Antwoorden op vragen kamerlid Van Dam over het bericht ‘Nederland draait op voor Antilliaanse douanefraude’. Onderzocht wordt of dit tot een verplichting tot financiële compensatie voor het Koninkrijk der Nederlanden zou kunnen leiden

De Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties heeft aan de Tweede Kamer de antwoorden doen toekomen op de vragen die het Tweede Kamerlid Van Dam (CDA) heeft gesteld over het bericht in het NRC Handelsblad van 6 november 2019 «Nederland draait op voor Antilliaanse douanefraude». Genoemd bericht handelde over de gevolgen van de uitspraak van het Europees Hof van Justitie van 31 oktober 2019 (zaaknummer C-395/17; ECLI:EU:C:2019:918) met betrekking tot de ...

Europees HvJ oordeelt in zaak over douanerechten dat het Koninkrijk aansprakelijk is voor het verlies aan EU-inkomsten, ontstaan wegens de onregelmatige afgifte van goederenverkeercertificaten door de autoriteiten van Curaçao en Aruba in strijd met de LGO-besluiten

Samenvatting zaak In deze (Europees) Unierechtelijke zaak op het gebied van douanerechten is, kort samengevat, het volgende aan de orde. In de jaren 1997 tot en met 2000 werd melkpoeder en rijst uit Curaçao ingevoerd in Duitsland en in de jaren 2002 en 2003 werd gries en griesmeel uit Aruba ingevoerd in Nederland. De autoriteiten van Curaçao en Aruba hebben voor deze goederen certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 (hierna: “EUR.1‑certificaten”) afgegeven, hoewel ...

Voorstel voor een besluit inzake de associatie van de LGO’s met de EU betreft een nieuw financieel instrument voor de LGO’s in het kader van het Meerjarig Financieel Kader 2021 – 2027

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft op 20 juli 2018 aan de Tweede Kamer een Fiche aangeboden inzake het voorstel van 14 juni 2018 voor een besluit inzake de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie (EU), met inbegrip van de betrekkingen tussen de Europese Unie enerzijds en Groenland en het Koninkrijk Denemarken anderzijds ("LGO-besluit"). Dit voorstel is onderdeel van het pakket aan voorstellen dat de ...

Verplichting voor toepassing forfaitaire winstberekeningsmethode voor vaste inrichting van Sint Maartense verzekeraar naar het oordeel van het Gerecht niet in strijd met art. 1, lid 2 en 3 van het BRK, met art 14 EVRM en art. XVII van de GATS

Samenvatting zaak Belanghebbende is een in Sint Maarten gevestigde verzekeringsmaatschappij met vaste inrichting op Aruba. Belanghebbende moet op Aruba op grond van artikel 8, lid 2 van de Landsverordening winstbelasting de winst bepalen volgens een forfaitaire methode. Een op Aruba gevestigde verzekeringsmaatschappij heeft die verplichting niet. Het resultaat op grond van de forfaitaire methode is ruim positief, terwijl belanghebbende in werkelijkheid geen winst gemaakt heeft. Naar het oordeel van het ...