Arrest Hoge Raad. De stukken van het geding laten geen andere slotsom toe dan dat belanghebbende onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld die de conclusie rechtvaardigen dat de geldverstrekking van de holding aan haar als onzakelijke lening moet worden aangemerkt

Samenvatting zaak Vandaag, vrijdag 19 april 2024, heeft de Hoge Raad het door belanghebbende ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van 6 augustus 2021 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) (ECLI:NL:OGHACMB:2021:324) ongegrond verklaard (ECLI:NL:HR:2024:629). De zaak In deze Arubaanse winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, een naar het recht van Aruba opgerichte ...

Omdat belanghebbende geen aangifte OZB heeft gedaan hoewel hij de afgelopen vijf jaren geen aanslagen OZB had ontvangen, wordt de vraag of een navorderingsaanslag voor 2015 kan worden opgelegd beantwoord o.b.v. artikel 13 ALL. Belanghebbende voert aan dat een nieuw feit ontbreekt omdat alle notariële aktes, ook de koopakte van de onderhavige onroerende zaak, o.b.v. de Registratieverordening 1908 door de Inspecteur moeten worden geregistreerd en de Inspecteur om die reden bekend was met de verkrijging van de onroerende zaak door belanghebbende. Inspecteur geeft toe dat in dit geval een nieuw feit ontbreekt

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende heeft in 2003 een onroerende zaak gekocht. Volgens de Inspecteur is belanghebbende pas voor het tijdvak 2014-2018 als belastingplichtige voor de onroerendezaakbelasting (OZB) aangemerkt. Aan belanghebbende zijn op 30 november 2020 een aanslag OZB voor het jaar 2014 en een navorderingsaanslag OZB voor het jaar 2015 opgelegd. Belanghebbende heeft geen aangifte ...

Arrest Hoge Raad in Nederlandse belastingzaak over de vragen of belanghebbende (ingeschreven in Curaçao) na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn mag worden uitgenodigd tot het doen van aangiften IB/PVV en of het niet-retourneren van de aangiftebiljetten ook leidt tot kwade trouw indien die gedraging na afloop van de aanslagtermijn heeft plaatsgevonden

Samenvatting zaak Op vrijdag 9 juni jl. heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een Nederlandse belastingzaak over, onder meer, de vragen (i) of belanghebbende (ingeschreven in de Nederlandse Antillen/Curaçao) na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn mag worden uitgenodigd tot het doen van (Nederlandse) aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV), en (ii) of het niet-retourneren van de aangiftebiljetten ook leidt tot kwade trouw indien die gedraging na afloop van de aanslagtermijn ...

Verlenging aanslagtermijn OZB over 2015 niet mogelijk op grond van overgangsregeling bij invoering artikel 10a LvOZB. In casu ook geen navordering op grond van artikel 10 lid 2 of artikel 10a lid 5. Hof wel van oordeel dat in gevallen waarin niet aan de in de overgangsregeling opgenomen vormen van aangifteplicht is voldaan, kan worden nagevorderd op grond van artikel 13 ALL (doch in casu is geen sprake van een ‘nieuw feit’)

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft op 27 februari 2020 op grond van artikel 10a van de Landsverordening onroerendezaakbelasting (hierna: LvOZB) aangifte onroerendezaakbelasting (OZB) over het jaar 2015 gedaan. Op 11 augustus 2020 is ter zake van de onroerende zaak aan belanghebbende een aanslag OZB voor het jaar 2015 opgelegd. Belanghebbende bestrijdt de aanslag. Aan belanghebbende is niet eerder een aanslag OZB ...

In 2017 of 2018 is de onroerende zaak in voltooide staat getaxeerd, waarmee ervan kan worden uitgegaan dat de wijzigingen in de zin van artikel 8 LvOZB in de waarde zijn meegenomen. De door belanghebbende nadien gedane aangifte kan dan niet als nieuw feit worden aangemerkt: Gerecht vernietigt de navorderingsaanslagen OZB

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van een appartementencomplex dat in het tijdvak 2014-2018 in aanbouw was (de onroerende zaak). Aan hem zijn ter zake van de onroerende zaak voor de jaren 2014 tot en met 2018 definitieve aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) opgelegd naar een belastbare waarde van Nafl. 343.000. Tegen deze waarde heeft belanghebbende geen bezwaar gemaakt. Conform de overgangsregeling bij ...

Visserijactiviteiten van belanghebbende gelden als onderneming. Niet aannemelijk gemaakt dat kanasters zijn gekocht en dat daarvoor de gestelde aanschafprijs is betaald, ook niet aannemelijk gemaakt dat goed koopmansgebruik er in casu toe leidt dat de boekwaarde, wegens het verloren zijn gegaan, volledig kan worden afgeschreven

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft een visserijvergunning en bedrijft sinds januari 2007 een visserij (visvangst en visverkoop) in de vorm van een eenmanszaak, zonder personeel in dienst te hebben. De eenmanszaak is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel van Curaçao. Hij heeft een zelfgebouwde boot in de onderneming ingebracht. En later (eind december 2007) heeft hij met financiering van de Ontwikkelingsbank ...

Tijdig aangifte OZB over 2015 gedaan: navordering niet mogelijk omdat het niet voldoen aan de aangifteplicht een voorwaarde is voor het toepassen van de verlengde navorderingstermijn. Ook geen toepassing verlengde navorderingstermijn van de ALL: de bepalingen van de artikelen 10 en 10a LvOZB hebben te gelden als ‘lex specialis’ en dienen daarom met voorrang op de algemene regeling te worden toegepast

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende heeft op 27 februari 2020 op grond van artikel 10a van de Landsverordening onroerendezaakbelasting (hierna: LOZB) aangifte onroerendezaakbelasting (OZB) over het jaar 2015 gedaan. Op 11 augustus 2020 is ter zake van de onroerende zaak aan belanghebbende een aanslag OZB voor het jaar 2015 opgelegd. Aan belanghebbende is niet eerder een aanslag ...

Navorderingsaanslag opgelegd aan belanghebbende wier echtgenoot betrokken was bij een SPF. Geen sprake van een nieuw feit, omdat er geen nieuwe feiten bekend zijn geworden na het opleggen van de primitieve aanslag. Geen causaal verband tussen het niet kruisen van de APV-vraag in de aangifte en het te weinig heffen van belasting

Samenvatting zaak In deze Nederlandse zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende is gehuwd en woonachtig in Nederland. Volgens een uittreksel van Kamer van Koophandel te Curaçao is op 16 maart 2009 een stichting particulier fonds (SPF) opgericht en is de echtgenoot van belanghebbende bestuurder van de SPF. Volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel in Nederland is de SPF vanaf 5 november ...

Navorderingsaanslag opgelegd aan belanghebbende die betrokken was bij een SPF. Geen sprake van een nieuw feit, omdat er geen nieuwe feiten bekend zijn geworden na het opleggen van de primitieve aanslag. Geen causaal verband tussen het niet kruisen van de APV-vraag in de aangifte en het te weinig heffen van belasting

Samenvatting zaak In deze Nederlandse zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende is gehuwd en woonachtig in Nederland. Volgens een uittreksel van de Kamer van Koophandel te Curaçao is op 16 maart 2009 een stichting particulier fonds (SPF) opgericht en is belanghebbende bestuurder van de SPF. Volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel in Nederland is de SPF vanaf 5 november 2010 enig ...

Conclusie A-G Niessen inzake geschil (i) over de vraag of na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn belanghebbende (ingeschreven in Curaçao) mag worden uitgenodigd tot het doen van (Nederlandse) aangiften IB/PVV en (ii) over de toepassing van de verlengde navorderingstermijn in relatie met de vrijheid van kapitaalverkeer en het LGO-Besluit

Samenvatting zaak A-G Niessen heeft conclusie genomen inzake een Nederlands belastinggeschil (i) over de vraag of na het verstrijken van de reguliere aanslagtermijn belanghebbende (ingeschreven in de Nederlandse Antillen/Curaçao) mag worden uitgenodigd tot het doen van (Nederlandse) aangiften IB/PVV, en zo ja, (ii) over de toepassing van de verlengde navorderingstermijn in relatie met de vrijheid van kapitaalverkeer en het Besluit LGO. In deze Nederlandse zaak is het volgende aan de ...

Navordering inkomstenbelasting omdat bij de definitieve aanslag teveel ingehouden loonbelasting was verrekend: beroep op ontbreken nieuw feit verworpen omdat op grond van artikel 13 lid 2 ALL ook zonder nieuw feit nagevorderd kan worden. Beroepen op vertrouwensbeginsel en gelijkheidsbeginsel ook verworpen

Samenvatting zaak In deze Sint Maartense zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende (van beroep controleur bij de belastingdienst) was in 2015 als door Nederland uitgezonden controle-ambtenaar werkzaam in Sint Maarten. Met belanghebbende is de afspraak gemaakt dat de werkgever de loonbelasting voor haar rekening neemt (expatriates-regeling). Belanghebbende heeft de aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2015 ingediend naar een belastbaar inkomen en een bedrag aan ...

Geen schijnlening, geen deelnemerschapslening en geen bodemlozeputlening: Hof bevestigt uitspraak van het Gerecht. Sprake van een onjuiste waardering van de schuld op de winstbepalende balans, toepassing foutenleer

Samenvatting zaak In deze Arubaanse winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een naar Arubaans recht opgerichte vennootschap. De directeur van belanghebbende was ‘C’. De in Zwitserland gevestigde vennootschap ‘Y’ was op dat moment voor 99,5% aandeelhouder, voor het overige werden de aandelen in belanghebbende gehouden door C. In 2006 is door Y een bedrag aan belanghebbende verstrekt. Ter zake van deze geldverstrekking is volgens belanghebbende geen schriftelijke ...

Rechtbank oordeelt dat uit niets volgt dat belanghebbende beschikte over het SPF-vermogen als ware het haar eigen vermogen, geen aanleiding het handelen van anderen aan haar toe te rekenen

Samenvatting zaak In deze Nederlandse fiscale zaak met raakvlakken met de Caribische praktijk is het volgende aan de orde. Het betreft een geschil over (navorderings)aanslagen (Nederlandse) IB/PVV over de jaren 2002 tot en met 2008 in verband met toerekening van SPF-vermogen. Belanghebbende is in die jaren betrokken bij een SPF. In geschil is onder meer of de inspecteur over een nieuw feit beschikt op grond waarvan navorderingsaanslagen kunnen worden opgelegd ...

Inspecteur beschikte voor het jongste jaar niet over een voor navordering vereist nieuw feit. Ten tijde van het opleggen van de primitieve aanslagen was hij bekend met gegevens uit het proces-verbaal van de politie. Gerecht gaat in goede justitie over tot een schatting van het belastbaar inkomen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende drijft een kapsalon in de vorm van een eenmanszaak en heeft voor de jaren 2013 tot en met 2015 in de aangiften inkomstenbelasting een opbrengst van onderneming aangegeven. De Inspecteur heeft de aanslagen vastgesteld overeenkomstig de aangiften. Deze primitieve aanslagen zijn gedagtekend op 15 april 2016 (2013), 18 en 24 maart 2016 (2014) en 19 mei 2017 ...

Hof Den Bosch van oordeel dat belanghebbende – in de onderhavige jaren ingeschreven in de Nederlandse Antillen – een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland had

Samenvatting zaak In deze Nederlandse fiscale zaak met raakvlakken met de Caribische belastingpraktijk is (onder meer) het volgende aan de orde. De zaak betreft (Nederlandse) (navorderings)aanslagen IB/PVV over de jaren 2002 tot en met 2013. Tussen belanghebbende en de inspecteur is onder meer in geschil of belanghebbende – in de onderhavige jaren ingeschreven in de (voormalig) Nederlandse Antillen – al dan niet in Nederland (binnenlands) belastingplichtig is. Ook gaat het ...

Belanghebbende heeft gelden geleend van een met haar verbonden naar Antilliaans recht opgericht lichaam. De Inspecteur heeft navorderingsaanslagen opgelegd (correctie rentelasten). Hof is van oordeel dat geen sprake is van een ambtelijk verzuim dat aan navordering in de weg staat. De verlengde navorderingstermijn is in dit geval evenwel niet van toepassing (Nederlandse belastingzaak)

Samenvatting zaak In deze Nederlandse belastingzaak is, kort samengevat, het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft gelden geleend van een met haar verbonden, naar Antilliaans recht opgericht lichaam. Zij heeft deze lening aangewend voor de verwerving van aandelen in een B.V. waarin een pompstation wordt geëxploiteerd. Belanghebbende heeft de door haar ter zake van de lening verschuldigde kosten en rente in aftrek gebracht op haar belastbare winst in de onderhavige jaren ...

Hoge Raad doet cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 RO. Betreft zaak waarin Hof Den Bosch besliste dat, nu achteraf bleek dat de SPF ten tijde van de inbreng in Nederland was gevestigd, de Inspecteur daarmee over een nieuw feit beschikte dat navordering rechtvaardigt (Nederlandse belastingzaak)

Samenvatting zaak Op 15 mei jl. heeft de Hoge Raad het door de belanghebbende ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 6 september 2018 (zaaknummer 17/00690; ECLI:NL:GHSHE:2018:3702) afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (R.O.). Dit betrof de zaak waarin Hof Den Bosch (hierna: het Hof) – kort samengevat – besliste dat, nu achteraf bleek dat de SPF ten ...

Inspecteur is pas na opleggen primitieve aanslagen en eerste navorderingsaanslagen ermee bekend geworden dat de hypotheekrente geen betrekking had op de als hoofdverblijf dienende woning: nieuw feit. Wel ambtelijk verzuim voor het bovenmatige in aftrek genomen bedrag

Samenvatting zaak In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn over de jaren 2006 tot en met 2010 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de premie AVBZ opgelegd. Gelijktijdig zijn vergrijpboetes van 25% opgelegd. In de navorderingsaanslagen zijn onder andere correcties begrepen van de door belanghebbende in haar aangiften als aftrekpost in aanmerking genomen kosten in verband met de eigen woning. De woning van belanghebbende (hierna: ...

Echtgenoot had kunnen worden ingeschakeld om in de bezwaarperiode in bezwaar te komen: termijnoverschrijding niet verschoonbaar geacht. Overigens sprake van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt, conversie in navorderingsaanslag

Samenvatting zaak In deze Curaçaose formeelbelastingrechtelijke zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn op 18 december 2015 voor het jaar 2008 en voor het jaar (ambtshalve) aanslagen in de inkomstenbelasting en de premies AOV/AWW en AVBZ. Gelijktijdig zijn verzuimboetes opgelegd. Ook zijn aan belanghebbende, op 31 oktober 2014, (ambtshalve) aanslagen in de inkomstenbelasting en de premies AOV/AWW en AVBZ voor het jaar 2010 opgelegd en is gelijktijdig ...

Evenals het Gerecht acht het Hof aannemelijk dat de betrokken partijen zich van de vermogensverschuiving bewust moeten zijn geweest: verkapte winstuitdeling. Niet aangeven van de winstuitdeling dermate onzorgvuldig dat sprake is van grove schuld

Samenvatting zaak Belanghebbende heeft 25% van de aandelen in een NV. De overige aandelen zijn in handen van zijn twee broers. Bij de NV is een boekenonderzoek ingesteld. Voor de winstbelasting zijn diverse correcties aangebracht. Enige daarvan zijn als winstuitdeling aangemerkt, naar rato van het aandelenbezit van de aandeelhouders. Naar aanleiding van de bevindingen van het boekenonderzoek zijn voor de jaren 2006 tot en met 2008 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd. De ...

Belanghebbende niet geslaagd in de bewijslast dat hij zijn geldvordering op een holding reeds tegen uitreiking van aandelen heeft ingebracht in een buitenlandse Ltd. Hof oordeelt dat belanghebbende een geldvordering had op de holding ter zake waarvan belanghebbende een rentebate heeft genoten

Samenvatting zaak Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van “Y Holding BV” (hierna: Y). Y is gevestigd in Curaçao. Y heeft eind 2007 haar aandelen in “X Beheer BV” en een vordering op deze vennootschap, overgedragen aan “X JR Holding BV” (Holding JR), een vennootschap in handen van belanghebbendes zoon. De koopsom is schuldig gebleven en omgezet in een schuldvordering, waarbij een rente van 6 percent is overeengekomen. Deze vordering ...

Gerecht oordeelt dat geen sprake is van een schijnlening en ook niet van een bodemloze-putlening, de geldverstrekking is een lening en geen kapitaal. Omdat vast is komen te staan dat de schuld door belanghebbende niet meer zal worden voldaan, moet de schuld naar het oordeel van het Gerecht ten gunste van de winst vrijvallen

Samenvatting zaak In deze Arubaanse winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een naar Arubaans recht opgerichte vennootschap. De directeur van belanghebbende was wijlen C (hierna C). De vennootschap Y S.A. (hierna: Y), een in Zwitserland gevestigde vennootschap, was op dat moment voor 99,5% aandeelhouder, voor het overige werden de aandelen in belanghebbende gehouden door C. In 2006 is door Y een bedrag aan belanghebbende verstrekt. Ter zake ...

Naar Sint Maarten uitgezonden OvJ bleef in Nederland premieplichtig voor de volksverzekeringen, maar bij het vaststellen van de aanslag ib/pvv zijn de verschuldigde premies volksverzekeringen niet vermeld. Rechtbank van oordeel dat deze fout voor belanghebbende redelijkerwijs kenbaar was, waardoor kan worden nagevorderd

Samenvatting zaak In deze Nederlandse zaak op het gebied van de premieheffing volksverzekeringen met raakvlakken met de Caribische praktijk is het volgende aan de orde. Belanghebbende, eiseres in deze zaak, is werkzaam als officier van justitie (OvJ) voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid (“de Minister”) en is ingaande 1 oktober 2012 voor een periode van 3 jaar benoemd tot officier van justitie bij het Openbaar Ministerie van Sint Maarten ...

Met de enkele stelling dat er sprake is van een externe acquisitie maakt belanghebbende niet aannemelijk dat aan de rentedragende schuld aan de Antilliaanse vennootschap en de daarmee verband houdende rechtshandeling in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen. Rechtbank komt niet toe aan beoordeling of stichting al dan niet transparant is (Nederlandse zaak)

Samenvatting zaak In deze Nederlandse belastingzaak is, kort samengevat, het volgende aan de orde. “X” is enig aandeelhouder van “BV1”. Deze vennootschap dreef 16 pompstations die eind jaren negentig zijn verkocht. BV1 hield in de onderhavige jaren alle aandelen in “BV2” welke vennootschap in 2005 naar het toenmalige Nederlands-Antilliaans recht werd opgericht. BV1 hield tot april 2002 tevens alle aandelen in eiseres en “BV3”. In april 2002 heeft BV1 de ...

Na opleggen primitieve aanslagen bekend worden dat genoten rente-inkomsten niet zijn ontvangen van binnenlandse banken levert nieuw feit op. Inspecteur behoefde in redelijkheid niet aan de juistheid van de aangiften te twijfelen. Geen sprake van een ambtelijk verzuim

Samenvatting zaak In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft in 2009 een (hypothecaire) geldlening verstrekt aan haar twee zonen. In dat verband is een schriftelijke leningsovereenkomst opgemaakt (hierna: de leningsovereenkomst). in de aangiften IB 2009 t/m 2013 heeft belanghebbende de rente-inkomsten aangegeven als ‘rente ontvangen op binnenlandse spaartegoeden’. De Inspecteur heeft de (primitieve) aanslagen IB 2009 t/m 2013 vastgesteld overeenkomstig de aangiften. Daardoor zijn de ...

Standpunt Nederlandse inspecteur dat belanghebbende – voorheen ingeschreven in Curaçao – in Nederland binnenlands belastingplichtige is, naar oordeel Rechtbank niet onredelijk

Samenvatting zaak In deze Nederlandse fiscale zaak met raakvlakken met de Caribische belastingpraktijk is het volgende aan de orde. De zaak betreft (Nederlandse) belastingaanslagen IB/PVV over de jaren 2002 tot en met 2013. Kern van het geschil tussen belanghebbende en de inspecteur is of belanghebbende al dan niet (binnenlands) belastingplichtig is. Voorts gaat het om fictief loon genoten van op Curaçao gevestigde naamloze vennootschappen en om inkomsten genoten van een ...

Hof Den Bosch: Nu achteraf bleek dat de SPF ten tijde van de inbreng in Nederland was gevestigd beschikte de Inspecteur daarmee over een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt

Samenvatting zaak Het betreft hier een Nederlandse zaak met raakvlakken met de Caribische belastingpraktijk. Belanghebbende heeft op 5 augustus 2010 1900 van de 2002 door haar gehouden soortaandelen in een B.V. (hierna de B.V.) ingebracht in een op 2 augustus 2010 naar het recht van Curaçao opgericht lichaam (een stichting particulier fonds) dat voor Nederlandse fiscale doeleinden kwalificeert als een zogenoemd “Afgezonderd Particulier Vermogen” (hierna: het APV). De overige 102 ...

Het door de belanghebbende te laat ingestelde beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak wordt geacht mede te zijn gericht tegen de reële uitspraak. Ten aanzien van de door de Inspecteur gestelde winstuitdeling acht het Gerecht te zijn voldaan aan het bewustheidsvereiste

Samenvatting zaak Belanghebbende heeft 25% van de aandelen in een NV. De overige aandelen zijn in handen van zijn twee broers. Bij de NV is een boekenonderzoek ingesteld. Voor de winstbelasting zijn diverse correcties aangebracht. Enige daarvan zijn als winstuitdeling aangemerkt, naar rato van het aandelenbezit van de aandeelhouders. Naar aanleiding van de bevindingen van het boekenonderzoek zijn voor de jaren 2006 tot en met 2008 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd. De ...

Gerecht acht nieuw feit aanwezig. Belanghebbende kan geen opzet verweten worden, wel grove schuld

Samenvatting zaak Belanghebbende heeft voor de jaren 2011 en 2012 aangifte inkomstenbelasting gedaan. De Inspecteur heeft op 5 juli 2013 over het jaar 2011 en op 31 oktober 2014 over het jaar 2012 overeenkomstig de aangiften aanslagen inkomstenbelasting opgelegd. Op basis van door de Stichting Bureau Ziektekostenvoorzieningen (Stichting BZV) verstrekte gegevens, kondigt de Inspecteur in een brief met dagtekening 25 maart 2015 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en boetes over de jaren 2011 ...

Het ligt niet op de weg van de belastingrechter om de navorderingsmogelijkheden te verruimen, Gerecht oordeelt dat de Inspecteur niet bevoegd was een navorderingsaanslag op te leggen. De verkapte dividenduitkering is genoten van een vennootschap die niet als buitenlandse belastingplichtige moet worden aangemerkt: penshonadoregeling kan geen toepassing vinden, dividenduitkering belast naar het bijzondere tarief van 19,5 percent

Samenvatting zaak Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van “Z Holding” BV (hierna: Z). Z is gevestigd in Curaçao. Z heeft begin 2008 een rekening-courantvordering op belanghebbende. Ter zake daarvan is geen rente in rekening gebracht. Op 5 februari 2008 is deze vordering uitgekeerd aan belanghebbende. De Inspecteur legt een primitieve aanslag 2008 op onder toepassing van een tarief van 5 percent. De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat ...