icb-instituut Geen reacties

Samenvatting zaak

In deze Curaçaose zaak met betrekking tot een aanslag premies AOV/AWW is het volgende aan de orde.

Belanghebbende heeft in het jaar 2013 samen met haar echtgenoot een woonhuis gekocht (hierna: het woonhuis). Belanghebbende is in 2017 gescheiden. Vanaf het jaar 2017 is belanghebbende de enige eigenaar van de woning. Ter zake van de aankoop en het herstel van het woonhuis is belanghebbende een geldlening aangegaan. In het onderhavige jaar 2017 was belanghebbende woonachtig bij haar moeder. Bij het bevolkingsregister en bij de belastingdienst is belanghebbende op dit adres geregistreerd. Belanghebbende is in het jaar 2020 in het woonhuis gaan wonen.

In de aangifte voor 2017 heeft belanghebbende rente en kosten van de lening opgevoerd als persoonlijke lasten. De Inspecteur heeft bij het vaststellen van het premie-inkomen onder andere het bedrag aan kosten van de lening voor de eigen woning niet geaccepteerd.

In geschil is of belanghebbende de opgevoerde kosten in verband met de eigen woning (NAf 7.802) als persoonlijke lasten in mindering kan brengen van haar inkomen. Het geschil spitst zich toe op de vraag of het woonhuis in het onderhavige jaar 2017 als hoofdverblijf ter beschikking stond van belanghebbende.

Kort en zakelijk samengevat wordt het beroep door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) als volgt beoordeeld.

Op grond van artikel 16 eerste lid, letter h Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (LIB) zijn als persoonlijke lasten aftrekbaar, kosten die verband houden met de eigen woning die de belastingplichtige als hoofdverblijf ter beschikking staan.

Niet in geschil is dat de door belanghebbende opgevoerde kosten verband houden met het woonhuis. Volgens de vaststaande feiten woonde belanghebbende in het onderhavige jaar echter niet in het woonhuis maar op een ander adres. Het woonhuis was wegens de bouwvallige staat onbewoond. Belanghebbende heeft ter zitting te kennen gegeven dat zij pas in het jaar 2020 feitelijk in het woonhuis is gaan wonen. Het woonhuis stond belanghebbende in het jaar 2017 aldus niet als hoofdverblijf ter beschikking. De opgevoerde kosten zijn derhalve niet aftrekbaar als persoonlijke lasten. De Inspecteur hanteert het beleid dat kosten in verband met de eigen woning die belopen zijn in de twee jaren voorafgaand aan de feitelijke bewoning (het jaar 2020), in beginsel als persoonlijke lasten aftrekbaar zijn. Ook op basis van dit beleid zijn de kosten van het jaar 2017 niet aftrekbaar.

Het Gerecht verklaart het beroep ongegrond.

 

CFN-artikelnummer 20201127-3

 

BRONDOCUMENT (ECLI:NL:OGEAC:2020:252 – uitspraak Gerecht in eerste aanleg)

BRON: www.rechtspraak.nl

 

LET OP: Dit artikel bevat slechts een korte omschrijving door onze redactie van de essentie van (een deel van) de betreffende uitspraak gevolgd door een (uitgebreide) samenvatting door onze redactie van (een deel van) de betreffende uitspraak. Het bovenstaande artikel bevat derhalve niet de integrale, woordelijke tekst van de betreffende rechterlijke uitspraak! Voor de volledige weergave van de uitspraak verwijzen wij naar de uitspraak zelf. Een weergave daarvan stond op het moment van publicatie van dit artikel gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, op welke versie wij ons hebben gebaseerd. Hoewel wij bij het opstellen van dit artikel zorgvuldigheid hebben betracht, pretenderen de essentie en de samenvatting – mede gezien het karakter daarvan – niet alle (juridische) aspecten, overwegingen, essenties en nuances van de uitspraak, van de daarin beschreven feiten of van het daarin opgenomen gerechtelijk oordeel uitputtend en volledig accuraat weer te geven. De essentie en de samenvatting beogen ook niet een (juridische) opinie te geven over (een deel van) de uitspraak of daaraan een (juridische) interpretatie te geven.

Land/gebiedsdeel: Curaçao
Betreft: Premieheffing AOV/AWW, premies AOV/AWW, premie AOV/AWW, AOV/AWW, AOV, AWW, aanslag premie AOV/AWW, eigen woning, eigenwoningschuld, woonhuis, geldlening, rente en kosten van geldlening, persoonlijke lasten, premie-inkomen, geldlening voor de eigen woning, als persoonlijke lasten in mindering brengen, als hoofdverblijf ter beschikking staan, hoofdverblijf, aftrekbare persoonlijke lasten, kosten die verband houden met de eigen woning die de belastingplichtige als hoofdverblijf ter beschikking staan, beleid, Curaçao belastingen, belastingrecht Curaçao, Curaçao belastingrecht, belasting Curaçao, belastingen op Curaçao, Curaçao belastingen, belastingrecht Curaçao, Curaçaos belastingrecht, belastingen op Curaçao, Antillen belastingen, belastingrecht Antillen, Antilliaans belastingrecht, belastingen op de Antillen, Nederlandse Antillen belastingen, belastingrecht Nederlandse Antillen, Nederlands Antilliaans belastingrecht, belastingen op de Nederlandse Antillen,
Verordening/wet: Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943: artikel 16 eerste lid, letter h.
Belastingjaar/-tijdvak: 2017
Datum uitspraak (arrest): 06-11-2020
Instantie en

Zaaknummer:  

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (het Gerecht), zaaknummer(s) BBZ nr. CUR201903167.
Bron en ECLI: www.rechtspraak.nl

ECLI:NL:OGEAC:2020:252 (uitspraak Gerecht in eerste aanleg)