Hoge Raad doet cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 RO. Zaak waarin het Hof, anders dan het Gerecht, oordeelde dat de inspecteur de verhuisboedelvrijstelling voor een quadracer terecht heeft geweigerd

Samenvatting zaak De Hoge Raad heeft in deze Arubaanse zaak op het gebied van de heffing van invoerrechten op 6 december 2019 arrest gewezen op het door belanghebbende ingestelde cassatieberoep tegen de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: het Hof) van 10 januari 2018, nr. AUA2016H00033 (ECLI:NL:OGHACMB:2018:26), in het hoger beroep tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht), nr. BBZ nr ...

Hoge Raad doet cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 RO. Zaak waarin het Hof, evenals het Gerecht, oordeelde dat de betreffende onroerende zaken in het all-inclusive resort niet zijn aan te merken als zelfstandige woningen voor de vastgoedbelasting

Samenvatting zaak De Hoge Raad heeft in deze zaak op het gebied van de in Caribisch Nederland geheven vastgoedbelasting, op 29 november 2019 arrest gewezen op het door belanghebbende ingestelde cassatieberoep tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: het Hof) van 14 februari 2019, nr. BON2018H00001 (ECLI:NL:OGHACMB:2019:115), in het hoger beroep tegen tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire (hierna: het Gerecht), BBZ ...

Hoge Raad doet cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 RO. Betreft zaak waarin het Hof oordeelde dat belanghebbende bij een aangiftebelasting als de omzetbelasting twee afzonderlijke, weliswaar nauw met elkaar samenhangende, verplichtingen heeft maar dat het enkele niet (kunnen) doen van aangifte belanghebbende niet ontslaat van de verplichting tot het voldoen van de belasting

Samenvatting zaak De Hoge Raad heeft in deze Curaçaose omzetbelastingzaak op 20 september 2019 arrest gewezen op het door belanghebbende ingestelde cassatieberoep tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: het Hof) van 18 april 2018 (zaaknummers CUR2016H00043 t/m CUR201600048, ECLI:NL:OGHACMB:2018:84). In die uitspraak oordeelde het Hof, kort samengevat, dat belanghebbende bij een aangiftebelasting als de omzetbelasting twee afzonderlijke, weliswaar nauw met elkaar samenhangende, verplichtingen heeft – tijdig ...