Hoger beroep inzake verzoek om teruggave winstbelasting 2009 ongegrond en niet-ontvankelijk voor zover gericht tegen de weigering van de Inspecteur om over 2010 een teruggave te verlenen. Beslissing van de Inspecteur op een verzoek om ambtshalve teruggave als bedoeld in artikel 39a, tweede lid ALL is geen voor bezwaar en beroep vatbare beslissing
Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde. Belanghebbende heeft op 30 juli 2010 aangifte winstbelasting over het jaar 2009 gedaan. Daarbij heeft zij een belastbare winst van NAf 236.133 aangegeven. Het corresponderende verschuldigde belastingbedrag had zij al eerder, op 29 maart 2010, voldaan. Op 9 december 2010 heeft zij nogmaals ...
Hoge Raad doet cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 RO. Betreft een zaak waarin belanghebbende niet ‘zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk’ na het bekend worden met de aanslagen – namelijk niet binnen twee weken – bezwaar heeft ingediend
Samenvatting zaak Vanochtend, vrijdag 6 oktober 2023, heeft de Hoge Raad het door belanghebbende ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van 22 februari 2022 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (het Hof) (ECLI:NL:OGHACMB:2022:10) afgedaan met toepassing van artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie (ECLI:NL:HR:2023:1402). In deze zaak is het ...
Belastingdienst/Toeslagen moet alsnog en wel uiterlijk 1 juli 2024 een besluit nemen op de aanvraag van de inwoonster van Curaçao om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, onder een dwangsom voor elke dag waarmee hij die beslistermijn overschrijdt
Samenvatting zaak In deze Nederandse zaak is het volgende aan de orde (kort samengevat enigszins geparafraseerd). Een inwoonster van Curaçao (belanghebbende, eiseres in deze zaak) heeft op 2 juni 2021 een aanvraag om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag gedaan bij de (Nederlandse) Belastingdienst/Toeslagen (hierna verder: de belastingdienst). De belastingdienst, verweerder in deze zaak, heeft hier niet ...
Met het opleggen van een verzuimboete van Nafl. 2.500 vanwege het stelselmatig niet tijdig doen van definitieve aangifte winstbelasting heeft de Inspecteur de Ministeriële regeling formeel belastingrecht op juiste wijze toegepast. Dat het ging om een (nihil-)aangifte met een negatief belastbaar bedrag maakt niet dat de boete achterwege moet blijven. Ook geen sprake van avas. Maar gelet op alle omstandigheden van het geval acht het Gerecht een boete van Nafl. 1.000 passend en geboden
Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). De Inspecteur heeft het verzoek van belanghebbende om uitstel te krijgen voor de indiening van de definitieve aangifte 2019 afgewezen omdat de voorlopige aangifte niet op tijd is ingediend. Belanghebbende heeft op 30 december 2020 de definitieve ...
Inspecteur is geheel aan belanghebbende tegemoetgekomen inzake de aanslag OZB 2014. Forfaitaire kostenvergoeding in beroepsfase, maar vanwege samenhang met een andere zaak komen – gelet op het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht – de proceskosten maar één keer voor vergoeding in aanmerking. Geen kostenvergoeding in bezwaarfase omdat in het bezwaarschrift daarom niet is verzocht
Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Aan belanghebbende is ter zake van een onroerende zaak (een appartement) op 30 november 2020 een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2014 opgelegd. Op 8 januari 2021 heeft belanghebbende daartegen bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft op ...
Omdat belanghebbende geen aangifte OZB heeft gedaan hoewel hij de afgelopen vijf jaren geen aanslagen OZB had ontvangen, wordt de vraag of een navorderingsaanslag voor 2015 kan worden opgelegd beantwoord o.b.v. artikel 13 ALL. Belanghebbende voert aan dat een nieuw feit ontbreekt omdat alle notariële aktes, ook de koopakte van de onderhavige onroerende zaak, o.b.v. de Registratieverordening 1908 door de Inspecteur moeten worden geregistreerd en de Inspecteur om die reden bekend was met de verkrijging van de onroerende zaak door belanghebbende. Inspecteur geeft toe dat in dit geval een nieuw feit ontbreekt
Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende heeft in 2003 een onroerende zaak gekocht. Volgens de Inspecteur is belanghebbende pas voor het tijdvak 2014-2018 als belastingplichtige voor de onroerendezaakbelasting (OZB) aangemerkt. Aan belanghebbende zijn op 30 november 2020 een aanslag OZB voor het ...
Geen OZB aangifteplicht omdat belanghebbende de afgelopen vijf jaar drie keer een aanslag OZB heeft gehad en dus als belastingplichtige voor de OZB bekend was bij de Inspecteur. De vijfjaarstermijn van artikel 10 LvOZB geldt dan onverkort: de op 30 december 2020 opgelegde navorderingsaanslag OZB 2015 is buiten die termijn opgelegd
Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende heeft in 2008 een onroerende zaak gekocht. Het betreft een eigendomsterrein met daarop gebouwd een woning. Op 30 december 2020 is aan belanghebbende een navorderingsaanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2015 opgelegd. Aan belanghebbende waren eerder ...
Belanghebbende heeft tijdig aan aangifteplicht OZB voldaan en geen onjuiste of onvolledige informatie verstrekt: vijfjaarstermijn van artikel 10 LvOZB onverkort van toepassing, geen navordering over 2015. Ook artikel 13 ALL kan niet als wettelijke basis dienen voor de navordering, omdat die alleen in de gevallen waarin niet aan de in de overgangsregeling opgenomen vormen van aangifteplicht is voldaan van toepassing is op de OZB
Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende is reeds vanaf het jaar 2007 eigenaar van een onroerende zaak (een appartement) en heeft op 26 februari 2020 aangifte voor de onroerendezaakbelasting (OZB) gedaan overeenkomstig de overgangsbepaling opgenomen in artikel XII (van de Landsverordening belastingmaatregelen ...
Gerecht oordeelt dat belanghebbende geen vertrouwen kan ontlenen aan de publicaties van 24 en 27 maart 2020 inzake de covid-steunmaatregelen omdat die gelden voor de tijdvakken april tot en met juni 2020, niet voor het onderhavige tijdvak maart 2020: verzuimboete wegens niet tijdig betalen omzetbelasting terecht opgelegd maar wel ambtshalve gematigd wegens overschrijding van de redelijke termijn
Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Op 24 maart 2020 heeft de regering van Curaçao een solidariteitspakket aangekondigd om de sociaal economische effecten van het COVID 19 virus op de samenleving te verzachten [zie dit artikel in het CFN van 24 maart 2020 en dit ...
Omdat het bezwaar tegen de aanslag OZB 2022 (niet zijnde het eerste jaar van het vijfjarige tijdvak) was gericht tegen de vastgestelde waarde, had de Inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk moeten verklaren in plaats van ongegrond te verklaren. Deze misslag betekent niet dat de uitspraak wordt vernietigd: analoog aan het oordeel van de Hoge Raad laat het Gerecht de uitspraak in stand en verklaart het beroep ongegrond
Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende heeft in juni 2021 een onroerende zaak verworven voor een bedrag van USD 595.000 (NAfl. 1.082.900). Voor de jaren 2019 tot en met 2021 zijn in oktober 2021 (2019), in mei 2022 (2020) en in juli 2022 (2021) ...
Belastingadviseur in civiele procedure inzake invorderingskwestie niet toegelaten als gemachtigde, is geen advocaat of deurwaarder en is ook niet als zaakwaarnemer toegelaten. Hof verbindt hieraan in casu echter geen gevolgen voor de ontvankelijkheid van appellant
Samenvatting zaak In deze Curaçaose civielrechtelijke zaak is onder meer het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). De Ontvanger heeft dwangschriften doen uitvaardigen tegen een vennootschap voor openstaande belasting- en premieschulden (loonbelasting, omzetbelasting en diverse soorten premies). Vervolgens heeft de Ontvanger op grond van artikel 10 van de Landsverordening op de invordering van ...
Verzoek om integrale kostenvergoeding niet gehonoreerd vanwege afwezigheid van bijzondere omstandigheden. Hetgeen belanghebbende aanvoert gaat op in alle gevallen van fictieve weigering en met het indienen van beroep tegen een fictieve weigering is doorgaans (zeer) beperkte tijd gemoeid
Samenvatting zaak In deze Curaçaose zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Aan belanghebbende is op 26 juni 2019 een verzuimboete wegens het niet tijdig doen van aangifte opgelegd van NAf 1.000. Belanghebbende heeft op 5 juli 2019 bezwaar gemaakt tegen de verzuimboete en heeft vervolgens op 26 juli 2020 beroep ...
Hoewel de LIUD zelf daarin niet voorziet, overweegt het Gerecht dat ter wille van een behoorlijke rechtsbescherming beroep mogelijk moet zijn tegen het niet tijdig beslissen op een bezwaarschrift tegen de berekening van de invoerrechten door de douane en zoekt hiervoor aansluiting bij de ALB. In casu heeft belanghebbende evenwel prematuur beroep ingesteld omdat de Inspecteur ook dan nog de tijd had om uitspraken op bezwaar te doen. Ook geen voorlopige voorziening omdat voor belastingzaken daartoe geen wettelijke grondslag bestaat
Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Belanghebbende importeert en verkoopt schoonheidsproducten in Aruba. Ter zake van enkele zendingen heeft belanghebbende facturen van de buitenlandse leveranciers overgelegd. Belanghebbende en de buitenlandse leveranciers zijn met elkaar verbonden. De douane heeft de douanewaarde bij de zendingen niet geaccepteerd ...
Einduitspraak in grondbelastingzaak: met implementatie van de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad verklaart het Gerecht het beroep van belanghebbende ongegrond. Gerecht geeft context aan waartegen die implementatie plaatsvindt en de beperkte bewegingsvrijheid die het Gerecht daarbij heeft
Samenvatting zaak In deze Arubaanse zaak is het volgende aan de orde (samengevat en enigszins geparafraseerd). Op basis van de Landsverordening grondbelasting (hierna: LGB) wordt in Aruba jaarlijks een belasting op onroerende zaken geheven en de zakelijke genotsrechten waaraan deze zijn onderworpen. Uitgangspunt daarbij is dat de waarde van onroerende zaken wordt vastgesteld voor een ...
Aanvullende heffing in de Eilandsverordening afvalwaterheffing Bonaire 2023 van USD 600,00 per hotelkamer en restaurantkeuken is in strijd met de strekking van artikel 57a Wet fin BES: Gerecht verklaart voor recht dat het betreffende deel van de verordening onverbindend is en nooit verbindend is geweest en verbiedt het OLB aan dat deel uitvoering te geven
Samenvatting zaak In deze Bonairiaanse zaak is het volgende aan de orde. Op 6 december 2023 heeft de eilandsraad van Bonaire de Eilandsverordening afvalwaterheffing Bonaire 2023 vastgesteld, voluit: de Eilandsverordening van 6 december 2022, no. 5, tot intrekking van de Eilandsverordening afvalwaterheffing Bonaire 2021 (A.B. 2020, nr. 11 ), invoering van nieuwe regels met betrekking ...