Regeling inkomstenbelastingtabel 2019 gepubliceerd in Afkondigingsblad

Op 20 december 2018 is de Ministeriële regeling van 19 december 2018 ter uitvoering van artikel 25, derde en vierde lid, van de Landsverordening inkomstenbelasting (AB 1991 no. GT 51) (Regeling inkomstenbelastingtabel 2019) (hierna: de Ministeriële regeling) uitgegeven en geplaatst in het Afkondigingsblad van Aruba, jaargang 2018, no. 76 (AB 2018 no. 76). Belastingvrije bedrag Het belastingvrije bedrag bedoeld in artikel 24, vierde lid, van de Landsverordening inkomstenbelasting (AB 1991 ...

Belastinghervormingen: ontwerplandsverordening met eerste fase van hervormingen aangeboden aan de Staten

Op 18 december 2018 heeft de Regering de ontwerplandsverordening tot wijziging van de Landsverordening grondbelasting (AB 1995 no. GT 3), de Landsverordening belasting over bedrijfsomzetten en additionele voorzieningen PPS-projecten (AB 2006 no. 83) en de Landsverordening bestemmingsheffing AZV (AB 2014 no. 59) (Zittingsjaar 2018-2019-902) (hierna: de ontwerplandsverordening) aangeboden aan de Staten van Aruba. Klik hier voor de ontwerplandsverordening, inclusief de Memorie van Toelichting. Deze ontwerplandsverordening betreft de eerste fase van ...

Bezwaar tegen de voorlopige aanslagen OZB 2015 en 2016 niet-ontvankelijk omdat alleen bezwaar mogelijk is over 2014 (eerste jaar vijfjarig tijdvak). Ter zitting wordt een compromis bereikt over de waarde per peildatum 1 januari 2014

Samenvatting zaak Belanghebbende is eigenaar van een onroerende zaak. Aan belanghebbende zijn ter zake van de onroerende zaak voor de jaren 2014, 2015 en 2016 voorlopige aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) opgelegd, waartegen door de belanghebbende bezwaar is gemaakt. Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de voorlopige aanslagen verminderd tot voorlopige aanslagen naar een lagere waarde. Belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar. In geschil is of de Inspecteur ...

Beide partijen slagen er niet in de door hen voorgestane waarde voor de grondbelasting aannemelijk te maken, Gerecht stelt de waarde in goede justitie vast. Gelet op de bijzonderheden van het geval wordt in deze zaak afgeweken van de hoofdregel dat bij vervanging van rechters een nieuwe zitting moet plaatsvinden

Samenvatting zaak Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van een onroerende zaak. Hij heeft de onroerende zaak in 2010 gekocht voor Naf. 461.000. Voor de tijdvakken 2002-2006 en 2007-2011 was de waarde van de onroerende zaak voor de grondbelasting vastgesteld op Naf. 199.500. Belanghebbende is het niet eens met de voor het jaar 2012 vastgestelde waarde van Naf. 390.000. In verband met de vervanging in 2014 van de grondbelasting door de ...

De aanslag OZB dient overeenkomstig het eerste jaar van het vijfjarige tijdvak te worden vastgesteld, er heeft zich geen wijziging voorgedaan als bedoeld in artikel 8

Samenvatting zaak Een inwoner van Curaçao was eigenaar van een perceel met daarop gebouwd een woning (hierna aangeduid als onroerende zaak). De heer X is op 22 september 2001 overleden, waarna belanghebbenden de gezamenlijke eigendom verkregen van de onroerende zaak. Tot en met het jaar 2013 zijn belanghebbenden voor de grondbelasting aangeslagen naar een waarde van Naf. 181.000. Belanghebbenden hebben op 28 oktober 2015 een brief ontvangen met de vermelding ...

Gerecht oordeelt dat nu zich in de jaren 2009 en 2010 geen omstandigheid heeft voorgedaan als bedoeld in artikel 24 GBV, de grondbelastingaanslagen dienen te worden verlaagd naar die zoals bepaald bij aanvang van het tijdvak

Samenvatting zaak Erflater was tot zijn overlijden eigenaar van een onroerende zaak (hierna: de onroerende zaak). De onroerende zaak betreft een perceel grond van 800 m2, met daarop een woning. Erflater heeft het perceel in 2000 gekocht voor Naf. 185.625 en hij heeft daarop meteen daarna voor een aanneemsom van Naf. 157.500 de woning laten bouwen. In artikel 14 van de Grondbelastingverordening 1908 (hierna: GBV 1908) is bepaald dat de ...

Weliswaar is sprake van een omstandigheid waaronder de leggerwaarde voor de grondbelasting gedurende het vijfjarig tijdvak kan worden gewijzigd, belanghebbende komt toch te laat in bezwaar. Geen verschoonbare termijnoverschrijding

Samenvatting zaak Belanghebbende is in het bezit van vijf percelen (hierna: de onroerende zaken). Voor het jaar 2011 is door de Inspecteur aan de onroerende zaken een waarde voor de grondbelasting toegekend en is op 7 juli 2011 een aanslag grondbelasting opgelegd. Belanghebbende is op 12 september 2016 in bezwaar gekomen tegen de aanslag grondbelasting. De Inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Belanghebbende is bij ...

Verschoonbare termijnoverschrijding. Gerecht acht zich onbevoegd voor zover het beroep ziet op de invordering. Slechts in eerste jaar vijfjarig tijdvak bezwaar mogelijk tegen aanslag grondbelasting, bezwaar tegen aanslag grondbelasting 2013 daardoor niet-ontvankelijk

Samenvatting zaak Aan belanghebbende zijn aanslagen grondbelasting over de jaren 2012 en 2013 opgelegd. Belanghebbende is tegen de aanslagen in bezwaar gekomen. De Inspecteur heeft uitspraken op bezwaar gedaan en de bezwaren afgewezen. Belanghebbende is bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) in beroep gekomen tegen de uitspraken op bezwaar. Het bezwaar tegen de aanslag grondbelasting over het jaar 2012 is buiten de in artikel 28 ...

Aanslag grondbelasting geconverteerd in navorderingsaanslag, is dan tijdig opgelegd. Tevens sprake van nieuw feit. Aanslag 2009 in dit geval eerst opgelegde aanslag in tijdvak

Samenvatting zaak Belanghebbende bezit het recht van erfpacht van een perceel. De belastingdienst heeft in 2015 naar aanleiding van een landelijk project (Herwaardering land Curaçao) dat plaatsvond in het kader van de per 1 januari 2014 ingevoerde Landsverordening onroerendezaakbelasting geconstateerd dat belanghebbende het genot heeft van een onroerende zaak en derhalve belastingplichtig is voor de grondbelasting. Aan belanghebbende zijn vervolgens aanslagen grondbelasting over de jaren 2009 tot en met 2013 ...

Dat belanghebbende de aanslag heeft ontvangen vóór de formele vaststelling ervan betekent niet dat dagtekening aanslag valselijk is opgemaakt. Wet noch jurisprudentie stellen eisen aan motivering uitspraak op bezwaar. Terecht opcenten geheven

Samenvatting zaak De aanslag IB is vastgesteld door de Inspecteur en niet door de Ontvanger ook al staat diens naam boven het aanslagbiljet. Dat belanghebbende de aanslag heeft ontvangen vóór de formele vaststelling ervan betekent niet dat de dagtekening van de aanslag valselijk is opgemaakt. De aanslag bevat alle essentiële gegevens. Wet noch jurisprudentie stellen eisen aan de motivering van de uitspraak op bezwaar. Er zijn terecht opcenten geheven. (Inhoudsindicatie ...
Aan het laden...