Veroordeling voor het feitelijk leiding geven aan het niet doen van aangiften winstbelasting: voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met bijzondere voorwaarden die beogen de vennootschap aan te zetten tot fiscaal compliant gedrag. Verdediging in hoger beroep

Samenvatting zaak In deze Curaçaose strafzaak is het volgende aan de orde. De verdachte is bestuurder van een besloten vennootschap (BV) die geen aangiften zou hebben gedaan voor de winstbelasting over de jaren 2018 tot en met 2021. Het verwijt aan de verdachte is dat hij opdracht zou hebben gegeven om deze aangiften niet te doen, of daaraan feitelijke leiding heeft gegeven. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: ...

Hof oordeelt dat de aan een ‘offshore-vennootschap’ opgelegde aanslagen winstbelasting over 2006 en 2007 te laat zijn vastgesteld en derhalve door het Gerecht terecht zijn vernietigd. Gerecht heeft ook terecht een vergoeding wegens geleden immateriële schade toegekend

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een maatschappij waarop het tot 1 januari 2000 geldende zogenoemde ‘off-shore’ regime van toepassing was, en waarop op grond van artikel VI, lid 10 van de Overgangsregeling 2001 (P.B. 1999, no. 244), voor de in geschil zijnde jaren de bepalingen van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 zoals deze luidde op 31 december 1999 (hierna: LWB ...

Hoger beroep inzake verzoek om teruggave winstbelasting 2009 ongegrond en niet-ontvankelijk voor zover gericht tegen de weigering van de Inspecteur om over 2010 een teruggave te verlenen. Beslissing van de Inspecteur op een verzoek om ambtshalve teruggave als bedoeld in artikel 39a, tweede lid ALL is geen voor bezwaar en beroep vatbare beslissing

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft op 30 juli 2010 aangifte winstbelasting over het jaar 2009 gedaan. Daarbij heeft zij een belastbare winst van NAf 236.133 aangegeven. Het corresponderende verschuldigde belastingbedrag had zij al eerder, op 29 maart 2010, voldaan. Op 9 december 2010 heeft zij nogmaals aangifte gedaan. Daarbij heeft zij een belastbare winst van NAf 347.803 aangegeven. Belanghebbende heeft het ...

Met het opleggen van een verzuimboete van Nafl. 2.500 vanwege het stelselmatig niet tijdig doen van definitieve aangifte winstbelasting heeft de Inspecteur de Ministeriële regeling formeel belastingrecht op juiste wijze toegepast. Dat het ging om een (nihil-)aangifte met een negatief belastbaar bedrag maakt niet dat de boete achterwege moet blijven. Ook geen sprake van avas. Maar gelet op alle omstandigheden van het geval acht het Gerecht een boete van Nafl. 1.000 passend en geboden

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). De Inspecteur heeft het verzoek van belanghebbende om uitstel te krijgen voor de indiening van de definitieve aangifte 2019 afgewezen omdat de voorlopige aangifte niet op tijd is ingediend. Belanghebbende heeft op 30 december 2020 de definitieve aangifte winstbelasting 2019 ingediend met een negatief belastbaar bedrag en een verschuldigde belasting van nihil ...

Ook voor werknemers met hoge pensioenrechten kan een cessantiavoorziening worden opgebouwd, maar bij de berekening daarvan moet rekening worden gehouden met de kans dat die werknemers pas bij pensionering ontslagen worden en dan geen uitkering krijgen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende heeft in de aangifte winstbelasting over het jaar 2015 kosten van een in 2015 opgebouwde cessantiavoorziening opgevoerd. In het controlerapport ter zake van een bij belanghebbende uitgevoerd boekenonderzoek wordt geconcludeerd dat de fiscale aanvaardbaarheid van de cessantiavoorziening door belanghebbende niet aannemelijk is gemaakt. Daarbij wordt overwogen dat uit de verstrekte berekening blijkt dat ...

Anders dan de omzetcorrecties berusten de winstcorrecties niet op een redelijke schatting omdat de volledige bedragen van de omzetcorrecties als winstcorrecties zijn aangemerkt. Gerecht stelt de belastbare winst in goede justitie vast

Samenvatting zaak In deze Sint Maartense zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, een N.V. gevestigd te Sint Maarten, exploiteerde van 2012 tot en met 2014 een handelsonderneming. In 2014 heeft belanghebbende haar activiteiten beëindigd. Bij belanghebbende is een boekenonderzoek ingesteld met betrekking tot de loonheffingen en BBO over de jaren 2012 tot en met 2014. De bevindingen daarvan zijn neergelegd in een controlerapport. In dat rapport concludeert de ...

Correctie rentebate voor renteloze lening aan digra en het daarbij gehanteerde rentepercentage blijven in stand: niet gebleken dat de vordering na digra’s overlijden als dividend aan de erfgenamen is uitgekeerd. Toepassing verlengde naheffingstermijn wegens kwade trouw. Geen ‘dubbele boetes’, wel matiging omdat de aangifteverplichting nauw samenhangt met de betalingsverplichting

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een vennootschap waarvan de bedrijfsactiviteiten medio 2008 zijn gestaakt. Tussen belanghebbende en de Inspecteur vinden al geruime tijd onderhandelingen plaats over diverse fiscale geschilpunten in meerdere jaren en over meerdere belastingmiddelen. De fiscale geschillen zijn opgelost tot en met het jaar 2008. Voor de jaren 2009 tot en met 2015 heeft de Inspecteur naheffingsaanslagen winstbelasting met ...

Hangende de beroepsprocedure heeft de Inspecteur een screenprint overgelegd van de vernietiging van de naheffingsaanslag: geen belang meer bij de beroepsprocedure, beroep niet-ontvankelijk. Voor een ander jaar heeft de Inspecteur te kennen gegeven dat de naheffingsaanslag en de boete moeten komen te vervallen: Gerecht beslist dienovereenkomstig

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn naheffingsaanslagen winstbelasting over de jaren 2016 en 2018 opgelegd. Daarbij zijn tevens verzuimboetes opgelegd wegens het niet, niet tijdig of niet volledig betalen van de aangegeven winstbelasting 2016 respectievelijk 2018. Belanghebbende heeft daartegen op 15 juli 2018 (2016) en op 9 juli 2020 (2018) bezwaren gemaakt. De Inspecteur heeft op 29 juni 2021 voor het ...

Annotatie bij Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 13 september 2022, ECLI:NL:OGEAC:2022:265 – mr. K.M.G. Demandt

door mr. K.M.G. Demandt Betreft: ECLI:NL:OGEAC:2022:265. Voor een samenvatting van deze belastingzaak door de redactie van het CFN, zie dit artikel in het CFN van 23 september 2022, nr. 2022/82, met als INHOUDSINDICATIE: Gerecht overweegt dat een verlengd boekjaar fiscaal niet bestaat, winstbelasting wordt geheven over het kalenderjaar. Belanghebbende heeft evenwel geen winst genoten: naheffingsaanslag ten onrechte opgelegd. Verzuimboete vernietigd omdat belanghebbende niet is uitgenodigd tot het doen van de ...

Naheffingsaanslag winstbelasting en verzuimboete hangende de beroepsprocedure vernietigd: beroep niet-ontvankelijk. Gerecht volgt belanghebbende niet in haar stelling dat het bezwaar tevens moet worden aangemerkt als bezwaar tegen het niet tijdig verlenen van teruggave van belasting

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft niet tijdig de definitieve aangifte 2012 ingediend. Naar aanleiding daarvan is aan haar met dagtekening 7 april 2014 een taxatieve naheffingsaanslag winstbelasting opgelegd naar een verschuldigde belasting van NAf 42.000. Daarbij is een boete wegens het niet dan wel te laat betalen van verschuldigde belasting opgelegd van NAf 6.300. Belanghebbende heeft een pro forma bezwaarschrift ingediend ...

Gerecht oordeelt dat bij de berekening van de pensioenvoorziening per 31 december 2014 uitgegaan mag worden van een opbouwpercentage van 3% tot 2002. Indexatie mag op grond van regelgeving niet worden toegepast maar in casu is sprake van in rechte te honoreren gewekt vertrouwen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft in eigen beheer een pensioenvoorziening gevormd voor de enig aandeelhouder-directeur (hierna: de digra). Bij de berekening van de waarde van de pensioenvoorziening per 31 december 2014 is belanghebbende ervan uitgegaan dat tot 1 januari 2002 een jaarlijks opbouwpercentage toegepast kon worden van 3% en daarna van 2%. Tevens heeft zij er bij de berekening van de ...

Hoewel de definitieve aangifte winstbelasting resulteert in een terug te ontvangen bedrag legt de Inspecteur geen ‘negatieve’ aanslag op, maar wel een naheffingsaanslag (met boete). Het bezwaar tegen de naheffingsaanslag moet redelijkerwijs ook worden gezien als een bezwaar tegen het niet tijdig opleggen van een negatieve aanslag. De Inspecteur moet binnen twee maanden na de uitspraak van het Gerecht een negatieve aanslag opleggen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft op 30 maart 2017 een voorlopige aangifte winstbelasting voor het jaar 2016 ingediend. Het op basis van deze aangifte verschuldigde bedrag aan winstbelasting is door belanghebbende tijdig betaald. Op 22 december 2017 heeft belanghebbende de definitieve aangifte winstbelasting voor het jaar 2016 ingediend. De definitieve aangifte resulteert - gelet op het aangegeven bedrag van de voorlopige ...

Gerecht overweegt dat een verlengd boekjaar fiscaal niet bestaat, winstbelasting wordt geheven over het kalenderjaar. Belanghebbende heeft evenwel geen winst genoten: naheffingsaanslag ten onrechte opgelegd. Verzuimboete vernietigd omdat belanghebbende niet is uitgenodigd tot het doen van de aangifte winstbelasting (met annotatie van mr. K.M.G. Demandt)

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2018 opgelegd van NAf 6.000. Daarbij is tevens een verzuimboete opgelegd van NAf 300 wegens het niet tijdig indienen van de aangifte winstbelasting 2018. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag en de boete gehandhaafd. Vervolgens is belanghebbende in beroep gekomen ...

Belanghebbende is een dochtervennootschap van een bank en is zelf niet onderworpen aan toezicht van de Centrale Bank: Gerecht oordeelt dat op basis van de tekst van de wet de status van Vrijgestelde Vennootschap niet onthouden kan worden

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is op 3 maart 2005 opgericht. Een bankinstelling (hierna: de bankinstelling) die in de onderhavige jaren is onderworpen aan het toezicht van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (hierna: de Centrale Bank) is (indirect) 100% aandeelhouder van belanghebbende. Belanghebbende heeft geen bankvergunning en is niet als bank of andere financiële instelling onderworpen aan een dergelijk ...

Gerecht van oordeel dat belastingbesparing het volstrekt overwegende motief is geweest van het door belanghebbende (een bank) onderbrengen van de beleggingsactiviteiten in de vrijgestelde dochtervennootschap en dat daarmee in strijd met doel en strekking van de wet is gehandeld: winst dochtervennootschap met toepassing van het leerstuk van fraus legis bij belanghebbende in de belastingheffing betrokken

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een bankinstelling die is onderworpen aan het toezicht van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (hierna: de Centrale Bank) en heeft op 3 maart 2005 een BV (hierna aan te duiden als: “Investments BV”)  opgericht dan wel laten oprichten, waarvan ze (indirect) 100% aandeelhouder is. Investments BV heeft geen bankvergunning en is niet als ...

Inspecteur handelt ernstig onzorgvuldig door een winstbelastingaanslag op te leggen ondanks het feit dat hij wist dat belanghebbende geen activiteiten meer verrichtte: proceskostenvergoeding, maar geen integrale vergoeding. Ter zake van de te vergoeden kosten ingeval van beroep tegen het niet tijdig beslissen, past het Gerecht voortaan een wegingsfactor van 0,5 toe. Ook immateriële schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, gevestigd te Curaçao, heeft in 2017 en 2018 aan de Inspecteur meegedeeld dat zij vanaf december 2016 geen activiteiten meer in Curaçao verrichtte en daarom niet (meer) subjectief belastingplichtig was. Aan belanghebbende is evenwel een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2017 opgelegd. Daarbij is een verzuimboete opgelegd wegens het niet tijdig betalen van verschuldigde belasting. Belanghebbende heeft ...

Inspecteur handelt ernstig onzorgvuldig door een winstbelastingaanslag op te leggen ondanks het feit dat belanghebbende de transparante status heeft: proceskostenvergoeding, maar geen integrale vergoeding. Ter zake van de te vergoeden kosten ingeval van beroep tegen het niet tijdig beslissen, past het Gerecht voortaan een wegingsfactor van 0,5 toe. Ook immateriële schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Op verzoek van belanghebbende is door de Inspecteur aan belanghebbende met ingang van 1 augustus 2012 de ‘transparante status’ in de zin van artikel 3b van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) toegekend. Aan belanghebbende is evenwel een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2013 opgelegd. Belanghebbende heeft tegen de naheffingsaanslag bezwaar gemaakt en vervolgens beroep ingesteld tegen het niet ...

Inspecteur heeft niet binnen een half jaar na de definitieve aangifte een ‘negatieve’ aanslag winstbelasting opgelegd en moet dit alsnog binnen 2 maanden na de uitspraak doen. Wettelijke rentevergoeding toegekend. Dwangsom afgewezen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft op 27 maart 2019 een voorlopige aangifte winstbelasting 2018 ingediend. Op basis van deze aangifte is een bedrag aan winstbelasting verschuldigd welk bedrag belanghebbende op 29 maart 2019 heeft voldaan. Op 20 december 2019 heeft belanghebbende de definitieve aangifte winstbelasting 2018 ingediend. Op basis van deze aangifte is geen winstbelasting verschuldigd. Op 17 juli 2020 doet ...

Vereiste aangifte niet gedaan en niet voldaan aan administratieplicht: omkering en verzwaring van de bewijslast. Correctie huuropbrengsten pand berust niet op een redelijke schatting. Gerecht neemt in goede justitie een redelijke zakelijke huurprijs in aanmerking

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende drijft een onderneming die bestaat uit het beheren van onroerende goederen van ‘Q’. Voor het beheer en de exploitatie van de onroerende goederen ontvangt belanghebbende een vergoeding van 10 percent van de bruto-opbrengsten. De overige 90 percent wordt doorbetaald aan Q. Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de Inspecteur overeenkomstig de bevindingen in het controlerapport een naheffingsaanslag ...

Gerecht van oordeel dat de geconstateerde tekortkomingen in de administratie voldoende ernstig zijn om de bewijslast om te keren. Verder concludeert het Gerecht dat de Inspecteur de correcties terecht en tot het juiste bedrag heeft vastgesteld, niet onredelijk of willekeurig

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de Inspecteur overeenkomstig de bevindingen in het controlerapport met toepassing van de omkering van de bewijslast naheffingsaanslagen winstbelasting opgelegd en tevens boetes vastgesteld. Het betreft correcties die zien op privé uitgaven van de directeur die zakelijk zijn geboekt en correcties die zien op zakelijke uitgaven die met de privé rekening van de ...

Hof van oordeel dat het Gerecht ten onrechte ambtshalve heeft geoordeeld dat de bewijslast dient te worden omgekeerd en verzwaard: correctie met betrekking tot de vervreemding van de materiële vaste activa moet met inachtneming van de normale regels van bewijslastverdeling worden beoordeeld. Inspecteur slaagt niet in bewijslast, de correctie vervalt

Samenvatting zaak In deze Curaçaose winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, gevestigd te Curaçao, vormde vanaf 1 januari 2007 tot en met 1 januari 2012 een fiscale eenheid met haar dochtermaatschappij (hierna: “de NV”). In het jaar 2011 was de NV de enige klant van belanghebbende. Op 19 november 2012 heeft belanghebbende materiële activa (uitgezonderd onroerend goed) aan de NV verkocht voor een bedrag van NAf 350.000. Op ...

Naar het oordeel van het Gerecht vormt de door de Inspecteur gestelde omstandigheid dat offshore vennootschappen “met fluwelen handschoenen worden behandeld” geen reden om de (in jurisprudentie vastgestelde) aanslagtermijn van 10 jaar te verlengen, ook niet als sprake is van slecht aangiftegedrag

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende was vóór 1 januari 2002 onderworpen aan het zogenoemde ‘offshore-regime’. Ingevolge artikel VI, lid 10 van de Overgangsregeling 2001 (P.B. 1999, no. 244) is de Landsverordening op de Winstbelasting 1940, zoals deze luidde op 31 december 1999 (hierna: LWB oud) van toepassing gebleven op lichamen die vóór 1 januari 2002 waren onderworpen aan ...

Beroep tegen niet-tijdig beslissen niet-ontvankelijk vanwege termijnoverschrijding: geen proceskostenveroordeling. Volledig tegemoetgekomen aan bezwaren: beroep niet geacht mede betrekking te hebben op de reële uitspraak. Ondanks verlenging redelijke termijn met vier maanden vanwege brand belastingkantoor, toch termijnoverschrijding van zes maanden: immateriële schadevergoeding toegekend

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een te Curaçao gevestigd lichaam dat vóór 1 januari 2002 onderworpen was aan het zogenoemde ‘offshore-regime’ en ten aanzien waarvan ingevolge artikel VI, lid 10 van de Overgangsregeling 2001 (P.B. 1999, no. 244) de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 zoals deze luidde op 31 december 1999 (hierna: “LWB (oud)”) van toepassing is gebleven. Aan belanghebbende is ...

Offshore vennootschap waarop de bepalingen van de ‘LWB oud’ nog van toepassing zijn, stelt bijna 15 maanden nadat de beslistermijn voor de Inspecteur was verstreken beroep in tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar: Gerecht verklaart beroep niet-ontvankelijk, onredelijk laat ingediend

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een te Curaçao gevestigd lichaam dat vóór 1 januari 2002 onderworpen was aan het zogenoemde ‘offshore-regime’ en ten aanzien waarvan ingevolge artikel VI, lid 10 van de Overgangsregeling 2001 (P.B. 1999, no. 244) de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 zoals deze luidde op 31 december 1999 (hierna: “LWB (oud)”) van toepassing is gebleven. Aan belanghebbende zijn ...

Verzuimboete opgelegd aan belanghebbende die één werkdag na de indieningstermijn een herziene aangifte winstbelasting indient en de aanvullende belasting betaalt: geen sprake van afwezigheid van alle schuld maar boete in casu wel gematigd

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft op 2 juli 2018 de aangifte winstbelasting voor het jaar 2017 ingediend (tijdig, de Algemene termijnenlandsverordening in aanmerking nemend) en het bedrag van de verschuldige belasting op 3 juli 2018 betaald. Op 4 juli 2018 heeft belanghebbende een herziene aangifte winstbelasting voor het jaar 2017 ingediend naar een verschuldigde (aanvullende) belasting van NAf 691. Dit bedrag ...

Belanghebbende heeft vier dagen vóór afloop van de indieningstermijn om uitstel voor de indiening van de aangifte gevraagd en het uitstel is met terugwerkende kracht verleend. De aangifte winstbelasting is vervolgens tijdig ingediend, er was geen belasting verschuldigd. Bezwaarkostenvergoeding nu de Inspecteur tegen beter weten in een belastingaanslag en boete heeft opgelegd, zodat sprake is van een aan de Inspecteur te wijten ernstige onzorgvuldigheid. Ook proceskostenvergoeding en vergoeding griffierecht, geen integrale kostenvergoeding

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft een gebroken boekjaar dat loopt van 1 mei tot en met 30 april. Ingevolge artikel 15, vierde lid, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) was belanghebbende gehouden om uiterlijk op de laatste dag van de zesde maand na afloop van het (gebroken) boekjaar, dat is uiterlijk 1 november 2018 over het boekjaar 2017/2018 aangifte winstbelasting te ...

Afwijzing verzoek om bezwaarkostenvergoeding voor belanghebbende die vóór 1 januari 2002 onderworpen was aan het ‘offshore-regime’: in de ‘oude’ LWB – die van toepassing is gebleven op belanghebbende – is geen bepaling opgenomen op grond waarvan belanghebbende recht kan doen gelden op een vergoeding van de kosten van de bezwaarfase

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn naheffingsaanslagen winstbelasting voor de jaren 2006, 2007 en 2008 opgelegd. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt en heeft later beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. Partijen zijn uitgenodigd voor de zitting bij het Gerecht. De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de aanslagen vernietigd. Belanghebbende heeft het beroep ingetrokken omdat de ...

Hof oordeelt dat de naheffingsaanslag en de boete wel tijdig zijn opgelegd en dat het beroep inhoudelijk dient te worden behandeld: zaak teruggewezen naar het Gerecht

Samenvatting zaak Let op: doordat van vrijdagavond 16 april 2021 om 19.30 uur tot zondagavond 18 april 2021 om 23.59 uur (tijden volgens de Europees Nederlandse tijdzone) vrijwel alle computersystemen van de Rechtspraak in Nederland niet bereikbaar zijn vanwege groot onderhoud en dan ook het digitale uitsprakenregister op rechtspraak.nl niet beschikbaar zal zijn, zullen de hieronder in dit artikel opgenomen links naar uitspraken op rechtspraak.nl tijdelijk niet bereikbaar zijn. Dit ...

SPF niet zonder meer subjectief vrijgesteld van winstbelastingplicht, Inspecteur kon een aangiftebiljet uitreiken. Aanslag niet tegen beter weten opgelegd, geen sprake van een aan de Inspecteur te wijten ernstige onzorgvuldigheid: geen bezwaarkostenvergoeding

Samenvatting zaak In deze Curaçaose winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende, een stichting particulier fonds (SPF) is op 22 december 2017 een naheffingsaanslag winstbelasting voor het jaar 2012 opgelegd. Daarbij is een verzuimboete opgelegd van NAf 2.500 vanwege het niet tijdig doen van aangifte. Belanghebbende heeft op 22 februari 2018 daartegen bezwaar gemaakt en op 29 oktober 2019 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak ...

Spaar- en kredietcoöperatie onderworpen aan winstbelasting, heeft niet de rechtsvorm van een vereniging. Gerecht acht aannemelijk dat de naheffingsaanslag voor de dagtekening van het aanslagbiljet ter post is bezorgd: aanslag en boete tijdig opgelegd maar in casu geen sprake van grove schuld

Samenvatting zaak In deze Curaçaose winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is volgens haar statuten opgericht als een coöperatieve vereniging en heeft in het onderhavige jaar ruim 15.000 leden. Belanghebbende heeft het verlenen van kredieten aan leden als hoofdactiviteit. Zij participeert via deelnemingen in commerciële bedrijven, beschikt over eigen pinautomaten op Curaçao, en biedt ook werknemers van private bedrijven de mogelijkheid lid te worden. Uit de jaarcijfers van ...