icb-instituut Geen reacties

Samenvatting zaak

In deze Curaçaose inkomstenbelastingzaak is het volgende aan de orde.

Aan belanghebbende is een aanslag in de inkomstenbelasting 2016 opgelegd. Belanghebbende is in bezwaar gekomen tegen de aanslag inkomstenbelasting [kennelijk, zo leiden wij af uit het verdere verloop van het vonnis, omdat de inspecteur bij het opleggen van de aanslag geen voorkoming van dubbele belasting heeft verleend voor de pensioeninkomsten; red.]. De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar afgewezen en belanghebbende is daartegen in beroep gekomen. De zitting heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2020 te Willemstad. Belanghebbende is, hoewel daartoe op juiste wijze uitgenodigd, zonder berichtgeving niet ter zitting verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen [A]. De rechter en de griffier waren aanwezig op het Gerecht in Aruba en hadden een videoverbinding met het Gerecht in Curaçao.

Kort en zakelijk samengevat wordt het beroep door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) als volgt beoordeeld.

Hangende deze beroepsprocedure is alsnog voorkoming van dubbele belasting verleend voor de pensioeninkomsten. De aanslag is door de Inspecteur overeenkomstig het bezwaar van belanghebbende verminderd. Van de vermindering heeft de Inspecteur een schermprint overgelegd. Dit brengt mee dat dit beroep niet meer tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat kan leiden. Daarmee komt het belang aan deze beroepsprocedure te ontvallen (vgl. HR 8 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU4755; HR 3 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO5988; HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:43). Nu belanghebbende geen belang meer heeft bij een uitspraak op het beroep, dient dit beroep blijkens voornoemde jurisprudentie niet-ontvankelijk te worden verklaard, aldus het Gerecht.

Nu de Inspecteur geheel aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet is gekomen, dient als hoofdregel de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht te vergoeden (vgl. HR 10 augustus 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX4045).

Het Gerecht verklaart het beroep niet- ontvankelijk en draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden.

 

CFN-artikelnummer 20201127-15

 

BRONDOCUMENT (ECLI:NL:OGEAC:2020:248 – uitspraak Gerecht in eerste aanleg)

BRON: www.rechtspraak.nl

 

LET OP: Dit artikel bevat slechts een korte omschrijving door onze redactie van de essentie van (een deel van) de betreffende uitspraak gevolgd door een (uitgebreide) samenvatting door onze redactie van (een deel van) de betreffende uitspraak. Het bovenstaande artikel bevat derhalve niet de integrale, woordelijke tekst van de betreffende rechterlijke uitspraak! Voor de volledige weergave van de uitspraak verwijzen wij naar de uitspraak zelf. Een weergave daarvan stond op het moment van publicatie van dit artikel gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, op welke versie wij ons hebben gebaseerd. Hoewel wij bij het opstellen van dit artikel zorgvuldigheid hebben betracht, pretenderen de essentie en de samenvatting – mede gezien het karakter daarvan – niet alle (juridische) aspecten, overwegingen, essenties en nuances van de uitspraak, van de daarin beschreven feiten of van het daarin opgenomen gerechtelijk oordeel uitputtend en volledig accuraat weer te geven. De essentie en de samenvatting beogen ook niet een (juridische) opinie te geven over (een deel van) de uitspraak of daaraan een (juridische) interpretatie te geven.

Land/gebiedsdeel: Curaçao
Betreft: Formeel belastingrecht, belastingprocesrecht, belang aan beroep komen te ontvallen, geen belang bij bij het beroep, internationaal belastingrecht, inkomstenbelasting, IB, buitenlands inkomen, buitenlands pensioeninkomen, buitenlandse pensioeninkomsten, pensioen, penisoen-inkomen, pensioen-inkomsten, inkomen uit het buitenland, voorkoming van dubbele belasting, proceskosten, proceskostenvergoeding, vergoeding griffierechten, griffierechten, Curaçao belastingen, belastingrecht Curaçao, Curaçao belastingrecht, belasting Curaçao, belastingen op Curaçao, Curaçao belastingen, belastingrecht Curaçao, Curaçaos belastingrecht, belastingen op Curaçao, Antillen belastingen, belastingrecht Antillen, Antilliaans belastingrecht, belastingen op de Antillen, Nederlandse Antillen belastingen, belastingrecht Nederlandse Antillen, Nederlands Antilliaans belastingrecht, belastingen op de Nederlandse Antillen,
Verordening/wet: Landsverordening op het beroep in belastingzaken: artikel 18, lid 5;
Belastingjaar/-tijdvak: 2016
Datum uitspraak (arrest): 06-11-2020
Instantie en

Zaaknummer:  

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (het Gerecht), zaaknummer(s) CUR202000156.
Bron en ECLI: www.rechtspraak.nl

ECLI:NL:OGEAC:2020:248 (uitspraak Gerecht in eerste aanleg)