Immateriële schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn. Nu met nadrukkelijke instemming door de gemachtigde van belanghebbende in een vergelijkbare zaak is besloten tot aanhouden i.v.m. het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad, acht het Gerecht het redelijk om ook in de onderhavige grondbelastingzaak de tijd die is gemoeid met het afwachten van de prejudiciële beslissing buiten beschouwing te laten bij het bepalen van de ‘redelijke termijn’. Ook bij het vaststellen van de hoogte van de proceskostenvergoeding wordt deze zaak met de andere grondbelastingzaken als samenhangend aangemerkt

Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is inhoudelijk in geschil of de per 1 januari 2019 ingevoerde wettelijke verhoging van het belastingtarief voor de grondbelasting van 0,4% naar 0,6% en het tegelijkertijd laten vervallen van de belastingvrije waarde rechtmatig is, en zo niet wat voor gevolgen dit dan moet hebben voor de opgelegde aanslagen, en, voorts, of de waarde van de onroerende zaak tot een te hoog bedrag is vastgesteld ...

Met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad in de Arubaanse grondbelastingzaak is het naar het oordeel van het Gerecht niet relevant of er al dan niet ‘leggers’ bestaan. Het Gerecht ziet wederom ook geen reden om af te wijken van de door de Hoge Raad gegeven prejudiciële beslissing dan wel opnieuw één of meer prejudiciële vragen te stellen

Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is eigenaar van een perceel grond met een oppervlakte van 1.571 m² met daarop een gebouwd opstal met een oppervlakte van 558 m², een ‘duplex commercial building’ (hierna: de onroerende zaak). De opstal is gebouwd in 2009 en bestaat uit drie receptieruimtes en drie wachtkamers, 11 kantoorruimtes, zes toiletten, een badkamer, gangen en voor en achter parkeermogelijkheden ...

Einduitspraak in grondbelastingzaak: met implementatie van de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad verklaart het Gerecht het beroep van belanghebbende ongegrond. Gerecht geeft context aan waartegen die implementatie plaatsvindt en de beperkte bewegingsvrijheid die het Gerecht daarbij heeft

Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Op basis van de Landsverordening grondbelasting (hierna: LGB) wordt in Aruba jaarlijks een belasting op onroerende zaken geheven en de zakelijke genotsrechten waaraan deze zijn onderworpen. Uitgangspunt daarbij is dat de waarde van onroerende zaken wordt vastgesteld voor een periode van vijf jaar. Voor wat betreft de onderhavige zaak geldt het tijdvak 2017-2021. Per ...

Conclusie Advocaat-Generaal naar aanleiding van het verzoek van het Gerecht in eerste aanleg om een prejudiciële beslissing over de fiscale gevolgen van de wijziging van de Arubaanse Landsverordening Grondbelasting per 1 januari 2019

Samenvatting zaak Op 29 november 2022 heeft Advocaat-Generaal (A-G) R.L.H. IJzerman conclusie genomen naar aanleiding van naar aanleiding van het verzoek om een prejudiciële beslissing van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) van 4 februari 2022 (zaaknummer AUA202002936; ECLI:NL:OGEAA:2022:15). Deze voor de praktijk belangwekkende Arubaanse grondbelastingzaak betreft vragen over de fiscale gevolgen van de wijziging van de Arubaanse Landsverordening Grondbelasting per 1 januari 2019. Bij het ...

Conclusie Advocaat-Generaal in zaak over de vraag of – gelet op de vijfjarige heffingssystematiek van de Arubaanse grondbelasting – na een tussentijdse tariefsverhoging binnen dat tijdvak, kan worden nagevorderd met ingang van het jaar van tariefverhoging

Samenvatting zaak Op 29 november 2022 heeft Advocaat-Generaal (A-G) R.L.H. IJzerman conclusie genomen naar aanleiding van het beroep in cassatie van de minister van Financiën en Cultuur van Aruba (hierna: de Minister) tegen de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Gemeenschappelijk Hof) van 30 juli 2021 (zaaknummers AUA2020H00035 tot en met AUA2020H00037; ECLI:NL:OGHACMB:2021:223) op het ...

Gerecht stelt prejudiciële vragen in grondbelastingzaak waarin belanghebbende zich op het standpunt stelt dat de aanslag niet naar het met ingang van 2019 geldende hogere tarief kan worden opgelegd

Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat en enigszins geparafraseerd). Bij Landsverordening van 21 december 2018 (AB 2018 no. 81) is onder meer de Landsverordening grondbelasting (LGB) gewijzigd. Deze wetswijziging in de grondbelasting per 1 januari 2019 brengt (onder meer) met zich mee dat met ingang van die datum, dat wil zeggen gedurende het vijfjarige tijdvak (2017-2022), het belastingtarief van de grondbelasting voor ...

Afwijzing verzoek om vrijstelling van invoerrechten op havenkraan. Hof: schrijven van de Minister geen beschikking als bedoeld in artikel 128 vierde lid Liud (en dus geen Lar-beschikking), bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard

Samenvatting zaak In deze Arubaanse bestuursrechtelijke zaak (Lar) is het volgende aan de orde (kort samengevat). Bij de Ministeriële Beschikking van 18 februari 2011 (de Ministeriële Beschikking) heeft de minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur van Aruba (de Minister) bepaald dat – zakelijk weergegeven – vrijstelling van heffing van invoerrecht wordt toegepast bij de invoer van: materialen en benodigdheden voor de aanleg en uitbreiding van zeehavens; containerkranen, laadkranen, alsmede ...

Cassatieberoep ingesteld in zaak over de aanslag grondbelasting 2019 met het verhoogde tarief. Ook prejudiciële vragen aan Hoge Raad in een zaak in eerste aanleg over verhoging tarief grondbelasting in vijfjarig tijdvak 2017-2021

Naar aanleiding van een artikel in de Amigoe van Aruba van 4 oktober 2021, attenderen wij u er hierbij kort op dat, volgens dat artikel, door de belastingdienst van Aruba beroep in cassatie is ingesteld bij de Hoge Raad tegen – naar wij begrijpen – de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: het Hof) van 30 juli 2021 (zaaknummers AUA2020H00035 tot en met AUA2020H00037; ECLI:NL:OGHACMB:2021:223). Het geschil in ...

Hoger beroep. Belanghebbende terecht niet-ontvankelijk in bezwaar tegen de aanslag grondbelasting 2018: vermindering van die aanslag terecht overgelaten aan de Inspecteur. Door (ook) op te komen tegen het belastingtarief (0,6%) is voor het jaar 2019 zowel bezwaar als beroep mogelijk: Gerecht had de aanslag moeten verminderen. Tweede (primitieve) aanslag/geconverteerde navorderingsaanslag grondbelasting 2019 vernietigd, geen grond voor navordering. Waarde onroerende zaak in goede justitie vastgesteld

Samenvatting zaak In deze Arubaanse grondbelastingzaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn ter zake van de onroerende zaak, een hotelresort (hierna: de onroerende zaak), aanslagen grondbelasting voor de jaren 2017 tot en met 2019 opgelegd. In de jaarrekening van 2016 heeft belanghebbende de onroerende zaak per 1 januari 2016 op de balans geactiveerd voor USD 218.406.170 (Afl. 390.947.044). In een taxatierapport is aan de opstal van de ...

Afwijzing verzoek om vrijstelling van invoerrechten op havenkraan. Gerecht oordeelt dat het schrijven van de Minister geen rechtsgevolg in het leven heeft geroepen en derhalve niet kan worden aangemerkt als een ‘Lar-beschikking’. Was slechts een herhaling van hetgeen de Inspecteur bij beschikking al had besloten (tegen de beschikking van de Inspecteur waarbij het bezwaar ongegrond is verklaard is geen rechtsmiddel aangewend, zodat deze in rechte vast is komen te staan)

Samenvatting zaak In deze Arubaanse bestuursrechtelijke zaak (Lar) met betrekking tot een niet gehonoreerd verzoek om vrijstelling van invoerrechten, is het volgende aan de orde. Op 6 juli 2015 verzoekt een te Aruba gevestigde stuwadoorsbedrijf/havenbeheerder (appellante in deze zaak) – kort samengevat en enigszins geparafraseerd – aan de minister van Financien, Economische Zaken en Cultuur van Aruba (de “Minister”, verweerder in deze zaak), met verwijzing naar een Ministeriële Beschikking van ...

Hof bevestigt uitspraak Gerecht in zaak over de vraag of belanghebbende recht heeft op teruggaaf van de betaalde rechten bij invoer motorjacht: geen teruggaaf

Samenvatting zaak Op 10 februari 2021 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer CUR2019H00340 (ECLI:NL:OGHACMB:2021:65) op het door belanghebbende ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) van 25 juli 2019 in de zaak BBZ nr. CUR201801196 (ECLI:NL:OGEAC:2019:144). In eerste ...

Gerecht oordeelt dat DGA geen werknemer is als bedoeld in de Landsverordening Ongevallenverzekering, geen gezagsverhouding

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak met betrekking tot de ongevallenverzekering, een werknemersverzekering, is het volgende aan de orde. Belanghebbende (eiser in deze zaak) is statutair directeur en enig aandeelhouder van een N.V. Deze vennootschap drijft een onderneming die, kort samengevat, concerten en festivals organiseert en daarvoor de benodigde instrumenten, apparatuur en andere faciliteiten verhuurt. Belanghebbende heeft op 22 december 2012 een bedrijfsongeval gehad waarbij een lichtinstallatie op zijn rechterknie ...

Letterlijke tekst van de verordening biedt geen grondslag voor het heffen van leges (vergunningsrecht) voor hotels buiten het stadsdistrict en Salinja. Niet kan worden aanvaard dat de werkingssfeer van het artikel louter op grond van de toelichting wordt uitgebreid

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak op het gebied van het bestuursrecht (LAR) maar met raakvlakken met de belastingpraktijk, is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende (een hotel resort) is op 25 februari 2009 een hotelvergunning verleend. In oktober 2010 is door de Minister van Algemene Zaken (hierna: de Minister) een aanslag vergunningsrecht 2010 (de aanslag) aan belanghebbende opgelegd. De aanslag betreft leges ten bedrage van NAf 3.000,- voor de ...

Voor ontheffing deviezenprovisie voor vrije zone-vennootschap niet vereist dat de betaling aan het buitenland verband houdt met een artikel 1 Lvz 2000-activiteit. Betalingen voor productie-installatie in verband met leveringen aan binnenlandse afnemer vallen niet onder de ontheffing. Intrekking ontheffing met terugwerkende kracht in strijd met rechtszekerheidsbeginsel

Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde. Bij beschikking van 1 augustus 2006 (hierna: de toelatingsbeschikking) heeft Free Zone Aruba N.V. (hierna: FZA), de beheerder van de vrije zones van Aruba, een N.V. (hierna: “de N.V.”) op de voet van artikel 4, tweede lid, van de Landsverordening vrije zones 2000 (hierna: de Lvz 2000) toegelaten tot een vrije zone als bedoeld in artikel 1, eerste ...

Gerecht oordeelt dat de bestreden aanslag grondbelasting 2019 als navorderingsaanslag heeft te gelden en naar het juiste belastingtarief is opgelegd. Weliswaar in wezen terugwerkende kracht van tariefsverhoging, maar geen inbreuk op het eigendomsrecht van artikel 1 Eerste Protocol EVRM. Waarde hotelresort door het Gerecht (wederom) in goede justitie vastgesteld

Samenvatting zaak In deze Arubaanse grondbelastingzaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende zijn ter zake van de onroerende zaak te Palm Beach, een hotelresort (hierna: de onroerende zaak), aanslagen grondbelasting voor de jaren 2017 en 2018 opgelegd naar een belastbare waarde van Afl. 400.262.816, resulterend in een verschuldigd belastingbedrag van Afl.1.600.811 (tarief 0,4%). Het resort is gebouwd in 2012 en 2013 en is geopend op 22 november 2013 ...

Gerecht oordeelt dat de letterlijke interpretatie van de betreffende wettelijke bepaling evident niet de bedoeling van de wetgever weergeeft, toepassing conform bedoeling wetgever niet in strijd met rechtszekerheidsbeginsel. Betreft aanslag leges voor hotelvergunning

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak op het gebied van het bestuursrecht (LAR) maar met raakvlakken met de belastingpraktijk, is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende (een hotel resort) is een aanslag vergunningsrecht 2010 opgelegd. Deze aanslag wordt door belanghebbende bestreden. Op grond van artikel 45, eerste lid, van de Landsverordening leges, precariorechten en retributies Curaçao 1992 (Llpr) zijn aan de Afdeling Financiën leges verschuldigd met betrekking tot lokaliteiten ...

Gerecht oordeelt dat om in aanmerking te komen voor de invoervrijstelling van artikel 102 van de Landsverordening tarief van invoerrechten, het ingevoerde vervoermiddel (een motorjacht) dient toe te behoren aan een persoon die zijn normale verblijfplaats heeft in het buitenland

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak op het gebied van de heffing van invoerrechten en omzetbelasting bij invoer is het volgende aan de orde. Belanghebbende is woonachtig in Curaçao. Belanghebbende heeft in juni van het jaar 2014 in de Verenigde Staten een motorjacht gekocht en deze naar Curaçao verscheept. Het motorschip is geregistreerd in Delaware. De juridisch eigenaar van het motorjacht is Y Inc. Daarvan is belanghebbende de ‘ultimate beneficial ...

Gerecht heeft op goede gronden geoordeeld dat sprake is van grove schuld waarbij een vergrijpboete van 25% past, maar anders dan het Gerecht ziet het Hof geen redenen voor verdere matiging omdat geen aangiftebiljetten zouden zijn uitgereikt. Wel matiging vanwege lange behandeltermijn

Samenvatting zaak In deze Curaçaose hoger beroep belastingzaak is het Hof – kort samengevat – van oordeel dat het Gerecht op goede gronden geoordeeld heeft dat sprake is van grove schuld aan de zijde van belanghebbende dat te weinig belasting is betaald waarbij een vergrijpboete van 25% past. Echter, anders dan het Gerecht, ziet het Hof geen redenen om de boetes (verder) te matigen omdat geen aangiftebiljetten zouden zijn uitgereikt ...

Verstrekkende nieuwe ontwikkeling in de rechtspraak van het Hof over gevolgen overschrijding redelijke behandelingstermijn van het geschil. Hoewel de redelijke behandelingstermijn is overschreden verbindt het Hof daaraan nog geen gevolgen omdat het voor het eerst uitspraak doet over de gevolgen van de rechtspraak van het EHRM in belastingzaken. Het Hof zal daar pas gevolgen aan verbinden in procedures waarin op of na 1 oktober 2018 een bezwaarschrift is ingediend

Samenvatting zaak Belanghebbende is een B.V. gevestigd te Curaçao. De Stichting Belasting Accountants Bureau heeft bij belanghebbende een boekenonderzoek ingesteld om onder andere de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over de jaren 2006 tot en met 2008 vast te stellen. De bevindingen van SBAB zijn neergelegd in het controlerapport van 18 mei 2011. De Inspecteur heeft, naar aanleiding van de bevindingen in het controlerapport, met dagtekening 4 november 2011 naheffingsaanslagen ...

Hof oordeelt dat de Inspecteur bevoegd was om het tax holiday-verzoek af te doen en dat de Inspecteur het verzoek terecht heeft afgewezen, omdat niet voldaan is aan de materiële vereisten. Hof kent wel immateriële schadevergoeding toe vanwege het lange tijdsbestek tussen tax holiday-verzoek en uitsluitsel

Samenvatting zaak Belanghebbende is een in Bonaire gevestigde vennootschap die onder meer als doel heeft het ontwikkelen en exploiteren van onroerende zaken en goederen, hotels, bars, restaurants en appartementencomplexen. Belanghebbende heeft in 2005 te “Z” een perceel grond gekocht waarop zij in de periode 2006-2008 een appartementencomplex heeft gebouwd. Belanghebbende heeft na de ontwikkeling van het project en de verkoop van de appartementen geen nieuwe activiteiten meer ontplooid. Vanaf 2009 ...

Het rechtszekerheidsbeginsel vereist dat uit de administratieve sanctie de feitelijke grondslag moet blijken voor de verweten overtreding. De omschrijving van de overtreding moet naar het oordeel van het Gerecht meer inhouden dan een algemene aanduiding dat niet is voldaan aan de administratie- of bewaarplicht

Samenvatting zaak Het betreft hier formeel een bestuursrechtelijke uitspraak onder de Landsverordening Administratieve Rechtspraak (LAR) maar met een sterk formeel-fiscaalrechtelijk karakter. In deze zaak gaat het om een door de Inspecteur der Belastingen van Curaçao (verweerder in deze zaak) aan belanghebbende (eiser in deze zaak) opgelegde administratieve sanctie van tijdelijke sluiting voor zevenmaal 24 uur van de bedrijfslocatie van belanghebbende wegens een geconstateerde overtreding van het niet volledig voldoen aan ...

Artikel 28 GBV 1908 geen beletsel voor indiening bezwaar en beroep tegen aanslagen grondbelasting 2003-2006 nu deze niet zijn gericht tegen de waarde, maar tegen de heffing. Gerecht ziet in casu geen schending met beginselen van behoorlijk bestuur

Samenvatting zaak Aan belanghebbende zijn met ingang van het tijdvak 2002-2006 aanslagen grondbelasting opgelegd. Belanghebbende is tegen de aanslagen grondbelasting in bezwaar gekomen. De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de aanslagen gehandhaafd. Belanghebbende is bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) in beroep gekomen tegen de uitspraken op bezwaar. In artikel 28 van de Grondbelastingverordening 1908 (GBV 1908) is geregeld dat belanghebbende slechts in het ...

Vertraagde afhandeling leidt in casu niet tot vernietiging van de aanslag. De Curaçaose fiscale wetgeving voorziet niet in immateriële schadevergoeding: belastingrechter onbevoegd. Inspecteur maakt geen redelijke schatting bij aanslagregeling.

Samenvatting zaak Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelt in een uitspraak van 6 februari 2017 dat de vertraagde afhandeling van een bezwaar niet tot vernietiging van de aanslag kan leiden. Belanghebbende deed een beroep op artikel 6, eerste lid EVRM. Wel kan recht bestaan op immateriële schadevergoeding. De Curaçaose fiscale wetgeving voorziet evenwel niet in een dergelijke schadevergoeding. Daarop moet een beroep worden gedaan op de civiele rechter ...

Recht op integrale proceskostenvergoeding. Geen schadevergoeding wegens vermogensschade, ook geen immateriële schadevergoeding

Samenvatting zaak Belanghebbende heeft recht op integrale proceskostenvergoeding. Ingevolge artikel 8.115b Belastingwet BES kan het Gerecht het bestuursorgaan veroordelen tot vergoeding van schade. Geen schadevergoeding wegens vermogenschade. Ook het verzoek om immateriële schadevergoeding in verband met de overschrijding van de redelijke behandelduur van de zaak, wordt verworpen. (Inhoudsindicatie door: www.rechtspraak.nl). BRONDOCUMENT BRON: www.rechtspraak.nl LET OP: Dit artikel bevat slechts een korte omschrijving door onze redactie van de essentie van (een ...

Geen recht op tax-holidayfaciliteit omdat geen sprake is van exploitatie van appartementen. Bovendien niet voldaan aan voorwaarde dat aan tenminste 5 Antilliaanse personen blijvend werk wordt verschaft. Gerecht laat in het midden of de Minister de tax-holidayfaciliteit heeft toegezegd

Samenvatting zaak Belanghebbende is gevestigd op Bonaire en koopt in 2005 een perceel grond. In de jaren daarna bouwt zij appartementen, die bedoeld zijn voor de verkoop. Nadat de bouw voltooid is worden de appartementen verkocht. Naar het oordeel van het Gerecht heeft belanghebbende geen recht op een tax-holidayfaciliteit omdat geen sprake is van exploitatie van appartementen. Bovendien is niet voldaan aan de voorwaarde dat aan tenminste 5 Antilliaanse personen ...

Gezien de strekking van art. 10 ALB handelt de Inspecteur ernstig onzorgvuldig indien hij, anders dan bij wijze van uitzondering, ongemotiveerd aanzienlijke correcties aanbrengt in een tijdig ingediende aangifte, die correcties niet onverwijld motiveert en geen tijdige uitspraak op bezwaar doet

Samenvatting zaak Gezien de strekking van art. 10 ALB handelt de Inspecteur ernstig onzorgvuldig indien hij, anders dan bij wijze van uitzondering, ongemotiveerd aanzienlijke correcties aanbrengt in een tijdig ingediende aangifte, die correcties niet onverwijld motiveert en geen tijdige uitspraak op bezwaar doet. Belastingdienst moet met spoed zijn organisatie en administratie aanpassen. Vooralsnog geen rechterlijk ingrijpen. (Inhoudsindicatie door: www.rechtspraak.nl). LET OP: HOGER BEROEP en CASSATIEBEROEP! Tegen deze uitspraak van het ...