Arrest Hoge Raad. De stukken van het geding laten geen andere slotsom toe dan dat belanghebbende onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld die de conclusie rechtvaardigen dat de geldverstrekking van de holding aan haar als onzakelijke lening moet worden aangemerkt
Samenvatting zaak Vandaag, vrijdag 19 april 2024, heeft de Hoge Raad het door belanghebbende ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van 6 augustus 2021 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) (ECLI:NL:OGHACMB:2021:324) ongegrond verklaard (ECLI:NL:HR:2024:629). De zaak In deze Arubaanse winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, een naar het recht van Aruba opgerichte ...
Geen schijnlening, geen deelnemerschapslening en geen bodemlozeputlening: Hof bevestigt uitspraak van het Gerecht. Sprake van een onjuiste waardering van de schuld op de winstbepalende balans, toepassing foutenleer
Samenvatting zaak In deze Arubaanse winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een naar Arubaans recht opgerichte vennootschap. De directeur van belanghebbende was ‘C’. De in Zwitserland gevestigde vennootschap ‘Y’ was op dat moment voor 99,5% aandeelhouder, voor het overige werden de aandelen in belanghebbende gehouden door C. In 2006 is door Y een bedrag aan belanghebbende verstrekt. Ter zake van deze geldverstrekking is volgens belanghebbende geen schriftelijke ...
Hof van oordeel dat geen sprake is van het aangaan van een lening die verband houdt met een winstuitdeling: ten onrechte aftrekbeperking van artikel 6A LWB toegepast op door Curaçaose vennootschap aan AVV-zustervennootschap betaalde rente
Samenvatting zaak In deze Curaçaose winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is gevestigd te Curaçao en exploiteert in Curaçao onder meer een autohandel en garage. Haar moedermaatschappij is gevestigd op de Britse Maagdeneilanden. Belanghebbende is een lening van NAf 5.000.000 aangegaan bij een “zustervennootschap”, een op Aruba gevestigde vrijgestelde vennootschap (hierna: AVV) waarvan alle aandelen in handen zijn van de moedermaatschappij. De looptijd van de lening is vijftien ...
Hof oordeelt dat belanghebbende ten onrechte de door haar aan de gelieerde NV verstrekte lening heeft afgewaardeerd, lening door Inspecteur terecht aangemerkt als een onzakelijke lening
In deze Arubaanse winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, gevestigd te Aruba, is opgericht in 1999. De (uiteindelijke) aandeelhouder van belanghebbende is “F”. F is ook voor de helft aandeelhouder van “V NV”. De andere helft van de aandelen is in handen van “OC NV”. V NV heeft op 1 september 2005 alle aandelen in een NV (hierna: de NV) gekocht van “R NV” en “P NV” voor ...
Gerecht oordeelt dat geen sprake is van een schijnlening en ook niet van een bodemloze-putlening, de geldverstrekking is een lening en geen kapitaal. Omdat vast is komen te staan dat de schuld door belanghebbende niet meer zal worden voldaan, moet de schuld naar het oordeel van het Gerecht ten gunste van de winst vrijvallen
Samenvatting zaak In deze Arubaanse winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een naar Arubaans recht opgerichte vennootschap. De directeur van belanghebbende was wijlen C (hierna C). De vennootschap Y S.A. (hierna: Y), een in Zwitserland gevestigde vennootschap, was op dat moment voor 99,5% aandeelhouder, voor het overige werden de aandelen in belanghebbende gehouden door C. In 2006 is door Y een bedrag aan belanghebbende verstrekt. Ter zake ...
Gerecht acht aftrekbeperking van artikel 6A van toepassing op door Curaçaose vennootschap aan vrijgestelde Arubaanse zustervennootschap betaalde rente. Renteaftrek kan ook met toepassing van fraus legis worden beperkt
Samenvatting zaak In deze Curaçaose winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is gevestigd te Curaçao. Haar moedermaatschappij is gevestigd op de Britse Maagdeneilanden. Belanghebbende is een lening van NAf 5.000.000 aangegaan bij een “zustervennootschap”, een op Aruba gevestigde vrijgestelde vennootschap (hierna: AVV) waarvan alle aandelen in handen zijn van de moedermaatschappij. De looptijd van de lening is vijftien jaar, de jaarlijkse rente bedraagt 6,5% en de jaarlijkse aflossing ...
Hof oordeelt dat geen sprake is van een schijnlening, bodemloze putlening of een deelnemerschapslening. Onzakelijke lening en vaststelling van een zakelijke rente van 6%
Samenvatting zaak Belanghebbende is een in Aruba gevestigde naamloze vennootschap. De activiteiten van belanghebbende bestaan uit de exploitatie van een orthodontistenpraktijk. De heer “X” is directeur en enig aandeelhouder van belanghebbende. Belanghebbende houdt 100 percent van de aandelen in een andere NV (hierna: “ERW NV”). Van deze vennootschap is X ook de directeur. In de jaarrekeningen evenals in de aangiften winstbelasting van belanghebbende zijn bedragen als een vordering op ERW ...
Inspecteur weigert ten onrechte aftrek van rentebetalingen op de ter financiering van de aankoop van de panden aangegane lening. Er is een terugbetalingsverplichting zodat geen sprake is van een schijnlening, ook is geen sprake van een bodemloze-putlening. Dat de terugbetaling niet volgens het afgesproken aflossingsschema kon geschieden, doet daaraan niet af
Samenvatting zaak Belanghebbende, een te Aruba gevestigde N.V., heeft in 1999 een in Aruba gelegen woonhuis en bedrijfspand gekocht van de aandeelhouders van N.V. A – de familie “X” – voor respectievelijk Afl. 975.000 en Afl. 8.500.000. Deze koopprijzen komen overeen met de marktwaarde ten tijde van de koop. Ter financiering van de koopsommen is belanghebbende in 1999 twee leningen aangegaan bij haar te Curaçao gevestigde 100% moedermaatschappij, N.V. “A” ...
Geldverstrekking dient als lening te worden gekwalificeerd, niet als kapitaal
Samenvatting zaak In deze zaak is de vraag aan de orde of de geldverstrekking van belanghebbende aan haar 100 percent dochtermaatschappij als een geldlening heeft te gelden, zoals de inspecteur stelt, danwel als kapitaal. Het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) acht gelet op de vaststaande feiten niet aannemelijk dat belanghebbende ten tijde van de geldverstrekking geen geldlening beoogde te verstrekken. De achteraf gehouden aandeelhoudersvergaderingen waarvan de ...