over 2015 gedaan: navordering niet mogelijk omdat het niet voldoen aan de aangifteplicht een voorwaarde is voor het toepassen van de verlengde navorderingstermijn. Ook geen toepassing verlengde navorderingstermijn van de ALL: de bepalingen van de artikelen 10 en 10a LvOZB hebben te gelden als ‘lex specialis’ en dienen daarom met voorrang op de algemene regeling te worden toegepast

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende heeft op 27 februari 2020 op grond van artikel 10a van de Landsverordening onroerendezaakbelasting (hierna: LOZB) aangifte onroerendezaakbelasting (OZB) over het jaar 2015 gedaan. Op 11 augustus 2020 is ter zake van de onroerende zaak aan belanghebbende een aanslag OZB voor het jaar 2015 opgelegd. Aan belanghebbende is niet eerder een aanslag ...

Conclusie A-G Niessen inzake geschil (i) over de vraag of na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn belanghebbende (ingeschreven in Curaçao) mag worden uitgenodigd tot het doen van (Nederlandse) aangiften IB/PVV en (ii) over de toepassing van de verlengde navorderingstermijn in relatie met de vrijheid van kapitaalverkeer en het LGO-Besluit

Samenvatting zaak A-G Niessen heeft conclusie genomen inzake een Nederlands belastinggeschil (i) over de vraag of na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn belanghebbende (ingeschreven in de Nederlandse Antillen/Curaçao) mag worden uitgenodigd tot het doen van (Nederlandse) aangiften IB/PVV, en zo ja, (ii) over de toepassing van de verlengde navorderingstermijn in relatie met de vrijheid van kapitaalverkeer en het Besluit LGO. In deze Nederlandse zaak is het volgende aan de ...

Hof Den Bosch van oordeel dat belanghebbende – in de onderhavige jaren ingeschreven in de Nederlandse Antillen – een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland had

Samenvatting zaak In deze Nederlandse fiscale zaak met raakvlakken met de Caribische belastingpraktijk is (onder meer) het volgende aan de orde. De zaak betreft (Nederlandse) (navorderings)aanslagen IB/PVV over de jaren 2002 tot en met 2013. Tussen belanghebbende en de inspecteur is onder meer in geschil of belanghebbende – in de onderhavige jaren ingeschreven in de (voormalig) Nederlandse Antillen – al dan niet in Nederland (binnenlands) belastingplichtig is. Ook gaat het ...

Belanghebbende heeft gelden geleend van een met haar verbonden naar Antilliaans recht opgericht lichaam. De Inspecteur heeft navorderingsaanslagen opgelegd (correctie rentelasten). Hof is van oordeel dat geen sprake is van een ambtelijk verzuim dat aan navordering in de weg staat. De verlengde navorderingstermijn is in dit geval evenwel niet van toepassing (Nederlandse belastingzaak)

Samenvatting zaak In deze Nederlandse belastingzaak is, kort samengevat, het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft gelden geleend van een met haar verbonden, naar Antilliaans recht opgericht lichaam. Zij heeft deze lening aangewend voor de verwerving van aandelen in een B.V. waarin een pompstation wordt geëxploiteerd. Belanghebbende heeft de door haar ter zake van de lening verschuldigde kosten en rente in aftrek gebracht op haar belastbare winst in de onderhavige jaren ...

Standpunt Nederlandse inspecteur dat belanghebbende – voorheen ingeschreven in Curaçao – in Nederland binnenlands belastingplichtige is, naar oordeel Rechtbank niet onredelijk

Samenvatting zaak In deze Nederlandse fiscale zaak met raakvlakken met de Caribische belastingpraktijk is het volgende aan de orde. De zaak betreft (Nederlandse) belastingaanslagen IB/PVV over de jaren 2002 tot en met 2013. Kern van het geschil tussen belanghebbende en de inspecteur is of belanghebbende al dan niet (binnenlands) belastingplichtig is. Voorts gaat het om fictief loon genoten van op Curaçao gevestigde naamloze vennootschappen en om inkomsten genoten van een ...