Belanghebbende heeft vier dagen vóór afloop van de indieningstermijn om uitstel voor de indiening van de aangifte gevraagd en het uitstel is met terugwerkende kracht verleend. De aangifte winstbelasting is vervolgens tijdig ingediend, er was geen belasting verschuldigd. Bezwaarkostenvergoeding nu de Inspecteur tegen beter weten in een belastingaanslag en boete heeft opgelegd, zodat sprake is van een aan de Inspecteur te wijten ernstige onzorgvuldigheid. Ook proceskostenvergoeding en vergoeding griffierecht, geen integrale kostenvergoeding
Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft een gebroken boekjaar dat loopt van 1 mei tot en met 30 april. Ingevolge artikel 15, vierde lid, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) was belanghebbende gehouden om uiterlijk op de laatste dag van de zesde maand na afloop van het (gebroken) boekjaar, dat is uiterlijk 1 november 2018 over het boekjaar 2017/2018 aangifte winstbelasting te ...
Afwijzing verzoek om bezwaarkostenvergoeding voor belanghebbende die vóór 1 januari 2002 onderworpen was aan het ‘offshore-regime’: in de ‘oude’ LWB – die van toepassing is gebleven op belanghebbende – is geen bepaling opgenomen op grond waarvan belanghebbende recht kan doen gelden op een vergoeding van de kosten van de bezwaarfase
Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn naheffingsaanslagen winstbelasting voor de jaren 2006, 2007 en 2008 opgelegd. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt en heeft later beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. Partijen zijn uitgenodigd voor de zitting bij het Gerecht. De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de aanslagen vernietigd. Belanghebbende heeft het beroep ingetrokken omdat de ...
Inspecteur heeft tegen beter weten in na bezwaar de aanslag gehandhaafd, zodat sprake is van een aan de inspecteur te wijten ernstige onzorgvuldigheid. Gerecht kent integrale proceskostenvergoeding toe
Samenvatting zaak In deze Curaçaose winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende, gevestigd te Curaçao, is in 2016 een aanslag winstbelasting voor het jaar 2003 opgelegd. Belanghebbende heeft op 19 augustus 2016 bezwaar gemaakt tegen de aanslag en op 15 mei 2018 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op het bezwaar. De Inspecteur heeft hangende de beroepsprocedure op 28 mei 2019 per e-mail aan belanghebbende ...
Noodzaak tot het instellen van beroep vloeide niet uitsluitend voort uit de handelwijze van de belanghebbende. Belanghebbende komt in aanmerking voor forfaitaire proceskostenvergoeding maar niet voor integrale vergoeding
Samenvatting zaak Aan belanghebbende is een voorlopige aanslag AVBZ opgelegd. Deze voorlopige aanslag is vastgesteld op basis van de ten tijde van het opleggen daarvan bekende inkomensgegevens van voorgaande jaren. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de voorlopige aanslag. Daarbij is verzocht om te worden gehoord. Hij heeft daarbij niet verzocht om een vergoeding van de kosten in de bezwaarfase. Bij uitspraak op het bezwaar heeft de Inspecteur de voorlopige aanslag ...