Hof voorshands in kort geding: Legaliteitsbeginsel verzet zich ertegen dat artikel 10 lid 1 Landsverordening op de invordering van directe belastingen overeenkomstig wordt toegepast op hoofdelijk aansprakelijke bestuurders. Indien daarover al anders dient te worden geoordeeld, moet in elk geval voorshands geoordeeld worden dat de Ontvanger pas bevoegd is een dergelijke vordering in te dienen, nadat hij de bestuurder heeft aangesproken tot betaling, een redelijke termijn heeft gesteld en betaling binnen die termijn is uitgebleven. Curaçaose bepalingen in de heffingsverordeningen inzake bestuurdersaansprakelijkheid niet in strijd met artikel 1 Eerste Protocol EVRM

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Appellant in deze zaak is bestuurder van een tweetal vennootschappen. De vennootschappen en appellant hadden belastingschulden. Appellant heeft (in privé) vorderingen op de Sociale Verzekeringsbank (SVB). In opdracht van de Ontvanger heeft de deurwaarder dwangschriften uitgevaardigd tegen één van de vennootschappen wegens openstaande belasting- en premieschulden (loonbelasting, omzetbelasting en diverse soorten premies) ...

Verzet tegen dwanginvordering en vordering tot stopzetting van de executieveiling, onder meer omdat de roerende zaken waarop beslag is gelegd reële eigendom zouden zijn van een derde. De derde is evenwel geen partij in deze procedure, waardoor in deze procedure niet kan worden beslist dat de Landsontvanger niet tot uitwinning van zaken van die derde mag overgaan

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). De Landsontvanger van Curaçao heeft roerende zaken in beslag genomen ter inning van openstaande belastingschulden van belanghebbende. Enige jaren later heeft de Landsontvanger op de voet van de artikelen 1, 3 en 9 van de Landsverordening Dwanginvordering (hierna: Lv Dwanginvordering) een dwangschrift uitgevaardigd ter inning van winstbelasting en loonbelasting. Belanghebbende heeft ex artikel 4 ...

Beroep door belanghebbende op bescherming van enig recht op de beslagen roerende goederen ter invordering van openstaande belastingschulden van een derde slaagt niet, nu niet in rechte is komen vast te staan dat belanghebbende er eigendomsrechten op kan doen gelden

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). Een te Curaçao gevestigde naamloze vennootschap (“NV 1”) handelt in koel- en vriestechnische installaties. Blijkens de verklaring van de Kamer van Koophandel heeft NV 1 met ingang van 30 oktober 2017 haar activiteiten gestaakt. Ter invordering van haar openstaande belastingschulden, heeft de Ontvanger van het Land Curaçao al eerder (cumulatief) beslag doen leggen ...

Ook in hoger beroep afwijzing van vordering tot opheffing van het door de Ontvanger bij een aannemer bij de dokmaatschappij gelegde beslag ter zake van niet betaalde belastingaanslagen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose invorderingszaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is, zo begrijpen wij, één van de aannemers (geweest) bij de in faillissement verkerende “dokmaatschappij”. Kennelijk heeft een aantal aannemers (waaronder belanghebbende) op een gegeven moment het verzoek gedaan tot aanhouding van het invorderingsproces van de Ontvanger, vanwege haar financiële situatie in samenhang met de grote onzekerheid ter zake van betalingen door de dokmaatschappij. De Minister heeft ...