Hoge Raad doet cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 RO in zaak waarin – in eerste aanleg – werd geoordeeld dat belanghebbende de omzetbelasting op de voet van artikel 12b, lid 1, LOB verschuldigd is, nu zij facturen heeft uitgereikt waarop het bedrag aan omzetbelasting is vermeld

Samenvatting zaak Vorige week vrijdag, 5 april 2024, heeft de Hoge Raad het door belanghebbende ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) van 10 februari 2022, zaaknummer CUR2019H00405, afgedaan met toepassing van artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie (ECLI:NL:HR:2024:546). Helaas beschikken wij niet over ...

Cosmeticaproducent aangemerkt als ‘industrie’ in de zin van de LvTvI: recht op vrijstelling van invoerrechten en omzetbelasting voor de invoer van grondstoffen. De wet stelt geen voorwaarde van (vergaande) mechanisering en automatisering, aan het aantal werknemers of aan de omvang van de bedrijfsactiviteiten. Onderneming in vorm van eenmanszaak ook geen beletsel. Overigens heeft de Inspecteur met het nemen van een beslissing zonder vooraf een bedrijfsbezoek af te leggen in casu geen procedure geschonden

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Zij produceert in haar werkplaats cosmeticaproducten. Voor het maken van haar producten moet belanghebbende diverse goederen invoeren. Zij heeft bij de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen een verzoek gedaan om vrijstelling van invoerrechten en omzetbelasting ter zake van de invoer van grondstoffen. De Inspecteur heeft het verzoek evenwel ...

Gerecht oordeelt dat belanghebbende geen vertrouwen kan ontlenen aan de publicaties van 24 en 27 maart 2020 inzake de covid-steunmaatregelen omdat die gelden voor de tijdvakken april tot en met juni 2020, niet voor het onderhavige tijdvak maart 2020: verzuimboete wegens niet tijdig betalen omzetbelasting terecht opgelegd maar wel ambtshalve gematigd wegens overschrijding van de redelijke termijn

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Op 24 maart 2020 heeft de regering van Curaçao een solidariteitspakket aangekondigd om de sociaal economische effecten van het COVID 19 virus op de samenleving te verzachten [zie dit artikel in het CFN van 24 maart 2020 en dit artikel in het CFN van 25 maart 2020; red. CFN]. Kort daarna heeft het Ministerie ...

Hoge Raad doet cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 RO. Betreft zaak waarin het Hof met het Gerecht van oordeel was dat belanghebbende met de verhuur van tien bungalows in het economische verkeer treedt en dat de omstandigheid dat tussen huurder en belanghebbende een eventuele verwevenheid bestaat daar niets aan afdoet: ondernemer voor de omzetbelasting

Op vrijdag 7 juli 2023 heeft de Hoge Raad het door belanghebbende ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van 10 maart 2021 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (ECLI:NL:OGHACMB:2021:88) afgedaan met toepassing van artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie (ECLI:NL:HR:2023:1088). In deze zaak ging het om de beantwoording van de vragen of belanghebbende ondernemer is in de zin van de Curaçaose Landsverordening omzetbelasting 1999 ...

Hof oordeelt dat fastfood restaurant in Curaçao omzetbelasting verschuldigd is over de aan de in het buitenland gevestigde franchisegever betaalde royalty’s (service fees)

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een op Sint Maarten opgerichte vennootschap en drijft haar onderneming met een vaste inrichting op Curaçao. Aldaar exploiteert zij een fastfood restaurant (‘Z’). Die exploitatie vindt plaats op basis van een franchise-overeenkomst, waarbij een in het buitenland – in de Verenigde Staten – gevestigde entiteit franchisor (franchisegever) is en belanghebbende de franchisee (franchisenemer). Naar aanleiding van ...

Omzetbelasting verschuldigd over de door het fastfood restaurant (v.i. in Curaçao) aan de franchisor (in de VS) betaalde royalty’s en de vergoeding voor administratieve diensten (geen bewijs geleverd voor een cost sharing agreement). Pleitbaar standpunt met betrekking tot de royalty’s, maar grove schuld met betrekking tot de administratieve diensten

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende is een op Sint Maarten opgerichte vennootschap en drijft haar onderneming met een vaste inrichting op Curaçao. Aldaar exploiteert zij een fastfood restaurant. Die exploitatie vindt plaats op basis van een franchise-overeenkomst, waarbij LLC de franchisor (franchisegever) is en belanghebbende de franchisee (franchisenemer). De aandelen van belanghebbende zijn voor 100% in handen van een LLC gevestigd in ...

Hof bevestigt uitspraak Gerecht in zaak over de vraag of belanghebbende recht heeft op teruggaaf van de betaalde rechten bij invoer motorjacht: geen teruggaaf

Samenvatting zaak Op 10 februari 2021 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer CUR2019H00340 (ECLI:NL:OGHACMB:2021:65) op het door belanghebbende ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) van 25 juli 2019 in de zaak BBZ nr. CUR201801196 (ECLI:NL:OGEAC:2019:144). In eerste ...

Hof met Gerecht van oordeel dat belanghebbende met de verhuur van tien bungalows aan een gelieerde NV in het economische verkeer treedt: ondernemer voor de OB. Ook geen fiscale eenheid

Samenvatting zaak Let op: doordat van vrijdagavond 16 april 2021 om 19.30 uur tot zondagavond 18 april 2021 om 23.59 uur (tijden volgens de Europees Nederlandse tijdzone) vrijwel alle computersystemen van de Rechtspraak in Nederland niet bereikbaar zijn vanwege groot onderhoud en dan ook het digitale uitsprakenregister op rechtspraak.nl niet beschikbaar zal zijn, zullen de hieronder in dit artikel opgenomen links naar uitspraken op rechtspraak.nl tijdelijk niet bereikbaar zijn. Dit ...

Foutieve verwerking van de tijdig ingediende en betaalde aangifte omzetbelasting. Naheffingsaanslag tegen beter weten in opgelegd, sprake van een aan de Inspecteur te wijten ernstige onzorgvuldigheid: bezwaarkostenvergoeding maar geen bovenforfaitaire vergoeding

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak inzake een naheffingsaanslag omzetbelasting (OB) is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag omzetbelasting voor het tijdvak september 2017 opgelegd. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt en op 8 januari 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 28 oktober 2020 de naheffingsaanslag vernietigd. Belanghebbende heeft bij e-mailbericht van 28 ...

Gerecht acht reconstructie kasboek aan de hand van de dagelijkse kassastroken niet dermate overtuigend dat daarmee elke redelijke twijfel is uitgesloten dat deze omzetverhouding juist is

Samenvatting zaak In deze Curaçaose omzetbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende drijft sinds 2010 een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De ondernemingsactiviteiten bestaan onder meer uit het exploiteren van een toko. Bij belanghebbende is een boekenonderzoek ingesteld over de jaren 2012 tot en met 2016. In het controlerapport wordt geconcludeerd dat niet is voldaan aan de administratieplicht ingevolge artikel 43, lid 2 van de Algemene landsverordening ...

Beroep ingetrokken omdat de Inspecteur aan het bezwaar is tegemoetgekomen. Een redelijke wetstoepassing brengt mee dat ook dan de Inspecteur het betaalde griffierecht aan belanghebbende vergoedt. Ook laat het Gerecht de griffier het teveel betaalde griffierecht terugbetalen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak augustus 2018 opgelegd. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag, maar de Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd. Belanghebbende heeft op 25 juni 2019 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar en heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150. Partijen zijn ...

Annotatie bij Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 19 maart 2020, ECLI:NL:OGEAC:2020:55 – mr. K.M.G. Demandt

Annotatie bij Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 19 maart 2020, ECLI:NL:OGEAC:2020:55 door mr. K.M.G. Demandt Betreft: ECLI:NL:OGEAC:2020:55 Voor een samenvatting van deze belastingzaak door de redactie van het CFN, zie dit artikel in het CFN van 3 april 2020, nr. 2020/39, met als INHOUDSINDICATIE: Hof oordeelde eerder dat de verplichting tot het doen van aangifte reeds voortvloeit uit de belastingplicht voor de winstbelasting, zonder dat daarvoor door de Inspecteur ...

Verzoek om stukken in het kader van een belastingprocedure niet aan te merken als een lob-verzoek. Fictieve weigering ontbeert dan eveneens het karakter van een op rechtsgevolg gerichte beschikking. Gerecht verklaart zich onbevoegd

Samenvatting zaak In deze Curaçaose bestuursrechtelijke zaak op het gebied van de openbaarheid van bestuur is het volgende aan de orde. Bij brief van 29 december 2017 hebben eisers de Minister van Financiën, verweerder in deze zaak, verzocht om openbaarmaking van alle documenten die betrekking hebben op de kwestie van de verschuldigdheid van invoerrechten en omzetbelasting van eisers voor de invoer van een boot. Over de afwijzing van een verzoek ...

Belanghebbende die tien bungalows voor een vast bedrag per jaar verhuurt aan een gelieerde NV neemt volgens het Gerecht deel aan het economische verkeer, fiscale eenheid niet mogelijk: belastingplichtig voor de omzetbelasting. Verzuimboetes gematigd

Samenvatting zaak In deze Curaçaose omzetbelastingzaak met ook formeelbelastingrechtelijke aspecten is het volgende aan de orde. Belanghebbende verhuurt tien bungalows voor een vast bedrag per jaar aan een NV. Daarnaast ontplooit belanghebbende geen andere activiteiten. NV exploiteert een resort. De UBO (Ultimate Beneficial Owner) van belanghebbende is tevens aandeelhouder van NV. Blijkens de huurovereenkomst is belanghebbende bevoegd een beheerder aan te stellen. Belanghebbende heeft geen personeel in dienst. Door wetswijziging ...

Hangende de beroepsprocedure komt de Inspecteur geheel aan de bezwaren tegemoet: geen belang meer bij uitspraak op het beroep. Inspecteur dient wel griffierecht te vergoeden

Samenvatting zaak In deze Curaçaose formeelbelastingrechtelijke zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is met dagtekening 19 september 2018 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak mei 2018 opgelegd van NAf 500. Belanghebbende heeft op 19 september 2018 bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag. De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 26 april 2019 de naheffingsaanslag gehandhaafd. Belanghebbende heeft op 9 mei 2019 beroep ingesteld tegen de ...

Niet aannemelijk geacht dat belanghebbende als gevolg van het regelmatig ziek zijn van de adviseur niet in staat was om een bezwaarschrift in te dienen of een andere gemachtigde in te schakelen, termijnoverschrijding niet verschoonbaar geacht

Samenvatting zaak In deze Curaçaose formeelbelastingrechtelijke zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is met dagtekening 21 december 2017 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak 2012 opgelegd, met dagtekening 28 augustus 2018 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak 2013, met dagtekening 28 augustus 2018 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak 2014, met dagtekening 28 augustus 2018 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over ...

Hof oordeelde eerder dat de verplichting tot het doen van aangifte reeds voortvloeit uit de belastingplicht voor de winstbelasting, zonder dat daarvoor door de Inspecteur een aangiftebiljet hoeft te worden uitgereikt. Indien die opvatting voor alle aangiftebelastingen zou gelden, gaat het Gerecht in onderhavige omzetbelastingzaak contrair

Samenvatting zaak In deze Curaçaose formeelbelastingrechtelijke zaak is het volgende aan de orde. Aan belanghebbende is met dagtekening 19 november 2018 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak juli 2018 opgelegd van NAf 1.000 (nr. 0218154659007). Aan belanghebbende is met dagtekening 29 november 2018 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak augustus 2018 opgelegd van NAf 1.000 (nr. 0218154984108). Daarbij is een verzuimboete opgelegd van NAf 100 vanwege ...

Naar ’s Hofs oordeel verricht belanghebbende prestaties aan de Amerikaanse leverancier (onder meer bemiddeling bij verkoopcontracten tussen die leverancier en lokale afnemers), discount vormt daarvoor de vergoeding. Diensten in Curaçao belastbaar voor de omzetbelasting

Samenvatting zaak In deze Curaçaose omzetbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, een te Curaçao gevestigde N.V., is agent van een in de Verenigde Staten van Amerika gevestigde leverancier (hierna: “VS-Leverancier”). Belanghebbende bemiddelt bij de verkoop van rijst door VS-Leverancier aan de lokale afnemers op Curaçao, voldoet de bedragen op de door VS-Leverancier aan de lokale afnemers te verstrekken facturen middels een verzamelnota en zorgt voor de incasso van ...

Naar het oordeel van het Hof diende belanghebbende voor de verrichte verhuurprestaties alsnog binnen vijftien dagen na 31 december 2012 een jaarfactuur met omzetbelasting uit te reiken. De omzetbelasting is dus eerst in 2013 verschuldigd geworden, Inspecteur heeft ten onrechte nageheven over het jaar 2012

Belanghebbende, een N.V. gevestigd te Curaçao, verhuurt een pand. De huursommen worden maandelijks gefactureerd. De Inspecteur heeft in 2009 aan belanghebbende kenbaar gemaakt dat deze verhuuractiviteit als vermogensbeheer wordt aangemerkt, zodat belanghebbende niet als ondernemer in de zin van de Landsverordening omzetbelasting wordt aangemerkt. Door een wetswijziging is met ingang van 1 januari 2012 de definitie van het begrip ‘ondernemer’ uitgebreid. Door deze uitbreiding wordt belanghebbende met ingang van 1 ...

Hof oordeelt dat belanghebbende met betrekking tot de verhuur van het resort vanaf 1 januari 2012 als ondernemer voor de omzetbelasting dient te worden aangemerkt. Belanghebbende mocht er niet op vertrouwen dat een vóór de wetswijziging met de Inspecteur gemaakte afspraak ook na 1 januari 2012 nog zou gelden. Ook geen pleitbaar standpunt

Samenvatting zaak Belanghebbende heeft een resort in eigendom. Vanaf 1 januari 2010 wordt dit resort tegen vergoeding verhuurd aan een zustermaatschappij. Op 9 juli 2010 hebben partijen een afspraak gemaakt dat de verhuur van het resort niet als ondernemersactiviteit wordt aangemerkt en dat ter zake derhalve geen omzetbelasting is verschuldigd. Door een wetswijziging is met ingang van 1 januari 2012 de definitie van het begrip ‘ondernemer’ in de Landsverordening omzetbelasting ...

Nu belanghebbende facturen heeft uitgereikt waarop een bedrag aan omzetbelasting is vermeld, is zij die bedragen op de voet van artikel 12b, lid 1, LOB verschuldigd: geen teruggave van de afgedragen belasting. Ook beroep op vertrouwensbeginsel slaagt niet. Gerecht oordeelt voorts dat een beroep op ambtshalve vermindering door de Inspecteur niet met vrucht aan de belastingrechter kan worden voorgelegd

Samenvatting zaak In deze Curaçaose omzetbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende drijft een groothandel in farmaceutische producten, waaronder geneesmiddelen die uitsluitend op recept verkrijgbaar zijn (de zogenoemde UR-geneesmiddelen). In de jaren 2000 en 2001 heeft belanghebbende ter zake van leveringen van het UR-geneesmiddel [Z] geen omzetbelasting in rekening gebracht. Ter zake van overige UR-geneesmiddelen heeft belanghebbende wel facturen uitgereikt waarin de vermelde bedragen telkens zijn vermeerderd met 5% ...

Einduitspraak in zaak over tariefpostindeling van tabbladen en ringbanden. Voor de berekening van de douanewaarde gaat het Gerecht uit van de door belanghebbende overgelegde factuur van de leverancier

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak op het gebied van de heffing van invoerrechten en omzetbelasting bij invoer is het volgende aan de orde. In deze zaak heeft het Gerecht bij tussenuitspraak van 7 augustus 2019 (ECLI:NL:OGEAC:2019:170) – kort samengevat – geoordeeld dat de tabbladen dienen te worden ingedeeld in tariefpost 4901, waarvoor een heffing van 0% aan invoerrechten geldt, en dat de ringbanden dienen te worden ingedeeld in goederencode ...

Hoge Raad doet cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 RO. Betreft zaak waarin het Hof oordeelde dat belanghebbende bij een aangiftebelasting als de omzetbelasting twee afzonderlijke, weliswaar nauw met elkaar samenhangende, verplichtingen heeft maar dat het enkele niet (kunnen) doen van aangifte belanghebbende niet ontslaat van de verplichting tot het voldoen van de belasting

Samenvatting zaak De Hoge Raad heeft in deze Curaçaose omzetbelastingzaak op 20 september 2019 arrest gewezen op het door belanghebbende ingestelde cassatieberoep tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: het Hof) van 18 april 2018 (zaaknummers CUR2016H00043 t/m CUR201600048, ECLI:NL:OGHACMB:2018:84). In die uitspraak oordeelde het Hof, kort samengevat, dat belanghebbende bij een aangiftebelasting als de omzetbelasting twee afzonderlijke, weliswaar nauw met elkaar samenhangende, verplichtingen heeft – tijdig ...

Gerecht oordeelt dat onderhavige tabbladen dienen te worden ingedeeld in tariefpost 4901 (heffing van 0% invoerrechten) en de ringbanden in goederencode 48203000 (5.5% invoerrechten). Voor beide goederen geldt een heffing van 6% omzetbelasting en niet het 0%-tarief

Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak op het gebied van de heffing van invoerrechten en omzetbelasting bij invoer is het volgende aan de orde. Belanghebbende verzorgt trainingen. In verband daarmee heeft belanghebbende kartonnen ringbanden en tabbladen tezamen ingevoerd met de bedoeling om deze gezamenlijk als lesmateriaal te gebruiken bij voormelde training. De goederen zijn niet geprijsd en niet voor de losse verkoop bestemd. Belanghebbende heeft vrijstelling van rechten verzocht op ...

Gerecht oordeelt dat sprake is van opzet zodat de vergrijpboete terecht is vastgesteld op 50% van de nageheven belasting. Hierbij is ook in aanmerking genomen dat de naheffingsaanslagen met behulp van omkering en verzwaring van de bewijslast zijn komen vast te staan

Samenvatting zaak In deze Curaçaose winstbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, een N.V. gevestigd te Curaçao, heeft op 29 juli 2010 aangifte winstbelasting 2009 gedaan naar een winst van nihil, zonder bijvoeging van jaarstukken. Op 4 mei 2011 heeft belanghebbende de jaarstukken ingediend waaruit een verlies blijkt van NAf 17.894. Belanghebbende heeft aangifte winstbelasting 2010 gedaan naar een verlies van NAf 120.355. Op 23 september 2012 heeft belanghebbende ...

Gerecht oordeelt dat betalingen aan derden door zustermaatschappij (hotelmanagement-vennootschap) terecht als vergoeding voor de terbeschikkingstelling van het hotelcomplex bij belanghebbende (eigenaar) in de heffing van omzetbelasting zijn betrokken

Samenvatting zaak In deze Curaçaose omzetbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende, een B.V. gevestigd te Curaçao, maakt deel uit van een groep die zich bezig houdt met de exploitatie van een hotel in Curaçao. Een "Holding BV" houdt 100% van de aandelen in belanghebbende en haar zustermaatschappij (een "Hotel Management BV", hierna: "HM BV"). Belanghebbende is eigenaar van het hotel, aanhorige gebouwen en tuinen (hotelcomplex). De onroerende goederen ...

Omkering en verzwaring bewijslast wegens niet voldoen aan administratieplicht. Omzetcorrecties niet onredelijk of willekeurig en belanghebbende toont niet op overtuigende wijze de onjuistheid ervan aan

Samenvatting zaak In deze Curaçaose omzetbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende exploiteert een minimarket waar levensmiddelen, drank en huishoudelijke producten worden verkocht. Namens de Inspecteur heeft in 2015 een boekenonderzoek plaatsgevonden bij belanghebbende naar de aanvaardbaarheid van (onder meer) de aangiften omzetbelasting 2013 en 2014. Tijdens het onderzoek is volgens de controlerend ambtenaar gebleken dat op een aantal onderdelen niet is voldaan aan de administratieplicht als bedoeld in ...

Schending hoorplicht leidt tot vernietiging uitspraak op bezwaar met in stand lating rechtsgevolgen. Schending administratieplicht leidt tot omkering van bewijslast. Verzoek boetevermindering vanwege overschrijding redelijke termijn afgewezen, omdat belanghebbende het verzoek vóór sluiting van onderzoek had moeten doen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose omzetbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende exploiteert een schildersbedrijf. Bij belanghebbende heeft een boekenonderzoek plaatsgevonden naar de winstbelasting, omzetbelasting en loonbelasting voor de jaren 2009 tot en met 2012. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in een rapport. In het rapport concludeert de controlerend ambtenaar dat circa 15% van de totale omzet, bestaande uit particulier opdrachtgevers, niet is aangegeven. Als gevolg van ...

Omkering bewijslast omdat niet aan de administratieplicht is voldaan. Grove schuld wegens doen van aangifte op basis van ondeugdelijke administratie. Geen vermindering boete wegens overschrijding redelijke termijn, verzoek pas na zitting gedaan

Samenvatting zaak In deze twee met elkaar samenhangende Curaçaose belastingzaken voor de inkomstenbelasting en premieheffing AOV/AWW respectievelijk de omzetbelasting is het volgende aan de orde. Belanghebbende drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Belanghebbende verhuurt auto’s en pick-ups aan derden. Namens de Inspecteur heeft een boekenonderzoek plaatsgevonden bij belanghebbende naar de aanvaardbaarheid van de aangiften inkomsten- en omzetbelasting. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in een definitief ...

Gerecht oordeelt dat de douanewaarde van de e-bikes niet met toepassing van de transactiewaarde kan worden bepaald en evenmin de transactiewaarde van identieke of soortgelijke goederen kan worden gehanteerd. Resteert vaststelling aan de hand van de methode van redelijke middelen

Samenvatting zaak In deze Curaçaose invoerrechten- en omzetbelastingzaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft een mondelinge aangifte ten invoer gedaan voor twee e-bikes van het merk Stromer, type ST1. De Inspecteur heeft ter vaststelling van de douanewaarde de prijs van Є 850 (NAf 1.750) niet geaccepteerd. De Inspecteur is daarvoor uitgegaan van een transactiewaarde van identieke goederen van € 3.990 (NAf 8.217) per stuk. Ter zake van het ...