Hof oordeelt dat de aan een ‘offshore-vennootschap’ opgelegde aanslagen winstbelasting over 2006 en 2007 te laat zijn vastgesteld en derhalve door het Gerecht terecht zijn vernietigd. Gerecht heeft ook terecht een vergoeding wegens geleden immateriële schade toegekend

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een maatschappij waarop het tot 1 januari 2000 geldende zogenoemde ‘off-shore’ regime van toepassing was, en waarop op grond van artikel VI, lid 10 van de Overgangsregeling 2001 (P.B. 1999, no. 244), voor de in geschil zijnde jaren de bepalingen van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 zoals deze luidde op 31 december 1999 (hierna: LWB ...

Anders dan het Gerecht oordeelt het Hof dat in het onderhavige geval geen sprake is van een bijzondere omstandigheid voor verlenging van de redelijke termijn: ten tijde van de brand in het belastingkantoor van Curaçao (augustus 2019) waren reeds 8 van de 9 maanden van de uitspraaktermijn verstreken zonder mededeling van de Inspecteur. Verder niet aannemelijk dat de dienstverlening door de gemachtigde niet op zakelijke gronden zou hebben plaatsgevonden: wél proceskostenvergoeding

Samenvatting zaak In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak is in hoger beroep nog het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn aanslagen inkomstenbelasting, premies AOV/AWW en premie AVBZ voor het jaar 2015 opgelegd. Daarbij is een verzuimboete opgelegd van NAf 1.000 vanwege het niet tijdig doen van aangifte. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslagen en verzuimboete en is vervolgens in beroep gekomen bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: ...

Inspecteur maakt de tijdige verzending van de belastingaanslagen niet aannemelijk: bezwaarschriften binnen de bezwaartermijn ingediend en ontvankelijk. Naar het oordeel van het Gerecht vormt de brand in het belastingkantoor een uitzonderlijke en onvoorzienbare situatie die voldoende reden geeft om de redelijke termijn te verlengen (met vier maanden): geen immateriële schadevergoeding

Samenvatting zaak In deze Curaçaose belastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende bezit alle aandelen in een vennootschapsstructuur, waaronder een entiteit waarin de praktijk wordt uitgeoefend. Bij de praktijk is een boekenonderzoek uitgevoerd. In het rapport zijn correcties in de winstbelastingsfeer voorgesteld (onder meer inzake: inventaris, water/electra, bewakingskosten, schoonmaakkosten, representatiekosten, abonnements- en contributiekosten en telefoonkosten). De Inspecteur heeft navorderingsaanslagen inkomstenbelasting, premies AOV/AWW en premie AVBZ opgelegd, waarbij de betreffende ...

Belanghebbende (inwoner van Nederland) hoeft vragen van Nederlandse inspecteur over Antilliaanse rechtspersoon niet te beantwoorden. De enkele mededeling van gemachtigde dat belanghebbende gerechtigd is geweest tot een (in 2000 geliquideerde) Antilliaanse rechtspersoon, is onvoldoende om hieromtrent een informatiebeschikking te geven. Inspecteur heeft niet gemotiveerd dat en in hoeverre deze informatie van belang kan zijn voor de belastingheffing

Samenvatting zaak In deze Nederlandse zaken met raakvlakken met de Caribische belastingpraktijk is het volgende aan de orde. Het betreft hier een tweetal vergelijkbare zaken (ECLI:NL:RBNHO:2021:5126 en ECLI:NL:RBNHO:2021:5127) . Hieronder nemen wij alleen een samenvatting op van zaak met nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:5126. Belanghebbende (eiser in deze zaak) is binnenlands belastingplichtige. In zijn aangiften Inkomstenbelasting/Premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) 2004 en verder heeft belanghebbende geen melding gemaakt van een Liechtensteinse AG, noch inkomsten ...

Hof verklaart zich onbevoegd om over het schadevergoedingsverzoek te oordelen. Regelgeving Aruba voorziet niet in de mogelijkheid tot het toekennen van een schadevergoeding door de belastingrechter, verzoek dient bij de burgerlijke rechter te worden ingediend

Samenvatting zaak Op 22 april 2021 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AUA2019H00112 (ECLI:NL:OGHACMB:2021:107) op het door belanghebbende ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (het Gerecht) van 5 april 2019 in de zaak BBZ nr. AUA201803150 (ECLI:NL:OGEAA:2019:225). In deze Arubaanse ...

Formele en boetebepalingen uit de ‘oude’ LWB van toepassing gebleven op aan voormalige ‘offshore-regime’ onderworpen lichamen: termijn beslissen op bezwaar zes maanden. Bij niet tijdig beslissen kan beroep worden ingesteld, mits het beroep niet onredelijk laat is: Gerecht hanteert termijn van één jaar. Immateriële schadevergoeding in casu niet toegekend

Samenvatting zaak Let op: doordat van vrijdagavond 16 april 2021 om 19.30 uur tot zondagavond 18 april 2021 om 23.59 uur (tijden volgens de Europees Nederlandse tijdzone) vrijwel alle computersystemen van de Rechtspraak in Nederland niet bereikbaar zijn vanwege groot onderhoud en dan ook het digitale uitsprakenregister op rechtspraak.nl niet beschikbaar zal zijn, zullen de hieronder in dit artikel opgenomen links naar uitspraken op rechtspraak.nl tijdelijk niet bereikbaar zijn. Dit ...

Inbreng polis leidt tot aftrek premie brandverzekering. Redelijke termijn met vier maanden verlengd vanwege brand belastingkantoor in augustus 2019, maar in casu niet overschreden: geen immateriële schadevergoeding

Samenvatting zaak Let op: doordat van vrijdagavond 16 april 2021 om 19.30 uur tot zondagavond 18 april 2021 om 23.59 uur (tijden volgens de Europees Nederlandse tijdzone) vrijwel alle computersystemen van de Rechtspraak in Nederland niet bereikbaar zijn vanwege groot onderhoud en dan ook het digitale uitsprakenregister op rechtspraak.nl niet beschikbaar zal zijn, zullen de hieronder in dit artikel opgenomen links naar uitspraken op rechtspraak.nl tijdelijk niet bereikbaar zijn. Dit ...

X heeft slechts als stroman gefungeerd en afspraak was dat Y de eenmanszaak voor eigen rekening en risico zou drijven: Hof bevestigt vonnis Gerecht dat Y (intern) aansprakelijk is voor de belastingaanslagen van de eenmanszaak

Samenvatting zaak In deze Arubaanse civielrechtelijke zaak met raakvlakken met de belastingpraktijk is het volgende aan de orde. Partij "X" (geïntimeerde in deze zaak) en partij “Y” (appellante in deze zaak) hebben in augustus 2006 een eenmanszaak ingeschreven in de Kamer van Koophandel met als doelstelling het ondernemen van een uitzendbureau. X staat ingeschreven als eigenaar, Y als gevolmachtigde. In april 2007 is een naamloze vennootschap ingeschreven (de N.V.) en ...

Ook Hof wijst vordering vergoeding geleden schade wegens het onthouden van een positieve verklaring van fiscaal gedrag af. Weliswaar staat vast dat de vernietigde aanslagen van meet af aan onrechtmatig waren, maar het vereiste causaal verband tussen het onrechtmatig handelen en de gestelde schade ontbreekt

Samenvatting zaak In deze Arubaanse civielrechtelijke zaak met evidente raakvlakken met de belastingpraktijk is het volgende aan de orde. Het betreft hier een hoger beroepzaak bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) tegen een op 9 mei 2018 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht). Vermoedelijk – doch daarvan vinden wij, ...

Gerecht heeft op goede gronden geoordeeld dat sprake is van grove schuld waarbij een vergrijpboete van 25% past, maar anders dan het Gerecht ziet het Hof geen redenen voor verdere matiging omdat geen aangiftebiljetten zouden zijn uitgereikt. Wel matiging vanwege lange behandeltermijn

Samenvatting zaak In deze Curaçaose hoger beroep belastingzaak is het Hof – kort samengevat – van oordeel dat het Gerecht op goede gronden geoordeeld heeft dat sprake is van grove schuld aan de zijde van belanghebbende dat te weinig belasting is betaald waarbij een vergrijpboete van 25% past. Echter, anders dan het Gerecht, ziet het Hof geen redenen om de boetes (verder) te matigen omdat geen aangiftebiljetten zouden zijn uitgereikt ...

Verstrekkende nieuwe ontwikkeling in de rechtspraak van het Hof over gevolgen overschrijding redelijke behandelingstermijn van het geschil. Hoewel de redelijke behandelingstermijn is overschreden verbindt het Hof daaraan nog geen gevolgen omdat het voor het eerst uitspraak doet over de gevolgen van de rechtspraak van het EHRM in belastingzaken. Het Hof zal daar pas gevolgen aan verbinden in procedures waarin op of na 1 oktober 2018 een bezwaarschrift is ingediend

Samenvatting zaak Belanghebbende is een B.V. gevestigd te Curaçao. De Stichting Belasting Accountants Bureau heeft bij belanghebbende een boekenonderzoek ingesteld om onder andere de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over de jaren 2006 tot en met 2008 vast te stellen. De bevindingen van SBAB zijn neergelegd in het controlerapport van 18 mei 2011. De Inspecteur heeft, naar aanleiding van de bevindingen in het controlerapport, met dagtekening 4 november 2011 naheffingsaanslagen ...

Hof oordeelt dat de Inspecteur bevoegd was om het tax holiday-verzoek af te doen en dat de Inspecteur het verzoek terecht heeft afgewezen, omdat niet voldaan is aan de materiële vereisten. Hof kent wel immateriële schadevergoeding toe vanwege het lange tijdsbestek tussen tax holiday-verzoek en uitsluitsel

Samenvatting zaak Belanghebbende is een in Bonaire gevestigde vennootschap die onder meer als doel heeft het ontwikkelen en exploiteren van onroerende zaken en goederen, hotels, bars, restaurants en appartementencomplexen. Belanghebbende heeft in 2005 te “Z” een perceel grond gekocht waarop zij in de periode 2006-2008 een appartementencomplex heeft gebouwd. Belanghebbende heeft na de ontwikkeling van het project en de verkoop van de appartementen geen nieuwe activiteiten meer ontplooid. Vanaf 2009 ...

Overschrijding van de redelijke termijn kan niet leiden tot vermindering van de naheffingsaanslagen, maar leidt wel tot matiging van de boete. Belastingrechter in Curaçao kan geen vergoeding van immateriële schade toekennen

Samenvatting zaak Belanghebbende exploiteert een bouw- en installatiebedrijf. Naar aanleiding van de bevindingen van een boekenonderzoek heeft de Inspecteur in september 2005 naheffingsaanslagen winstbelasting over de jaren 2000 en 2001 opgelegd. Verder heeft de Inspecteur vergrijpboetes opgelegd vanwege het “grofschuldig” niet (tijdig) betalen van de verschuldigde belasting. In beroep is in geschil of de naheffingsaanslagen winstbelasting en de vergrijpboetes terecht zijn opgelegd. Wat betreft de naheffingsaanslagen heeft belanghebbende gesteld dat ...

Recht op integrale proceskostenvergoeding. Geen schadevergoeding wegens vermogensschade, ook geen immateriële schadevergoeding

Samenvatting zaak Belanghebbende heeft recht op integrale proceskostenvergoeding. Ingevolge artikel 8.115b Belastingwet BES kan het Gerecht het bestuursorgaan veroordelen tot vergoeding van schade. Geen schadevergoeding wegens vermogenschade. Ook het verzoek om immateriële schadevergoeding in verband met de overschrijding van de redelijke behandelduur van de zaak, wordt verworpen. (Inhoudsindicatie door: www.rechtspraak.nl). BRONDOCUMENT BRON: www.rechtspraak.nl LET OP: Dit artikel bevat slechts een korte omschrijving door onze redactie van de essentie van (een ...