Na terugwijzing door de Hoge Raad oordeelt het Hof dat de in de fooienbeschikking opgenomen (forfaitaire) waarderingsregeling onverbindend is. Geen sprake geweest van onderzoek naar de gronden van de regeling waarop de Minister heeft kunnen vaststellen dat het percentage van de omzet als grondslag voor de loonheffing zal leiden tot een resultaat dat voldoende verband houdt met de fooien die in casino’s op Sint Maarten werkelijk plegen te worden ontvangen

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) heeft op 23 februari 2022 uitspraak gedaan in het geding over de Sint Maartense Ministeriële beschikking fooien de zaak dat door de Hoge Raad naar het Hof was teruggewezen. Zie de uitspraak van het Hof van 23 februari 2022 (ECLI:NL:OGHACMB:2022:14). In deze zaak gaat het over de heffing van loonbelasting ...

Penshonado heeft zich in 2008 in Curaçao gevestigd. Hof oordeelt dat het Gerecht op de goede gronden heeft geoordeeld dat belanghebbende geen recht heeft op het 5%-tarief van de “oude” penshonado-regeling. Inspecteur heeft juiste tarief van gewijzigde regeling (10%) toegepast. Beroep op vertrouwensbeginsel slaagt niet

Samenvatting zaak In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, geboren in 1942, heeft zich in het jaar 2008 in Curaçao gevestigd. Hij is met ingang van 19 maart 2008 als ingezetene opgenomen in het bevolkingsregister van Curaçao en heeft zich bij de Inspecteur aangemeld voor de toepassing van de zogenoemde ‘penshonado-regeling’. Naar aanleiding hiervan heeft de Inspecteur bij schrijven van 14 april 2008 aan belanghebbende te ...

Hoge Raad wijst zaak over de Ministeriële beschikking fooien terug naar het Hof. Onderzocht moet worden of het forfait voldoende verband houdt met fooien die in casino’s op Sint Maarten werkelijk plegen te worden ontvangen

Samenvatting zaak Gisteren, vrijdag 11 december 2020, heeft de Hoge Raad arrest gewezen (ECLI:NL:HR:2020:1988) in een interessante Sint Maartense zaak over de heffing van loonbelasting en sociale premies over fooien en de toepassing daarbij van de Ministeriële beschikking fooien van 3 augustus 2007 die een regeling bevat waarbij het voor een werknemer in aanmerking te nemen fooienbedrag op een forfaitaire wijze wordt bepaald. De Hoge Raad heeft daarin het geding ...

Fooienforfait volgens A-G niet onverbindend. A-G acht de omzet als forfaitbasis in de Ministeriële beschikking fooien niet onredelijk of onbegrijpelijk

Advocaat-Generaal (A-G) P.J. Wattel heeft op 1 mei 2020 conclusie genomen in een interessante Sint Maartense loonbelasting zaak over de heffing van loonbelasting over fooien (ECLI:NL:PHR:2020:439). De uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie waartegen in casu kennelijk door belanghebbende beroep in cassatie is ingesteld lijkt niet op rechtspraak.nl te zijn gepubliceerd. Wel is onderliggende uitspraak van Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op rechtspraak.nl gepubliceerd (ECLI:NL:OGEAM:2016:81). Overigens merken ...

Penshonado heeft zich in 2008 in Curaçao gevestigd. Oude penshonadoregeling (5%) niet van toepassing, Inspecteur heeft juiste tarief van gewijzigde regeling (10%) toegepast. Ook beroep op vertrouwensbeginsel faalt

Samenvatting zaak In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, geboren in 1942, heeft zich in het jaar 2008 in Curaçao gevestigd. Hij is met ingang van 19 maart 2008 als ingezetene opgenomen in het bevolkingsregister van Curaçao. Bij schrijven heeft de Inspecteur aan belanghebbende te kennen gegeven dat hij in aanmerking komt voor de toepassing van de zogenoemde ‘penshonado-regeling’. Daarbij is vermeld dat op hem de ...

Hof oordeelt dat de door de werknemers ontvangen fooien tot het loon behoren. Bestaan van een instructie om geen loonbelasting meer te heffen over in ministeriële beschikking bedoelde fooien niet aannemelijk gemaakt. Geen pleitbaar standpunt

Samenvatting zaak In deze Sint Maartense loonbelastingzaak, waarin het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: het Hof) op 5 november 2019 uitspraak heeft gedaan op het door belanghebbende ingestelde hoger beroep, komt het Hof tot het oordeel dat de door de werknemers van belanghebende van derden ontvangen fooien behoren tot het loon als bedoeld in artikel 6 van de Landsverordening op de Loonbelasting. Dat er een instructie zou bestaan op grond ...

Evenals het Gerecht acht het Hof aannemelijk dat de betrokken partijen zich van de vermogensverschuiving bewust moeten zijn geweest: verkapte winstuitdeling. Niet aangeven van de winstuitdeling dermate onzorgvuldig dat sprake is van grove schuld

Samenvatting zaak Belanghebbende heeft 25% van de aandelen in een NV. De overige aandelen zijn in handen van zijn twee broers. Bij de NV is een boekenonderzoek ingesteld. Voor de winstbelasting zijn diverse correcties aangebracht. Enige daarvan zijn als winstuitdeling aangemerkt, naar rato van het aandelenbezit van de aandeelhouders. Naar aanleiding van de bevindingen van het boekenonderzoek zijn voor de jaren 2006 tot en met 2008 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd. De ...

Hof oordeelt dat daar waar de Inspecteur een kostenpost in de bezwaarfase uitdrukkelijk in aftrek heeft toegelaten, hij daar in de (hoger) beroepsfase niet meer op kan terugkomen. Ten aanzien van de vermogensverschuiving is voldaan aan de eis van dubbele bewustheid, bij de aandeelhouder en bij de vennootschap: sprake van bewuste bevoordeling van de aandeelhouder

Samenvatting zaak In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van een N.V. Bij de NV is een boekenonderzoek ingesteld. Voor de winstbelasting 2008 tot en met 2010 zijn in het BAB-rapport correcties voorgesteld. De Inspecteur heeft de correctievoorstellen als uitdelingen aangemerkt en daarvoor navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en boetes opgelegd. Bij uitspraken op de door belanghebbende ingediende bezwaarschriften tegen de navorderingsaanslagen heeft de ...

Het door de belanghebbende te laat ingestelde beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak wordt geacht mede te zijn gericht tegen de reële uitspraak. Ten aanzien van de door de Inspecteur gestelde winstuitdeling acht het Gerecht te zijn voldaan aan het bewustheidsvereiste

Samenvatting zaak Belanghebbende heeft 25% van de aandelen in een NV. De overige aandelen zijn in handen van zijn twee broers. Bij de NV is een boekenonderzoek ingesteld. Voor de winstbelasting zijn diverse correcties aangebracht. Enige daarvan zijn als winstuitdeling aangemerkt, naar rato van het aandelenbezit van de aandeelhouders. Naar aanleiding van de bevindingen van het boekenonderzoek zijn voor de jaren 2006 tot en met 2008 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd. De ...