Gerecht van oordeel dat na de vernietiging van de aanslag OZB 2014, de aanslag OZB 2015 heeft te gelden als de eerste aanslag van het vijfjarig tijdvak: dat de aanslag OZB 2014 te laat is opgelegd mag er niet toe leiden dat met betrekking tot de overige, tijdig opgelegde aanslagen, geen waarde meer aan de onroerende zaak kan worden toegekend

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende is sinds 2009 eigenaar van de onroerende zaak. Aan hem zijn ter zake van de onroerende zaak op respectievelijk 22 juni 2019 (2014), 10 juli 2019 (2015), 12 december 2019 (2016), 22 januari 2020 (2017) en 23 maart 2020 (2018) aanslagen onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) voor de jaren 2014 tot en met 2018 opgelegd ...

Aanslag onroerendezaakbelasting over 2014 hangende de beroepsprocedure vernietigd omdat de aanslag te laat is opgelegd. Gerecht oordeelt dat in het onderhavige geval 2015 als eerste jaar van het vijfjarig tijdvak moet gelden. Beroep op gelijkheidsbeginsel faalt: aanslag 2015 niet vernietigd

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn ter zake van een onroerende zaak op respectievelijk 22 juni 2019 (voor het jaar 2014) en 10 juli 2019 (voor het jaar 2015) aanslagen onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) opgelegd naar een waarde van NAf 145.000. Belanghebbende heeft op 21 augustus 2019 bezwaar gemaakt. Bij uitspraken op bezwaar van 16 juni 2020 heeft de Inspecteur de aanslagen ...